Over het dilemma van een wrekende God gesproken -1-
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Psalm 94
De HEERE is een veilige vesting
O God van alle wraak, HEERE,
God van alle wraak, verschijn blinkend!
Rechter van de aarde, verhef U,
vergeld de hoogmoedigen naar wat zij verdienen.
Hoelang zullen de goddelozen, HEERE,
hoelang zullen de goddelozen van vreugde opspringen,
hun mond doen overvloeien, hooghartige taal spreken?
Hoelang zullen allen die onrecht bedrijven, zich beroemen?
HEERE, zij verbrijzelen Uw volk,
zij verdrukken Uw eigendom.
De weduwe en de vreemdeling doden zij;
zij vermoorden de wezen
en zeggen: De HEERE ziet het niet,
de God van Jakob merkt het niet.
Let op, onverstandigen onder het volk;
dwazen, wanneer zult u verstandig worden?
Zou Hij Die het oor plant, niet horen?
Zou Hij Die het oog vormt, niet zien?
Zou Hij Die de heidenvolken bestraft, niet straffen,
Hij Die de mens kennis bijbrengt?
De HEERE kent de gedachten van de mens:
vluchtig zijn ze.
Welzalig de man die U bestraft, HEERE,
en die U onderwijst uit Uw wet.
Zo geeft U hem rust voor dagen van onheil,
totdat de kuil voor de goddeloze gegraven wordt.
Want de HEERE zal Zijn volk niet in de steek laten,
Hij zal Zijn eigendom niet verlaten.
Want het oordeel zal weer rechtvaardig zijn,
alle oprechten van hart zullen ermee instemmen.
Wie zal voor mij opkomen tegen de kwaaddoeners?
Wie zal zich voor mij opstellen tegen wie onrecht bedrijven?
Als de HEERE niet mijn Helper was geweest,
had mijn ziel bijna in de stilte gewoond.
Toen ik zei: Mijn voet wankelt,
ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE.
Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden,
verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel.
Zou de zetel van het verderf een verbintenis met U aangaan,
die onheil sticht bij verordening?
Zij spannen samen tegen de ziel van de rechtvaardige,
onschuldig bloed verklaren zij schuldig.
Maar de HEERE is mij een veilige vesting geweest,
mijn God is mij tot een rots, mijn toevlucht.
Hij zal hun onrecht op hen doen terugkeren,
Hij zal hen in hun slechtheid ombrengen,
de HEERE, onze God, zal hen ombrengen.
Over het dilemma van een wrekende God gesproken -1-
Ik moet je eerlijk bekennen dat toen ik mij voorgenomen had psalm 90 tot en met 99 die bij elkaar horen te gaan overdenken ik me niet gerealiseerd had dat ook deze Psalm in deze serie valt.
Want laat ik maar eerlijk zijn. Psalm 94 valt mij, veel bijbellezers en ook bijbelverklaarders denk ik nogal rauw op het dak. We spreken liever over een liefhebbende G’d en over Zijn genade, zijn trouw, zijn goedertierenheid en we kunnen maar moeilijk horen over een God die wreekt. En laten we mar eerlijk zijn, met een preek over een wrekende G’d trek je tegenwoordig geen volle zaken en kerken. Is dit mogelijk de oorzaak dat er maar weinig verklaringen over deze Psalm te vinden zijn?
Maar we moeten toch recht doen aan het woord van God en bij wijze van spreken toch met twee woorden spreken, want God is een G’d van liefde, helemaal waar, maar G’d is ook een G’d van wraak. Maar de vraag is of deze twee eigenschappen elkaar uitsluiten of misschien wel insluiten. Laten we eens kijken.
G’d, El staat hier in het Hebreeuws, wordt daar aangesproken met ‘God van wraak’, ‘God van vergelding’.
En vergelding worden vaak gezien als een harde en primitieve reactie, niet passend bij een God van liefde. Daarover is al veel gezegd en geschreven. In feite hebben we hier te maken met het probleem van goed en kwaad. Was het maar zo dat er alleen maar goed bestond!
Maar het bestaan van slechtheid naast het goede is een realiteit die zich in alle hardheid aandient als je het moet ondergaan of wanneer je het ziet plaatsvinden
Dan dringen zich gedachten op die om een plaats vragen. Dat geldt ook, of misschien wel juist als je G’d kent, en niet in de laatste plaats bij de schrijvers van de psalmen psalmschrijvers. En vanzelfsprekend kiezen we lieve voor liefde dan voor wraak.
En het is geweldig dat we mogen weten dat het goede het kwade overwint, dat daar waar wraak weer wraak oproept, liefde en vergeving vaak genezend werken.
Toch is dat niet altijd de keus; de werkelijkheid is vaak veel moeilijker. In plaats van hen die verschrikkelijk lijden meemaken moraliserend voor te schrijven hoe je vanuit het Woord van G’d zou moeten reageren met woorden als ‘Je vijand de andere wang toesteken om ook die te slaan, is het misschien wel beter dat lijden serieus te nemen en degene die werkelijk lijdt te begrijpen.
Veel mensen, waaronder christenen maken de tweedeling dat het Eerste Testament vooral spreekt over een G’d van wraak en oorlog en wreedheid en het Tweede Testament over een G’d van genade, liefde en vergeving.
Maar is dat wel zo. Daar wil ik vanmorgen en de komende dagen eens wat langer stil staan.
Afsluitend wil ik vanmorgen eindigen met de Apostel Paulus die bij uitstek de boodschapper van de oneindige grootheid van G’ds genade boodschap is, wat hij schrijft in 2 Thessalonicenzen 1:
Wij moeten God altijd voor u danken, broeders, zoals het behoort, omdat uw geloof buitengewoon sterk groeit en de liefde van ieder van u allen tot elkaar steeds toeneemt,
zodat wij zelf over u roemen in de gemeenten van God vanwege uw volharding en geloof in al uw vervolgingen en in de verdrukkingen die u verdraagt een teken van Gods rechtvaardig oordeel dat u het Koninkrijk van God waardig geacht wordt, waarvoor u ook lijdt.
Het is immers rechtvaardig van God verdrukking te vergelden aan hen die u verdrukken,
en aan u die verdrukt wordt, samen met ons verlichting te geven bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht,
wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn.
Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht
wanneer Hij zal gekomen zijn om op die dag verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven (want bij u vond ons getuigenis geloof).
Daarom bidden wij ook altijd voor u dat onze God u de roeping waard acht en Hij al het welbehagen van Zijn goedheid en het werk van het geloof met kracht volbrengt,
opdat de Naam van onze Heere Jezus Christus in u verheerlijkt wordt, en u in Hem, overeenkomstig de genade van onze God en van de Heere Jezus Christus.
Als dat geen zegen is.
DELEN
[Sassy_Social_Share]