Psalm 91 -7-: Over El Sjaddai, God de Algenoegzame gesproken
21/04/2020

Psalm 91 -7-: Over El Sjaddai, God de Algenoegzame gesproken

Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten,
zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.

Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht,
mijn God, op Wie ik vertrouw!

Want Híj zal u redden van de strik van de vogelvanger,
van de zeer verderfelijke pest.

Hij zal u beschutten met Zijn vlerken,
onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen,
Zijn trouw is een schild en een pantser.

U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht,
voor de pijl die overdag aan komt vliegen,

voor de pest, die in het donker rondgaat,
voor het verderf dat midden op de dag verwoest.

Al zullen er duizend vallen aan uw zijde
en tienduizend aan uw rechterhand –
bij u zal het onheil niet komen.

Slechts met uw ogen zult u het aanschouwen,
u zult de vergelding aan de goddelozen zien.

Want U, HEERE, bent mijn toevlucht.
De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt.

Geen onheil zal u overkomen,
geen plaag zal uw tent naderen.

Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven
dat zij u bewaren op al uw wegen.

Zij zullen u op de handen dragen,
zodat u uw voet aan geen steen stoot.

Op de  felle leeuw en de adder zult u trappen,
u zult de jonge leeuw en de slang vertrappen.

Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden;
Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam.

Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren,
in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn,
Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken.

Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen,
Ik zal hem Mijn heil doen zien.

Psalm 91

Over El Sjaddai, God de Algenoegzame gesproken
We willen nog een keer stilstaan bij het eerste vers:

Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten,
zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.

In de voorgaande overdenkingen hebben we een paar keren stil gestaan bij het feit dat God de Allerhoogste is. Deze keer wil ik met je stil staan bij Zijn Naam: El Shaddai, wat hier vertaald wordt met de ‘Almachtige’.

De Joden vertalen het Hebreeuwse woord ‘Shaddai’ hier niet met de ‘Almachtige’, maar met de ‘Algenoegzame’.

Deze benaming van God, als El Shaddai, komen we in de Bijbel een twaalf keer tegen maar wordt door de vertalers niet gebruikt als de ‘Algenoegzame’. Het is ook niet een naam die wij in ons (kerkelijke) hedendaagse taalgebruik nauwelijks of niet gebruiken. In Reformatorische gemeenten wordt deze uitdrukking, zeker in het verleden, maar ook nu nog wel gebruikt.

Voor we verder gaan even iets technisch. Aangezien het oude Hebreeuws een medeklinkerschrift heeft, wordt van een woord alleen de medeklinkers geschreven. Afhankelijk van de gekozen klinkers, kunnen woorden daardoor verschillende betekenissen hebben.

In onze bijbel wordt אֵל שָׁדַּי "El Shadai" meestal (abusievelijk) vertaald als "God Almachtig". De belangrijkste reden hiervoor komt voort uit de mening dat het Hebreeuwse woord שָׂדַּי ShaDai verband houdt met het werkwoord לְשְׁדוד liShDoD, wat betekent "vernietigen" of "overweldigen". Het Hebreeuwse woord voor "bandiet" heeft bijvoorbeeld dezelfde stam –שׁודֵד ShoDeD.

El Shadai אֵל שָׁדַּי heeft echter een andere betekenis. Het woord שָׁד ShaD heeft een veel nauwere grammaticale connectie met ShaDai en het betekent - "borst". Bovendien, wanneer een woord eindigt op een "i" of "ai", betekent het bijna altijd "mijn". Dus, letterlijk, "El Shadai" kan heel goed "God (is) mijn Borst (en)" betekenen.

Als we dit even vasthouden en als een mogelijkheid beschouwen, kunnen we zien dat de borst een van de belangrijkste symbolen is van levensonderhoud en ouderlijke liefde die door God, de ouder, aan de mensheid, Gods kind, is doorgegeven. Dus in plaats van "God Almachtig", zou El Shadai waarschijnlijk in plaats daarvan vertaald moeten worden als "God Al-voldoende".

Het joodse volk was van oorsprong een herdersvolk en voor hen was één ding heel duidelijk: het leven van het pas uit de moeder geboren kind was volkomen afhankelijk van de moederborst. De vrouwenborst was in het oude Israël daardoor een zinnebeeld van vruchtbaarheid en van leven-geven. Voor het herdersvolk had 'el shaddai' daardoor ook de betekenis van: God als Bron van leven en overvloed.

El Shaddai komt 12 keer voor in de Bijbel. 10 in het Oude Testament en tweemaal in het Nieuwe Testament.

Het is opvallend dat de eerste drie keer dat we het woord El Shaddai in de Bijbel tegen komen, elk vers gaat over vruchtbaarheid en de naam Shaddai wordt benadrukt. El Shaddai verbonden is met vruchtbaarheid:

We lezen in Genesis 28 vers 3:

'Moge [El Shaddai] je zegenen en je vruchtbaar maken en je aantal verhogen ...'

In Genesis 35 vers 11:

‘Ik ben [El Shaddai]: wees vruchtbaar en verhoog het aantal’

En in Genesis 49 vers 25:

‘Door de [El Shaddai] die je zal zegenen met de zegeningen van de hemel hierboven, zegeningen van de diepte die eronder ligt, zegeningen van de borsten [shadayim] en van de baarmoeder [racham]’

Nog een punt om over na te denken: terwijl shaddai, borsten (de letters: Sheen, Dalet, Yood) menselijke en andere zoogdieren vertegenwoordigen, wordt de rest van Gods schepselen gevoed vanuit het veld.

Raad eens hoe we veld spellen in het Hebreeuws. Veld is ‘sa • de’ en het wordt gespeld met Sheen, Dalet en He. Bijna identiek aan het woord borst. Als je de laatste letter van elk woord neemt (het enige verschil tussen de twee), Yood en Hey, krijg je Gods bekendere naam: 'Yah.'

Tsja, God de Allerhoogste en Almachtige, maar zoals we vandaag gezien hebben ook de Algenoegzame.

Algenoegzaam heeft de betekenis van volkomen toereikend om alle behoeften te bevredigen. Vanmorgen hebben we mogen zien dat God Bron van leven en overvloed is. En dat niet alleen in het gewone dagelijkse natuurlijke onderhoud in ons verwende westen, maar vooral in geestelijk opzicht, zoals we lezen in Efeze 1:

Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus, omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde. Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, in Zichzelf, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil, tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade, die Hij ons overvloedig geschonken heeft, in alle wijsheid en bedachtzaamheid, toen Hij ons, overeenkomstig Zijn welbehagen, dat Hij in Zichzelf voorgenomen had, het geheimenis van Zijn wil bekendmaakte, om in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen te brengen, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is. In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil, opdat wij tot lof van Zijn heerlijkheid zouden zijn, wij, die al eerder onze hoop op Christus gevestigd hadden. In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam verzegeld met de Heilige Geest van de belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verlossing die ons ten deel viel.

KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN


DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב