Psalm 68 -12-:  Over volkomen zaligheid gesproken
10/02/2021

Psalm 68 -12-: Over volkomen zaligheid gesproken

Passage: Psalm

21 Die God is ons een God van volkomen zaligheid;
bij de HEERE, de Heere, zijn uitkomsten tegen de dood.

Psalm 68 -12-

Over volkomen zaligheid gesproken

Vanmorgen wil ik nog even terug komen op vers 14 waar we een aantal afleveringen terug bij stilstonden. We lezen daar:

Al lag u tussen twee rijen ovenstenen,
toch zult u schitteren als vleugels van een duif, overtrokken met zilver
en zijn veren met bewerkt groenglanzend goud.

Zoals ik toen al zei worstelde ik met de betekenis van deze woorden. Omdat dit voor mij nogal onbevredigend was heb ik Karen en Yair Strijker ik Israel gevraagd hoe zij naar dit vers keken. En ik kreeg de volgende reactie van hen terug die ik graag door wil geven:

Jouw vraag deed me meteen denken aan de zegen over Issachar in Genesis 49:14 waar we lezen over de zegen die Jacob zijn zonen meegeeft:

Issaschar is een ezel met sterke beenderen,
die tussen twee lasten ligt.
Toen hij de rust zag dat die goed was,
en het land dat het lieflijk was,
boog hij zijn schouders om te dragen
en verrichtte hij slaafse herendienst.
Dan zal over zijn volk rechtspreken,
als een van de stammen van Israël.
Dan zal een slang zijn op de weg,
een adder op het pad,
die in de hielen van het paard bijt,
zodat zijn berijder achterovervalt.
Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE!

In dit gedeelte lezen we dus over Issaschar die immers tussen twee pakken in ligt. Waarschijnlijk zit daar de Nederlandse uitdrukking: tussen de pakken neer zitten vandaan.
Die twee pakken waar hij tussen neerzit zijn de studies uit de Torah. Hij is een Bijbelgeleerde. Ik ging opzoeken wat die twee pakken zijn in het Hebreeuws en wie schetst mijn verbazing: Er wordt bedoeld dat degene net als Issachar neerligt tussen zijn Thora studies. Daarvan wordt gezegd in de commentaren dat deze je niet loslaten, dag noch nacht, vandaar dat neerliggen.

In Psalm 68:14 is het dan ook geen tegenstelling maar: wanneer gij neerligt tussen de pakken (van Torahstudies) zo wordt u als vleugels van een duif, overdekt met zilver.... Als we het zo lezen dan klopt de tekst als een bus. Er is geen verwarrende tegenstelling in dit vers maar een belofte.

Tot zover de reactie vanuit Israel. Ik weet niet wat u er van vindt, maar ik vind het een prachtige verklaring. Vandaar oom dat ik je die niet wilde onthouden.

We pakken de draad weer op in Psalm 68 vers 21:

Die God is ons een God van volkomen zaligheid;
bij de HEERE, de Heere, zijn uitkomsten tegen de dood.

Die God is voor ons een God van volkomen redding. En het is hier opnieuw dat evenals in het voorgaande vers hier in het Hebreeuws een vervoeging gebruikt wordt dat verband houdt met het woord voor Yeshua, Jezus.

De Joodse uitleggers zeggen dat zelfs als God strikt met ons handelt, is het met het doel ons te redden van een nog zwaardere straf. De man die aan armoede lijdt, moet beseffen dat de Heer hem een weg biedt om aan de dood te ontsnappen. Aangezien de bedelaar als een dode wordt beschouwd, kan deze bittere straf de plaats van de echte dood innemen en daaruit verlossing verschaffen.

Alshich wijst erop dat hoewel de goddelijke naam Hashem, Heere, dit leert dat het het werk van de Heere is, de dispenser/uitdeler van barmhartigheid is, dat hij zijn liefde tempert met de ogenschijnlijk harde lessen die verband houden met zijn naam Elohim, de uitdeler van strikte gerechtigheid.

De Joodse verklaarders zeggen. Klein leed is bedoeld om een man van grote tragedies te redden door zijn erkenning te vergemakkelijken. dat hij zijn Schepper mishaagt en door hem aan te sporen tot berouw voordat hij zelfs zwaardere overtredingen begaat tegen God.

Rasji legt de paden of uitgangen [die van het leven leiden] naar de dood. Hij opent voor hun vijanden vele dodenwegen. God heeft een enorm arsenaal aan dodelijke wapens tot zijn beschikking om onze vijanden te vernietigen. Hij sloeg de Egyptenaren met de verschillende plagen en verdronk toen de hagelstenen over de Kanaänieten. Jozua 10:11 en veroorzaakte zo'n verwarring te midden van de Filistijnse gelederen dat de soldaten elkaar doodden 1 Samuël 4:20. Deze verscheidenheid aan sterfgevallen is eindeloos. De Talmoed beweerde dat God 903 verschillende vormen van dood had geschapen.

Maar, en daar eindigt het vandaag niet mee.

Die God is ons een God van volkomen zaligheid;
bij de HEERE, de Heere, zijn uitkomsten tegen de dood.

Wat een ongelooflijk begenadigde mensen zijn wij, wanneer we de Heere God als onze Verlosser en Zaligmaker hebben leren kennen. Dan zijn we gered van, zoals de Talmoed zegt 903 vormen van dood.

En weet je wat me vandaag zo aanspreekt in dit gedeelte. Vandaag de dag, in deze tijd waarin Corona, en laten we het vandaag maar eens het C-woord noemen bijna zonder ophouden wordt genoemd en waarin ons angst voor het C-woord wordt ingeboezemd, de angst voor de dood door Cornona, we een heel ander woord met een C, namelijk Christus tegenover staat.

Die God is ons een God van volkomen zaligheid;
bij de HEERE, de Heere, zijn uitkomsten tegen de dood.

Als dat geen zegen is.

Klik hier om naar de uitzending te gaan:


Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב