Psalm 8 -1-:  Over de Messias gesproken
22/07/2020

Psalm 8 -1-: Over de Messias gesproken

Passage: Psalm 8

De majesteit van de HEERE

Een psalm van David, voor de koorleider, op ‘De Gittith’.

HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!
U Die Uw majesteit getoond hebt boven de hemel.

Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen
hebt U een sterk fundament gelegd, omwille van Uw tegenstanders,
om de vijand en wraakzuchtige te laten ophouden.

Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers,
de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt,

wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt,
en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?

Toch hebt U hem weinig minder gemaakt dan de engelen
en hem met eer en glorie gekroond.

U doet hem heersen over de werken van Uw handen,
U hebt alles onder zijn voeten gelegd:

schapen en runderen, die allemaal,
en ook de dieren van het veld,

de vogels in de lucht en de vissen in de zee,
al wat over de paden van de zeeën gaat.

HEERE, onze Heere,
hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!
Psalm 8 -1-
Over de Messias gesproken
In de afgelopen periode hebben we met elkaar nagedacht over Psalm 2, de eerste Messiaanse psalm zoals we dat noemen.

Als Jezus de beloofde Messias is, hoe is zijn komst dan voorzegt in het eerste testament? Welke psalmen getuigen van Hem? Het woord ‘Messias’, dat ‘gezalfde’ betekent, wordt in het eerste testament hoofdzakelijk gebruikt als aanduiding van de gezalfde koning.

Vandaag willen we met Psalm 8 een begin maken.

In het tweede testament wordt psalm in meerdere situaties aangehaald. Zo haalt Jezus aan dat God uit de mond van de kleine kinderen en zuigelingen lof heeft bereid. We lezen daarvan in Mattheus 21 vers 16 en voor het verband van de tekst lezen we even vanaf vers 12. De situatie waarin we terecht komen betreft de tempelreiniging. We gaan het lezen:

En Jezus ging de tempel van God binnen en dreef allen die in de tempel verkochten en kochten naar buiten, en keerde de tafels van de wisselaars om en de stoelen van hen die de duiven verkochten.
En Hij zei tegen hen: Er is geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden; maar u hebt er een rovershol van gemaakt.
En er kwamen blinden en kreupelen bij Hem in de tempel en Hij genas hen.
Toen de overpriesters en schriftgeleerden de wonderen zagen die Hij deed, en de kinderen die in de tempel riepen: Hosanna, de Zoon van David! namen zij Hem dat zeer kwalijk,
en zeiden tegen Hem: Hoort U wel wat deze kinderen zeggen? Jezus zei tegen hen: Ja. Hebt u nooit gelezen: Uit de mond van jonge kinderen en van zuigelingen hebt U voor Uzelf lof tot stand gebracht?
En Hij verliet hen en ging vandaar de stad uit naar Bethanië en overnachtte daar.

Hier zijn we dus aanwezig bij een flinke confrontatie van Jezus met de overpriesters en de schriftgeleerden, wij zouden zeggen met de geestelijke leiding van de kerk of gemeente. Zij die er voor doorgeleerd hadden. En juist zij nemen het de kinderen hun hosanna geroep kwalijk. Daarmee worden indirect de schriftgeleerden en overpriesters beschreven als de vijanden die het zwijgen wordt opgelegd. Op deze manier wordt door Jezus Psalm 8 op een hele concrete situatie toegepast.

Maar ook in Hebreeën 2 vers 6 tot en met 9 wordt Psalm 8 geciteerd en daarbij toegepast op Christus.  We lezen daar:

Want Hij heeft de komende wereld, waarover wij spreken, niet onderworpen aan de engelen,
maar iemand heeft ergens getuigd: [en dan volgen de woorden uit Ps. 8:5] Wat is de mens, dat U aan hem denkt, of de mensenzoon, dat U naar hem omziet?
U hebt hem voor korte tijd minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt U hem gekroond. U hebt hem gesteld over de werken van Uw handen;
alle dingen hebt U onder zijn voeten onderworpen. Want bij het onderwerpen van alle dingen aan Hem heeft Hij niets uitgezonderd wat Hem niet onderworpen is. Nu zien wij echter nog niet dat Hem alle dingen onderworpen zijn,
maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, Die voor korte tijd minder dan de engelen geworden was, vanwege het lijden van de dood, opdat Hij door de genade van God voor allen de dood zou proeven.
Zie je wel dat Paulus er geen enkele moeite meer heeft om de woorden van David in Psalm 8 zo over te brengen op de Heere Jezus? Zo gezien kan Psalm 8 dus als messiaanse psalm getypeerd worden.
De Mensenzoon, Jezus, is voor korte tijd beneden de engelen gesteld, vanwege Zijn lijden en sterven, maar daarna met heerlijkheid en eer gekroond.

Laten we het laatste vers nog eens lezen en laten de woorden eens tot in je binnenste tot je door dringen. Laten het woorden zijn die je voor het eerst leest, want het is o zo makkelijk om het Woord van God wat we al zo vaak gehoord hebben, bij wijze van spreken, als uitgesleten woorden te horen. Maar laten we nieuw voor je zijn:

Die voor korte tijd minder dan de engelen geworden was, vanwege het lijden van de dood, opdat Hij door de genade van God voor allen de dood zou proeven.

De eeuwige God, Die hemel en aarde geschapen heeft, de Schepper van het heelal, is van Zijn troon afgestapt, is minder, kleiner, nederiger geworden dan de engelen, en Hij heeft alles smaad geleden en is uiteindelijk de dood ingegaan, zodat Hij door de genade van God allen, hoor je het allen, zonder uitzondering, dus voor iedereen, dat is voor jou en voor mij, de dood zou proeven. Hij is voor alle mensen, zonder ook maar een uitzondering deze verschrikkelijke dood ingegaan. Opdat wij, jij en ik door Zijn genade het leven zouden ontvangen. Een betere ruil is niet mogelijk. Vanuit de dood die jij en ik hadden verdiend, zonder dat je er ook maar iets, of zoals de ouden vroeger wel zeiden, zonder dat er ook maar een nagelschrap van jou en mij bij noodzakelijk is het Leven met een hoofdletter, het eeuwige Leven, zullen ontvangen. Niet straks, maar nu. Als dat geen genade is. Als dat geen zegen is.

De volgende keer hopen we hier weer verder bij stil te staan.

We gaan luisteren naar lied 454, uit Opwekkking:

Zegen, aanbidding.
Kracht, overwinning.
Ere zij de eeuwige God.
Laat elke natie, elke creatie
buigen voor de eeuwige God.

Elke tong in hemel, op aard
zal uw macht belijden
Elke knie buigt neer voor uw troon, aanbiddend.
U wordt hoog verheven o God
en oneindig is uw heerschappij.
O eeuwige God.

De aarde wordt vol van uw Koninkrijk
Zing nu voor de eeuwige God
Geen andere macht is aan U gelijk
Zing nu voor de eeuwige God

KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב