We lezen:
Torah: Exodus 1:1 - 6:1
Haftarah:  Jesaja 27:6 - 28:13 en 29:22 en 23.
Apostolische geschriften: 1 Korinthiën 14:13 – 25.

Betekenis: Er komt een verlosser

Israël is in Egypte en is daar uitgegroeid tot een groot en machtig volk. Dit heeft de latere heerser van Egypte, de farao angst in geboezemd. Hij heeft besloten om Israël tot een volk van slaven te maken. Hij stelt een rigoreuze geboortebeperking in: alle pasgeboren jongetjes moeten worden gedood. Zo wil hij uiteindelijk het volk vernietigen: het eerste bekende geval van anti-semitische genocide. Maar het lukt niet. Daarentegen wordt het volk alsmaar groter en groter. Omdat de vroedvrouwen niet willen meewerken moeten alle pasgeboren jongetjes in de Nijl geworpen worden.

Er wordt een jongetje geboren dat door zijn moeder niet in de Nijl wordt geworpen, maar in een biezen mandje in de oever van de Nijl wordt gezet. Het kind wordt gevonden door de dochter van de farao en door haar geadopteerd. Hij krijgt de naam Mosjé. Het kind groeit op aan het hof van de farao. Maar als het een volwassen man is trekt hij naar zijn volk: Israël. Hij slaat een Egyptische opzichter dood. Maar de Israëlieten wijzen hem af en Mosjé vlucht. Hij trouwt met een Midjanitische vrouw en verblijft veertig jaar als herder in de woestijn. Daar heeft hij een bijzondere ontmoeting met de Eeuwige, die hem de opdracht geeft om het volk Israël uit de slavernij van Egypte te bevrijden.

Luister je weer mee vanavond?

Uitzendingen: Elke vrijdag 21:00 uur (herhaling op zaterdag 10.00 uur en 19.00 uur, en zondag 19.00 uur).

Shabbat Shalom!

Presentator: Kees Duijzer

Handout

Handout Sjemot