Parashat VeZot HaBracha
18/10/2019

Parashat VeZot HaBracha

Spreker:
Passage: Numeri 29:26-32, 12-16, Zachacharia 14:1-21

Inleiding op parashat VeZot HaBracha, en dit is de ene zegen.

Deze sabbat in het midden van de week van het Loofhuttenfeest, noemt men een Sabbat Chol haMoed. In plaats van het laatste gedeelte uit het vijfde boek van Mozes, Deut.33:1-34:12 en Jozua 1: 1-18, bespreekt men ook wel Exod. 33:12-34: 26 en de haftarah uit Ezech. 38:1-23 -39:16. Op deze 6de dag van Soekot zijn de dagelijkse Schrift gedeelten uit Num. 29:26-32, 12-16, Zach.14:1-21. De 7de dag, de grote dag van het feest valt dan op zondag en het aansluitende en afsluitende feest van de Achtste dag, Shemini Atzereth, een sabbaton valt dan op maandag.

De Schriftgedeelten bepalen ons erbij dat JHVH, de Herder Israels is, die Zelf voor Zijn kudde en Zijn schapen zorgt door. Dat deed Hij door te voorzien in goede herders zoals Mozes en Aaron en Zelf met hen mee te gaan. Mozes leidde tegelijkertijd Jozua op zodat deze in zijn voetsporen verder kon gaan.

David is een herder naar Gods hart, zodat Hij hem tot Koning over Israel kan aanstellen. David bereid zijn zoon Salomo voor op die verantwoordelijkheid. Israel kent ook perioden dat zij zonder (goede) herders hun weg moeten vinden, zodat een ieder doet wat recht is in eigen ogen. Wanneer Jeshoea op het toegestroomde volk ziet dan smart het Hem dat zij als schapen waren zonder herder en met ontferming bewogen gaat Hij hen vele dingen onderwijzen en leren. Jeshoea bereid Zijn leerlingen, de discipelen voor om deze taak voort te zetten.

Petrus krijgt in het begin meer in het bijzonder die verantwoordelijkheid. Bij hun afscheid geeft de opperherder Hem tot drie maal toe mee: “Weidt Mijn lammeren.” “Hoed Mijn schapen.” En “Weid Mijn schapen.” Vergeet het niet het zijn Zijn schapen, het is Zijn kudde. Petrus op zijn beurt geeft al deze lessen door aan de volgende generatie herders met de uitdrukkelijke vermaning.

Je zult eens rekenschap hebben af te leggen aan de Opperherder 1 Petr.5: 1-4, over al die zielen die dwalende waren als schapen, maar zich hebben bekeerd tot de herder en hoeder van hun ziel, 1 Petr.2:25. Leidt hen door je voorbeeld zodat zij je geloofswandel kunnen navolgen.

 


Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב