Over Jacob en Ezau gesproken
22/04/2021

Over Jacob en Ezau gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Vandaag wil ik met u nadenken over het verhaal van de tweelingbroers, Jakob en Ezau. En we lezen daarvan in Romeinen 9 vers 10 tot en met 13:

Want toen de kinderen nog niet geboren waren, en niets goeds of kwaads gedaan hadden – opdat het voornemen van God, dat overeenkomstig de verkiezing is, stand zou houden, niet uit de werken, maar uit Hem die roept – werd tot haar (Rebekka) gezegd: De meerdere (Ezau) zal de mindere (Jakob) dienen. Zoals geschreven staat: Jakob heb Ik liefgehad en Ezau heb Ik gehaat.

Dat is opmerkelijk. Ze waren tweelingbroers, maar God zei dat Hij van Jakob hield, terwijl Hij Ezau haatte. Heb jij dit ook altijd al zo’n lastige tekst in de Bijbel gevonden. Zou God werkelijk voor dat Ezau geboren was hem, Ezua, nota bene zijn Eigen schepping gehaat hebben zoals sommige leringen ons proberen te vertellen. Vooral in de leer van de uitverkiezing?

Ik geef je het volgende ter overweging Deze tekst gaat niet over de verkiezing tot zaligheid, maar over de verkiezing van Israël. God had Jakob uitverkoren als voorvader van het volk Israël. Het eerstgeboorterecht ging naar Jakob, terwijl Ezau de oudste was.

In deze Bijbeltekst wordt niet bedoeld dat God Ezau heeft gehaat, maar de betekenis van haten is hier: op de tweede plaats stellen. God stelde Ezau op de tweede plaats, na Jakob. Dezelfde betekenis van het woord'” haten” zien we in het volgende Bijbelvers:

Lukas 14:26 Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen, en broeders, en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn.

Jezus, Yeshua,  bedoelt in dit Bijbelvers vanzelfsprekend niet dat u uzelf en uw familie moet haten, maar dat Hij de Belangrijkste moet zijn in uw, jouw en mijn  leven en dat onze familie op de tweede plaats komen.

Ook in Maleáchi staat dat God Jakob heeft liefgehad en Ezau gehaat:

Maleáchi 1:2b,3a: Nochtans heb Ik Jakob liefgehad en Ezau heb Ik gehaat.

Maar let er wel op dat zegt God echter pas ruim 1400 jaar nadat Ezau geleefd heeft en niet voordat Ezau geboren werd. Ezau was onverschillig en hij vond aardse dingen belangrijker dan Gods zegen. Hij verachtte zijn eerstgeboorterecht en verkocht dit voor een pannetje linzensoep.

Ook nam hij heidense vrouwen die zijn ouders verdriet deden. De nakomelingen van Ezau (de Edomieten) waren en zijn ook vandaag, anno 2021, nog grote vijanden van het volk Israël en zij wilden en willen oom anno 2021, het volk Israël zelfs vernietigen.

In het boek Maleáchi kijkt God terug op al het kwaad dat Ezau en zijn nakomelingen gedaan hadden en Hij is hier vertoornd over. Daarom zegt Hij: “Ezau heb Ik gehaat.”

Beide Bijbelteksten gaan echter niet over de eeuwige bestemming van Jakob en Ezau. Er staat niet dat God Ezau heeft verworpen van voor de grondlegging der wereld, zodat hij voorbestemd was om voor eeuwig verloren te gaan.

Wat zag God in Jakob dat Hem aansprak?
2. Wat zag God in Ezau dat Hij afkeurde?

Dus waarom hield God van Jakob, maar haatte Hij Ezau?

In de Bijbel staan hun karakters beschreven. Ezau was sterk, energiek, mannelijk, een jager. Hij was de favoriet van zijn vader. En hoe zit het met Jakob? Hij was creatief, doelgericht en een opportunist. Hij verkreeg het eerstgeboorterecht van Ezau voor een kop soep. Als er ooit een koopje was, dan was dit het wel! Vervolgens bedroog hij zijn vader om op die manier de zegen te kunnen ontvangen, en later verdiende hij een fortuin ten koste van Laban, die niet alleen zijn oom was, maar ook zijn schoonvader. In geen honderd jaar zou iemand Jakob beschrijven als een ‘aardige kerel’. De meeste mensen zouden Ezau verkiezen boven Jakob, behalve zijn moeder en God.

Waarom gaf God de voorkeur aan Jakob? Ik reik je een basisreden aan, die volgens mij de sleutel is tot alles: Jakob stelde prijs op wat God te geven had, terwijl Ezau er onverschillig over was. In Hebreeën 12:15-17 zien we hoe God over onverschilligheid denkt. Zijn mening hierover verschilt enorm met die van de meeste christenen. De schrijver van Hebreeën schrijft over Ezau’s gedrag:

Zie erop toe dat niemand achteropraakt in de genade van God, en dat er geen enkele wortel van bitterheid opschiet en onrust veroorzaakt zodat daardoor velen bezoedeld worden.

Laat niemand een ontuchtpleger zijn of een onheilige, zoals Ezau, die voor één enkele maaltijd zijn eerstgeboorterecht verkocht.

Want u weet dat hij ook daarna, toen hij de zegen wilde erven, verworpen werd, want hij vond geen plaats van berouw, hoewel hij de zegen vurig en met tranen zocht.

Ezau wordt omschreven als ‘onverschillig’ en staat in hetzelfde rijtje als hoereerders. Naar Gods normen is onverschilligheid ten opzichte van wat Hij wil geven ‘goddeloos’. Vader haat dat.

Als je het beste wilt van God, dan moet je je hart erop zetten om ook echt het beste te willen van God, en geen genoegen nemen met minder. Wees niet onverschillig!

Vader, wilt U ons vergeven als wij onverschillig zijn geweest en genoegen heb genomen met minder dan alles wat U te geven hebt. Wilt U ons leren om Uw beloften altijd voor ogen te houden en daaruit te leven. Wij doen vandaag ook voorbede voor Uw volk Israël, dat feitelijk de eerste ‘rechthebbende’ is op de heerlijke beloften van Uw Woord… Zegen ook hen met het volle zicht op Uw verbondhoudende trouw!

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב