Over het Levende Water gesproken -7-
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Johannes 7
De prediking van Jezus op het Loofhuttenfeest
33 Jezus dan zei tegen hen: Nog een korte tijd ben Ik bij u en dan ga Ik heen naar Hem Die Mij gezonden heeft.
34 U zult Mij zoeken maar niet vinden, en waar Ik ben, kunt u niet komen.
35 De Joden dan zeiden tegen elkaar: Waar zal Hij naartoe gaan, dat wij Hem niet zullen vinden? Hij zal toch niet naar de Grieken in de verstrooiing gaan en de Grieken onderwijzen?
36 Wat is dit voor een woord dat Hij gezegd heeft: U zult Mij zoeken maar niet vinden; en waar Ik ben, kunt u niet komen?
37 En op laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.
38 Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste Letterlijk: buik. vloeien.
39 En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.
40 Velen dan uit de menigte die dit woord hoorden, zeiden:
Híj is werkelijk de Profeet.
Over het Levende Water gesproken -7-
Naar aanleiding van Psalm 104, waar in verschillende verzen gesproken wordt over het water, denken we al een paar afleveringen na over het Levende Water waar Jezus / Jeshua over spreekt in onder andere Johannes 7.
De voorgaande keer hebben we met elkaar stil gestaan bij de twee stromen van het Levendmakende water die binnenkort uit de Tempel zullen stromen, naar het oosten, maar de nu nog Dode Zee en naar de achterste zee, de Middellandse zee.
Jezus doet namelijk de uitspraak op laatste, de grote dag van het feest: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste Letterlijk: buik. vloeien.
De apostel Johannes die deze woorden pas later opschreeft geeft daar ook zijn commentaar op, want we lezen: En dit zei Hij, dat is Jezus / Jeshua over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.
De woorden die Jezus dus uitsprak over het Levende Water sprak Hij aangaande of over de Geest dus. We lezen daarvan bijvoorbeeld ook in Jesaja 44:
Maar nu, luister, Jakob, Mijn dienaar,
Israël, die Ik verkozen heb!
Zo zegt de HEERE, uw Maker
en uw Formeerder van de moederschoot af, Die u helpt:
Wees niet bevreesd, Mijn dienaar Jakob,
Jesjurun, die Ik verkozen heb.
Want Ik zal water gieten op het dorstige
en stromen op het droge.
Ik zal Mijn Geest op uw nageslacht gieten
en Mijn zegen op uw nakomelingen.
Zij zullen opkomen tussen het gras,
als wilgen aan de waterstromen.
De een zal zeggen: Ik ben van de HEERE,
een ander zal zich noemen met de naam Jakob,
weer een ander zal met zijn hand schrijven: Van de HEERE,
en de erenaam Israël aannemen.
Jesaja 35 spreekt er weer in andere bewoordingen over: De woestijn en de dorre plaatsen zullen vrolijk zijn, de wildernis zal zich verheugen en in bloei staan als een roos.
En we zien daar nu in Israel al voorbeelden van, dat door allerlei intelligentie en irrigatie de woestijn bloeit als een roos. Maar binnenkort zal de HEERE Zelf er zorg voor dragen dat door middel van het Levendmakende Water letterlijk vanuit de Tempel het land zal irrigeren en het land tot volle bloei zal komen.
In Jesaja 55 lezen we namelijk dart het door regen uit de hemel zal plaatsvinden. Luister maar:
Want zoals de regen en de sneeuw van de hemel neerdaalt en daarheen niet weerkeert, maar doorvochtigt eerst de aarde en maakt haar vruchtbaar en doet haar uitspruiten en geeft zaad aan de zaaier en brood aan de eter, alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend. Want in vreugde zult gij uittrekken en in vrede geleid worden; de bergen en de heuvelen zullen voor u uitbreken in gejuich en alle bomen des velds zullen in de handen klappen. Voor een doornstruik zal een cypres opschieten, voor een distel zal een mirt opschieten, en het zal de HERE zijn tot een naam, tot een eeuwig teken, dat niet uitgeroeid zal worden.
Het komt dus van Bovenaf. Alle zegen komt van Bovenaf. Het is genade en geen vrucht van eigen werk. Want we lazen:
Want Ik zal water gieten op het dorstige
en stromen op het droge.
Ik zal Mijn Geest op uw nageslacht gieten
en Mijn zegen op uw nakomelingen.
Even voor alle duidelijkheid: Het gaat hier specifiek over Israel. Maar, en dat moeten we niet vergeten, dat Israel tot een kanaal van zegen zal zijn voor de volkeren.
Wanneer er dan staat in Johannes 7: 39 En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was, dan begrijp je ook waarom dat de woorden die Jezus uitriep over het Tempelplein nog niet begrepen kon worden, want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.
Het had dus betrekking op dingen die nog moesten gebeuren. Het zijn dus profedtische woorden die Jezus / Jeshua spreekt. Want even daarvoor, in Johannes 6, lezen de woorden van Hemzelf: De Geest is het Die levend maakt. En Hij zegt er nog iets bij: het vlees heeft geen enkel nut. De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven.
Als het gaat over het vlees, datgene wat de mens doet en kan met al zijn intellect, dan kunnen we een ding niet en dat is leven maken. Het intellect van de mens houdt op bij de dood. Meer kan hij niet. Dat is ons plafond. Dat is de muur waar we tegenaan lopen. Dan kunnen we niets mee. Met al onze kunde, met al onze kennis, loopt het hier op uit: Het vlees doet geen nut. Als je overleden bent, wanneer je dood bent, ja van Wie ben je dan afhankelijk. Nou, niet meer van een mens. Het is namelijk de Geest van God, die Leven maakt, want Geest is namelijk leven. Als je de Geest krijgt, dan kom je tot leven, lees Genesis 1 en 2 maar eens en wanneer je de geest geeft, ja dan overlijd je.
Maar dan zegt Jezus er iets bij in Johannes 6: De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven. Hier worden de beide begrippen dus in een adem genoemd: Geest en Leven. Want Geest is Leven.
Jezus / Jeshua spreekt hier over het Woord. Luister maar: De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven. De woorden die Hij dus spreekt, zijn Geest en zijn Leven. Het gaat dus om het Woord, want zij brengen Leven voort.
Als dat geen zegen is.
De woestijn zal bloeien als een roos
En de steppe zal jubelen en juichen
Want het levend water van Gods Geest
Maakt dorstig land tot waterbronnen.
Sta op, Sion en juich,
Want de Here heeft u verlost;
Want de lamme zal springen als een hert
En de stomme zal jubelen en juichen.
DELEN
[Sassy_Social_Share]