#0744 Over priesterlijke kleding gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Psalm 132 -14-
1 Een pelgrimslied.
HEERE, denk aan David,
aan al zijn lijden,
2 hoe hij de HEERE gezworen heeft,
de Machtige Jakobs deze gelofte deed:
3 Nee, ik ga mijn tent, mijn huis, niet binnen,
ik leg mij op de rustbank, mijn bed, niet neer;
4 ik gun mijn ogen geen slaap,
mijn oogleden geen sluimer,
5 totdat ik voor de HEERE een plaats gevonden heb,
een woning voor de Machtige Jakobs!
6 Zie, wij hebben van de ark gehoord in Efratha,
hem gevonden in de velden van Jaär.
7 Laten wij Zijn woning binnengaan,
ons neerbuigen voor de voetbank van Zijn voeten.
8 Sta op, HEERE, ga naar Uw rustplaats,
U en de ark van Uw macht.
9Laat Uw priesters bekleed worden met gerechtigheid,
laat Uw gunstelingen juichen.
10Wijs het gebed Letterlijk: het gezicht. van Uw gezalfde niet af,
omwille van David, Uw dienaar.
0744 Over priesterlijke kleding gesproken
We lazen in vers 9:
Laat Uw priesters bekleed worden met gerechtigheid, laat Uw gunstelingen juichen.
Laat Uw priesters bekleed worden met gerechtigheid. Bekleed zijn met gerechtigheid. Kleding maken de man was jaren geleden wel een gevleugelde uitspraak. En kleding zegt iets over ons. Het dragen van kleding zegt iets over ons, over onze identiteit. En merkkleding is vooral onder jeugd en modebewuste mensen vaak erg belangrijk.
Maar in de tekst van de psalm wordt gesproken over de mantel, de kleding van gerechtigheid. Het is boeiend om eens stil te staan het woord mantel in het Hebreeuws. Van daaruit kunnen we wellicht iets leren hoe bijzonder het is om de mantel der gerechtigheid te mogen dragen.
Er zijn drie woorden die vertaald (kunnen) worden met “mantel”:
Addereth – dit komt van een woord dat glorie en eer betekent. Het is een glorierijk gewaad, prachtig en kostbaar. Israëlieten hadden vaak maar één zo’n kostbare mantel. Het is bijvoorbeeld de mantel van Elia, waarmee hij op het water sloeg, waardoor een doorgang ontstond. (Vergelijkbaar met wat Mozes eerder deed.) Deze mantel, en daarmee heel de waardigheid en identiteit van Elia, werd doorgegeven aan Elisa;
koot-to-neth – denk aan het Nederlandse woord ’tenue’ = net pak. Dit was bijvoorbeeld de veelkleurige mantel van Jozef, waardoor hij te midden van de broers eer ontving van zijn vader. Veelkleurige mantels werden ook gedragen door dochters van de koning die nog maagd waren, als teken van eer en reinheid.
moil (of: meheel) – dit woord wordt gebruikt voor de priesterlijke bovenkleding, onder meer voor het dragen van de Efod. In Jesaja 61:10 wordt dit woord gebruikt. In dit hoofdstuk lezen we over het jubeljaar, de verlossing van Israel en dan horen we de woorden van de Verlosser:
Ik ben zeer vrolijk in de HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen van het heil, de mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan, zoals een bruidegom zich bekleedt met priesterlijk hoofdsieraad, en een bruid zich tooit met haar sieraden.
Wat een feestelijke beschrijving, vind u ook niet? De mantel van gerechtigheid is dus een feestkleed.
Omhuld worden door een mantel waarbij elk Hebreeuws woord wijst op eer en glorie, is een daad van grote genade van God. Hebben Gods kinderen nu ook zo’n mantel gekregen?
Er wordt vaak verkondigd dat wij als kinderen van God nu een algemeen priesterschap hebben. Met andere woorden: alle gelovigen zijn nu priesters en priesteressen. Het onderscheid tussen priesters en het ‘gewone volk’ is weggevallen. Toch spreekt alleen Petrus over ‘een koninklijk priesterschap’ en uit de bestemming van zijn brieven blijkt dit (profetisch) te gaan over gelovigen uit Israël!
Paulus schrijft hier niet over! Hij schrijft echter wel: “U hebt zich met Christus bekleed” (Gal. 3:27) en: “… bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid” (Efe. 6:14).
Maar Christus, de Messias, is natuurlijk de gerechtigheid Zelf.
Niemand anders dan Jezus Christus zelf is onze gerechtigheid geworden.
In zijn tweede brief aan de Korintiërs schrijft Paulus in hoofdstuk 5 vers 21: Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.
Door deze uitwisseling zijn wij in Christus ‘gerechtigheid van God’ geworden. Het is duidelijk dat het volkomen onlogisch zou zijn als God Zijn eigen gerechtigheid, die Hij aan de gelovige heeft toegekend, zou veroordelen of zelfs maar in twijfel zou trekken.
Meer dan priesters mogen wij nu zijn door genade. Wij zijn met Christus bekleed! En zijn daarom bekleed met alles wat van Christus is: Zijn gerechtigheid, Zijn Genade, Zijn Vrede, Zijn blijdschap, Zijn liefde, etc. Met deze kleding zijn wij geplaatst in een nieuwe identiteit, namelijk bekleed zijn met Christus
Wij worden niet meer gezien in onze oude staat van vernedering, schaamte en schande, schuld en oneer. Wij staan in een nieuwe positie van gerechtigheid, eer en verlossing!
Ons leven hoeft dus niet meer gekenmerkt te worden door gevoelens van schuld en schaamte.
Ons domme gedrag is vergeven, en we mogen grote blijdschap en met opgeheven hoofd van dankbaarheid weer verder gaan.
Dit is wat genade met ons doet! Genade is het antwoord op schaamte. Doordat we het borstharnas van de gerechtigheid dragen, kunnen we ook niet meer aangeklaagd worden wegens schuld. Met dit harnas kun je, net als met het schild, alle pijlen van de boze doven.
Daarom kunnen we ons uitstrekken naar wie wij in Christus geworden zijn. Zo te worden gezien door God geeft een gevoel van diepe blijdschap. Wij zouden de tekst uit Jesaja 61:10 nu zo op onszelf mogen toepassen:
‘Ik ben zeer vrolijk in de HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met Christus!’
Als dat geen zegen is.
DELEN
[Sassy_Social_Share]