Over Godsdienst gesproken -3-
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Zing voor de HEERE een nieuw lied,
zing voor de HEERE, heel de aarde.
Zing voor de HEERE, loof Zijn Naam,
breng de boodschap van Zijn heil van dag tot dag.
3Vertel onder de heidenvolken van Zijn eer,
onder alle volken van Zijn wonderen.
4Want de HEERE is groot en zeer te prijzen,
Hij is ontzagwekkend boven alle goden.
5Want al de goden van de volken zijn afgoden,
maar de HEERE heeft de hemel gemaakt.
6Majesteit en glorie zijn voor Zijn aangezicht,
macht en luister in Zijn heiligdom.
7Geef de HEERE, geslachten van de volken,
geef de HEERE eer en macht.
8Geef de HEERE de eer van Zijn Naam,
breng offers en kom in Zijn voorhoven.
Over Godsdienst gesproken -3-
Vandaag wil ik nog een keer stilstaan bij het laatst gelezen vers:
Geef de HEERE de eer van Zijn Naam, breng offers en kom in Zijn voorhoven.
De voorgaande uitzendingen was dit vers uit psalm 96 aanleiding om na te denken over wat de apostel Paulus schrijft in Romeinen 12, waarvan we gisteren gelet hebben op wat hij schrijf in het eerste vers om ons lichaam te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk, dat is uw redelijke Godsdienst.
Vandaag wil ik met u nadenken over vers 2 van dit hoofdstuk wat eveneens over het offer spreekt:
We lezen in Romeinen 12:
Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.
En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid (NBG: uw denken) om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
Waar ik aan moet denken is dat wij als gelovigen anno 2021 denken dat de witte bladzijde tussen het eerste en het tweede testament een soort van scheiding tussen twee werelden brengt. Onder andere tussen de het gedeelte dat spreekt over de wet in het eerste testament en de bediening van de genade in het tweede testament. Maar de schrift, de bijbel is een geheel van kaft tot kaft en is het doorgaande verhaal van de Eeuwige waarin Hij Zich openbaart. De Schrift is een geheel. Wanneer ik voor mijzelf spreek vind ik dat ongemerkt, dus niet bewust nog wel eens lastig.
God is met Zijn volk Israel zijn weg gegaan in het eerste testament en de gelovigen uit de volkeren zijn er in het tweede testament, als ik het zo eens een keer mag zeggen aangehaakt., er bij gekomen.
We lezen in 1 Korinthe 10: En deze dingen alle zijn hun overkomen tot voorbeelden, en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn.
Waarom ik dit zo zeg is omdat ook in de Thora de strekking vinden van de woorden uit Romeinen 12 vers 2, om niet aan de wereld gelijkvormig te worden en ons denken te veranderen. Er is wat dat betreft dus niets nieuws onder de zon. Een paar voorbeelden daarvan vinden we in:
Exodus 23:2
Gij zult een menigte niet volgen om kwaad te doen ; noch zult gij spreken in een reden om af te wijzen na velen om het oordeel te ontworstelen:
Leviticus 18:29,30
Want wie een van deze gruwelen begaat, zelfs de zielen die ze begaan , zullen uit het midden van hun volk worden uitgeroeid…
Deuteronomium 18:9-14
Wanneer u komt in het land dat de HEERE, uw God, u geeft, zult u niet leren te doen naar de gruwelen van die volken…
Zie je wel, de schrift, Gods woord is een eenheid en spreekt zichzelf niet tegen.
Even terug naar Romeinen 12 vers 2:
En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid (NBG: uw denken) om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
En word niet aan deze wereld gelijkvormig: wereld gelijkvormigheid, voor mij een begrip waarin in de kerk waar ik uit kom veel, heel veel gesproken werd. En ik weet niet hoe het nu is, maar in mij jonge jaren, in de jaren 60 en zeventig voor de voorgaande eeuw, ging het dan vaak over de haardracht en de lengte van de rok. Voor de jongens en mannen betekende dat geen lang haar dragen, maar naar de kapper, en voor de meisjes en vrouwen betekende dat juist weer, niet naar de kapper gaan en je haar lang laten groeien.
Nu realiseer ik me dat het, wanneer het ging over wereldgelijkvormigheid ging, over het uiterlijk ging. En misschien konden we daar nog wel tegenstand aan bieden, maar in Romeinen 12 gaat het niet over het uiterlijk, maar juist over het innerlijk: Verandering van ons denken, en dat gaat een spa dieper zeiden de ouderen vroeger.
En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid (NBG: uw denken).
In het Grieks wordt voor het woord gelijkvormigheid een woord gebruikt dat een afgeleide is van het woord ‘schema’. Op dezelfde manier, dat wil zeggen conform hetzelfde patroon. We worden dus opgeroepen niet te leven volgens hetzelfde schema, hetzelfde patroon van de wereld om ons heen.
Maar U geheel anders: gij hebt Christus leren kennen, zegt Paulus tegen de inwoners van de wereldstad destijds, in Efeze.
Laten we maar eerlijk zijn vanmorgen, wij christenen van deze eeuw denken het redelijk voor elkaar te hebben. Maar tegelijkertijd denk ik, en ik ben niet bepaald een zedenprediker, en laat ik maar eerst bij mijzelf beginnen, wat onderscheidt ons van de wereld om ons heen.
Als ik soms de christelijke forums op Facebook lees, dan schaam ik me de ogen uit het hoofd hoe christenen elkaar op een ongelooflijke manier de oren wassen in plaats van de voeten. Wt onderscheidt ons? Waar vullen wij ons leven, dat maar zo kort is mee? Met dingen van de wereld: Carrière, groot huis, vakanties, en o ja het gouden kalf van deze tijd: Wie heeft de grootste auto, de mooiste kerk en het grootste orgel of de beste band
Paulus gebruikt in zijn briefje aan de Korinthen het voorbeeld uit het eerste testament om de gemeente duidelijk te maken wat de wil van God is op dit punt:
Uw roem is niet goed. Weet u niet dat een klein beetje zuurdeeg het hele deeg doorzuurt?
Verwijder dan het oude zuurdeeg, opdat u een nieuw deeg zult zijn. U bent immers ongezuurd, want ook ons Paaslam Letterlijk: Pascha. is voor ons geslacht: Christus, de Messias.
Laten wij dus feestvieren, niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en boosaardigheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid.
Als dat geen zegen is.
Maak mij rein voor U
Als gelouterd goud,
En zuiver zilver.
Laat mij zijn voor U
Als gelouterd goud;
Puur goud.
Dwars door het vuur
Maakt U mij rein en puur.
Ik strek mij uit, Jezus,
Naar meer van uw Geest
En uw heiligheid.
Ja, ik besluit, Jezus,
Een dienstknecht te zijn
Van U, mijn Meester,
Steeds tot uw wil bereid.
We gaan luisteren naar een oude opname van het lied, gezongen door de jonge Christian Verwoerd tijdens een Hartcry conferentie.
Delen
[Sassy_Social_Share]