Psalm 81 -1-: Over tienduizend redenen tot dankbaarheid gesproken
Feestlied en klaagzang
Voor de koorleider, op ‘De Gittith’, een psalm van Asaf.
Zing vrolijk voor God, onze kracht;
juich voor de God van Jakob.
Hef psalmgezang aan en laat de tamboerijn horen,
de lieflijke harp met de luit.
Blaas op de bazuin bij nieuwe maan,
bij volle maan, op onze feestdag.
Want dit is een verordening in Israël,
een bepaling van de God van Jakob.
Hij heeft deze ingesteld tot een getuigenis in Jozef,
nadat Hij opgetrokken was tegen het land Egypte.
Daar, zei Israël, heb ik een taal gehoord
die ik niet verstond.
Ik heb de last van zijn schouder weggenomen,
zijn handen hebben de manden losgelaten
In de benauwdheid riep u en Ik redde u,
Ik antwoordde u uit de schuilplaats van de donder;
Ik beproefde u bij het water van Meriba. Sela
Mijn volk, zei Ik, luister, en Ik zal onder u getuigen;
Israël, als u naar Mij luisterde!
Er mag onder u geen andere god zijn,
u mag zich voor geen vreemde god neerbuigen.
Ik ben de HEERE, uw God,
Die u uit het land Egypte leidde.
Doe uw mond wijd open en Ik zal hem vullen.
Maar Mijn volk heeft naar Mijn stem niet geluisterd,
Israël is tegenover Mij onwillig geweest.
Daarom gaf Ik hen over aan hun verharde hart,
zodat zij in hun eigen opvattingen voortgingen.
Och, had Mijn volk naar Mij geluisterd,
was Israël in Mijn wegen gegaan!
In korte tijd zou Ik hun vijanden onderworpen hebben
en Mijn hand gekeerd hebben tegen hun tegenstanders.
Wie de HEERE haten, zouden zich geveinsd aan Hem onderworpen hebben;
maar hún tijd zou voor eeuwig geweest zijn:
Hij zou van de beste tarwe te eten gegeven hebben,
ja, Ik zou u verzadigd hebben met honing uit de rots.
Psalm 81 -1-
Over tienduizend redenen tot dankbaarheid gesproken
Vandaag denken we na over het vervolg van psalm 48 en dat is psalm 81.
Want, zoals we eerder besproken hebben geeft de Misjna aan dat de levieten in de tempel de volgende psalmen zongen op de zeven dagen van de week: Op de eerste dag, de zondag, Psalm 24 en op de maandag Psalm 48, op de dinsdag Psalm 94, op de donderdag Psalm 81 op de vrijdag Psalm 93 en tenslotte op de laatste dag, de zevende dag, de sabbat Psalm 92.
De Misjna is een verzameling Joodse mondelinge wetten en tradities die Gods geschreven wet aanvult en interpreteert, vooral de wet van Mozes.
En dan staan we nu stil bij Psalm 81.
In de Talmoed staat dat psalm 81 geschikt is voor de vijfde dag. Op de vijfde dag van de schepping werden de vogels en de vissen geschapen die vrolijkheid naar de wereld brengen. Wanneer de mensen het grote aantal bontgekleurde vissen en vogels aanschouwen, zijn ze onder de indruk van de enorme scheppende kracht van God.
Om uiting te geven aan hun gevoelens willen zij met lofzang God prijzen. Verder lezen we daar ‘Eenieder die geboren is op de vijfde dag van de week zal een vriendelijk mens zijn, die geluk en goedheid deelt met anderen, omdat de vissen en vogels op deze dag geschapen zijn’. De 11e -eeuwse geleerde Rasji verklaart daarbij dat vissen en vogels een zorgeloos leven leiden, omdat God hen overvloedig en gemakkelijk te verkrijgen voedsel heeft gegeven.
‘Opent uwen mond; eist van Mij vrijmoedig, op Mijn trouwverbond…’. Bekende woorden, nietwaar? Misschien is dit psalmversje ook bij jou het eerste versje dat je leerde.
Wist je trouwens dat Psalm 81 in de joodse traditie van ouds de nieuwjaar psalm is? Op de eerste Tisjri, volgens de in het Oude Testament gebruikelijke telling de ‘zevende maand’ lezen zij deze Psalm.
De Psalm valt in twee gedeelten uiteen. Het eerste gedeelte (vers 2 tot en met 8) is een lofzang, waarin nadrukkelijk gesproken wordt van het feest ter ere van de nieuwe, volle maan, waarvan in de Psalm gezongen wordt.
Het tweede gedeelte (vanaf vers 9) is meer een vermanend, berispend gedeelte. Volgens het opschrift is de bekende opperzangmeester Asaf de dichter van deze Psalm. Opvallend is ook het duidelijk historische karakter. Het tweede dat opvalt, is dat de Heere Zelf spreekt door de mond van de dichter. We zien Asaf hier dus niet alleen als psalmdichter maar ook als ziener, profeet (2 Kronieken 29:30) door wie de Heere spreekt op een zeer indringende wijze.
De tempelzang nam een voorname plaats in onder Israel. Bij de joden was een soort ritmisch spreekgezang in gebruik, een soort wisselgesprek tussen het koor en de gemeente of tussen twee koren. De opperzangmeester moest aan het geheel de leiding geven. Vaak werd het samengestroomde volk bij het gezang in de tempel betrokken door het zich telkens herhalende refrein te zingen.
In Jeremia 33 lezen we een prachtige belofte van de Heere God Zelf:
Zo zegt de HEERE: In deze plaats, waarvan u zegt: Zij ligt verwoest, zodat er geen mens en geen dier meer is – in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem, die zo verwoest zijn, dat er geen mens, geen inwoner en geen dier meer in te vinden is, zal weer gehoord wordende stem van de vreugde, de stem van de blijdschap, de stem van de bruidegom en de stem van de bruid, de stem van hen die zeggen: Loof de HEERE van de legermachten, want de HEERE is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig, en de stem van hen die in het huis van de HEERE een lofoffer brengen. Ik zal namelijk een omkeer brengen in de gevangenschap van het land, zodat het weer wordt als vroeger, zegt de HEERE.
Eeuwenlang heeft Jeruzalem bij wijze van spreken verwoest gelegen en maakte zich niemand druk over Jeruzalem. Was er, zoals in de tekst staat geen mens, geen inwoner en geen dier meer te vinden. Maar wanneer we nu in Jeruzalem rond lopen is het een en al bedrijvigheid.
Ik zal nooit meer mijn eerste bezoek aan Israel en Jeruzalem vergeten. Dat is nu zo’n 12 jaar geleden. En we kwamen met ons reisgezelschap op vrijdag tegen het einde van de dag in Jeruzalem aan. Juist tegen de tijd dat de sabbat zou beginnen kwamen we aan bij de Kotel, de klaagmuur zoals wij die noemen. De plaats waar de met name orthodoxe joden op vrijdagavond zich verzamelen om hun gebeden gaan opzeggen en de sabbat gaan begroeten. Ik stond daar met een keppeltje op het plein voor de muur terwijl het volk toestroomde en hun gebeden opzegden. Maar langzamerhand ontstond er gezang hetgeen uitmondde in een voor mij onbekende en ongekende vreugde doormiddel van dans en plezier. Ik kan je vertellen dat de tranen in mijn ogen stonden en het kippenvel over mijn lichaam. Wat een ongekende vreugde ontstond er op die vrijdag om de HEERE, de God van Israel te loven en te prijzen.
De gedachten kwamen bij mij op: Hoe bestaat het dat het volk van God, terwijl het nog steeds onder de wet leeft zo’n vreugde en blijdschap kan beleven terwijl wij, die de HEERE persoonlijk kennen in Zijn verlossingswerk vaak stil op onze banken en stoelen blijven zitten en met een devoot gezicht, maar nauwelijks in staat zijn om Hem de dank en de eer te brengen die Hem zo toekomt. Wat zouden wij een vreugde en blijdschap moeten uiten uit dankbaarheid voor Hem Die ons gered heeft!
Ja, ik weet het, wij Nederlanders zijn van origine niet zo’n uitbundig volkje. En het Calvinisme van ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’ zit er diep in, Maar tegelijkertijd wordt in dit verband David nogal eens aangehaald die danste voor de ark. En de enige die hem daarvoor veroordeelde was zijn vrouw. Niet de HEERE.
Mag ik je vandaag een goede raad mee geven?
(…) spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart (Efeze 5:19).
Is iemand onder u in lijden? Laat hij bidden. Heeft iemand goede moed? Laat hij lofzingen.(Jacobus 5:13)
En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar. Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart. En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u God en de Vader dankt door Hem. (Kolossenzen 3:15-17).
Want laten we eerlijk zijn, we hebben tienduizend redenen om Hem te loven en te prijzen:
De zon komt op, maakt de morgen wakker
Mijn dag begint met een lied voor U.
Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen,
Laat mij nog zingen als de avond valt.
Loof de Heer, o mijn ziel.
O mijn ziel, prijs nu Zijn heilige Naam.
Met meer passie dan ooit,
O mijn ziel, verheerlijk Zijn heilige Naam.
Heer vol geduld toont U ons Uw liefde.
Uw Naam is groot en Uw hart is zacht.
Van al Uw goedheid wil ik blijven zingen,
Tienduizend redenen tot dankbaarheid.
En op die dag, als mijn kracht vermindert,
Mijn adem stokt en mijn einde komt,
Zal toch mijn ziel Uw loflied blijven zingen,
Tienduizend jaar en tot in eeuwigheid.
Bron: Musixmatch
Klik hier voor de muziek
KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN
DELEN
[Sassy_Social_Share]