Over schapen gesproken -2-
15/07/2021

Over schapen gesproken -2-

Klik hieronder om naa de uitzending te luisteren:


Donderdag 15 juli

Psalm 95 vers 1 tot en met 7a
Loof de HEERE en wees Hem gehoorzaam

Kom, laten wij vrolijk zingen voor de HEERE,
laten wij juichen voor de rots van ons heil.

Laten wij Zijn aangezicht tegemoet gaan met een loflied,
laten wij voor Hem juichen met psalmen.

Want de HEERE is een groot G’d,
ja, een groot Koning boven alle G’den.

In Zijn hand zijn de diepste plaatsen van de aarde
en de toppen van de bergen zijn van Hem.

Van Hem is ook de zee, want Híj heeft haar gemaakt,
Zijn handen hebben het droge gevormd.

Kom, laten wij ons neerbuigen en neerbukken,
laten wij knielen voor de HEERE, Die ons gemaakt heeft.

Want Hij is onze G’d
en wij zijn het volk van Zijn weide
en de schapen van Zijn hand.

Over schapen gesproken -2-
Vandaag denken we verder na over hrt laatste vers dat we zojuist gelezen hebben:
Want Hij is onze G’d
en wij zijn het volk van Zijn weide
en de schapen van Zijn hand.

En inderdaad: De Messias zal Herder/Koning zijn over heel het volk, alle twaalf stammen.

Deze twaalf stammen had de Heere Jezus/Jeshua op het oog, toen Hij zei: “Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder” (Joh. 10:16).

Het woord dat de Heere Jezus hier voor ‘andere’ gebruikt, betekent ‘andere van dezelfde soort’. De andere schapen zijn dan: ‘niet van deze stal’ (de twee stammen) maar wel van dezelfde soort (G’ds volk), dus: de tien stammen.

De Heere Jezus openbaart Zich als de goede Herder (i.t.t. tot de verkeerde herders van Ezechiël 34:1-10) aan de twee stammen, Juda en Benjamin, het Israël dat uit de Babylonische ballingschap was teruggekeerd.

De tien stammen die over de aarde zijn verstrooid door de Assyrische ballingschap zijn nog niet teruggekeerd naar het land. G’d zal uiteindelijk in de wederkomst (Gr. ‘parousia’ = de toekomstige aanwezigheid van de Messias op aarde) de gelovigen uit de twee en de tien stammen samenbrengen en maken tot één kudde, één volk.

Zoals Ezechiël 37 profeteert over de toekomstige hereniging van Israël en Juda met het beeld van twee stukken hout, die aan elkaar moeten worden gevoegd tot één geheel (vs. 15-23) waar we lezen:
Het woord van de HEERE kwam tot mij, Ezechiel. En let tijdens het lezen er eens op de Heere G’d een vast voornemen heeft en dat ook ten uitvoer zal brengen, wanneer hij telkens de woorden ‘ik zal’ herhaald. Er is geen twijfel over mogelijk Hij zal dit voornemen uitvoeren. We lezen:

En u, mensenkind, neem een stuk hout voor uzelf en schrijf daarop: Voor Juda, en voor de Israëlieten, zijn metgezellen. Neem dan een ander stuk hout en schrijf daarop: Voor Jozef, het stuk hout van Efraïm, en van heel het huis van Israël, zijn metgezellen.

Breng ze dan bij elkaar, het ene bij het andere, tot één stuk hout, zodat ze in uw hand één worden.

Als dan uw volksgenoten tegen u zeggen: Wilt u ons niet vertellen wat deze dingen voor u betekenen?

Spreek dan tot hen: Zo zegt de Heere HEERE, JHWH: Zie, Ik zal het stuk hout van Jozef nemen, dat zich in de hand van Efraïm bevindt, en van de stammen van Israël, zijn metgezellen, en Ik zal het bij het stuk hout van Juda voegen, en Ik zal ze tot één stuk hout maken. Ze zullen in Mijn hand één worden.

Die stukken hout, die u beschreven hebt, moeten voor hun ogen in uw hand zijn.

En spreek tot hen: Zo zegt de Heere HEERE JHWH: Zie, Ik ga de Israëlieten nemen uit de heidenvolken waarheen zij gegaan zijn. Ik zal hen van rondom bijeenbrengen en hen naar hun land brengen.

Ik zal hen tot één volk maken in het land, op de bergen van Israël. Zij zullen allen één Koning als koning hebben. Zij zullen niet langer als twee volken zijn, en niet langer nog in twee koninkrijken verdeeld zijn.

Dan zullen zij zich niet meer verontreinigen met hun stinkG’den en met hun afschuwelijke afG’den en met al hun overtredingen. Ik zal hen verlossen in al hun woongebieden, waar zij gezondigd hebben, en Ik zal hen reinigen. Dan zullen zij een volk voor Mij zijn en Ík zal een G’d voor hen zijn.

En laten we slotwoorden van  Ezechiël 37, de verzen 23-28. Eens lezen want deze profetie sluit nauw aan bij Psalm 95, en let weer eens op de stellingheid waarmee de profetie wordt uitgesproken

En Mijn Knecht David ZAL Koning over hen zijn. Voor hen allen ZAL er één Herder zijn. Zij ZULLEN in Mijn bepalingen wandelen en Mijn verordeningen in acht nemen en die houden.
Zij ZULLEN wonen in het land dat Ik aan Mijn knecht, aan Jakob, gegeven heb, waarin uw vaderen gewoond hebben. Zij ZULLEN daarin wonen, zij met hun kinderen en hun kleinkinderen, tot in eeuwigheid, en Mijn Knecht David zal tot in eeuwigheid hun Vorst zijn

En ik zag er dan maar bij: En dat in weerwil van alle resoluties die de Verenigde Naties tegenwoordig allemaal ten nadele van Israel nemen. Echt, Hij, de Vorst van Israel, lacht er om. We lezen verder:

Ik zal met hen een verbond van vrede sluiten. Het zal een eeuwig verbond met hen zijn, Ik zal hun een plaats geven en hen talrijk maken, en Ik zal Mijn heiligdom in hun midden zetten tot in eeuwigheid.

Mijn tabernakel zal bij hen zijn, Ik zal een G’d voor hen zijn en zíj zullen een volk voor Mij zijn.

Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, Die Israël heiligt, wanneer Mijn heiligdom voor eeuwig in hun midden zal zijn.

Als dat geen zegen is.

Ik moet denken aan het lied van Sarah Liberman, zij is een Messiaaanse aanbiddingsleider en zingt over de kracht van het bloed.

https://www.youtube.com/watch?v=eOYJr6lF_Bc DELEN

Delen
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב