Over Godsdienst gesproken -1-
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Woensdag 16 september 2021
Loflied op de komst van de HEERE
Zing voor de HEERE een nieuw lied,
zing voor de HEERE, heel de aarde.
Zing voor de HEERE, loof Zijn Naam,
breng de boodschap van Zijn heil van dag tot dag.
3Vertel onder de heidenvolken van Zijn eer,
onder alle volken van Zijn wonderen.
4Want de HEERE is groot en zeer te prijzen,
Hij is ontzagwekkend boven alle goden.
5Want al de goden van de volken zijn afgoden,
maar de HEERE heeft de hemel gemaakt.
6Majesteit en glorie zijn voor Zijn aangezicht,
macht en luister in Zijn heiligdom.
7Geef de HEERE, geslachten van de volken,
geef de HEERE eer en macht.
8Geef de HEERE de eer van Zijn Naam,
breng offers en kom in Zijn voorhoven.
Over Godsdienst gesproken -1-
Vandaag willen we stilstaan bij de woorden van vers 8 uit deze Psalm en we lezen ze nog een keer, eerst uit de Herziene Staten Vertaling en vervolgens vanuit de Hebreeuwse context:
Geef de HEERE de eer van Zijn Naam, breng offers en kom in Zijn voorhoven.
en dan:
Schrijf de HEERE de eer toe die zijn naam toekomt : breng een offerande en kom in zijn voorhoven.
Het eerste wat opvalt in de tekst die we vanmorgen lezen is dat de dichter van de Psalm twee woorden gebruikt die in het Hebreeuws een dwingend karakter hebben. Schrijf toe en brengen. In het Hebreeuws betreffen het hier twee woorden die geen enkele ruimte toestaan in de zin van: je kunt het doen of niet doen. De toehoorders van de Psalm werd de verplichting opgelegd om de HEERE. JHWH, de Verbondsgod van Israel eer toe te schrijven die Hem toekomt en om offers in Zijn voorhoven te brengen.
De vraag zou kunnen zijn, waarom je dat zou doen. En dan vinden we allereerst het antwoord in het tekstgedeelte waar we de naam van de Eeuwige het eerst lezen in de Bijbel. En om een betekenis van een woord in het Hebreeuws goed te leren begrijpen is het in het Hebreeuws altijd een goede gewoonte om daar naar terug te grijpen: Waar wordt het woord het eerst gebruikt. Dat geeft namelijk van de betekenis weer van het woord. En de eerste keer dat de naam van de HEERE/JHWH gebruikt wordt vinden we in Genesis 2 vers 4:
Op de dag dat de Eeuwige aarde en hemel maakte. JHWH Adonai, maakte aarde en hemel…
Zouden we Hem daarvoor niet danken? Zo vanzelfsprekend is dat namelijk niet. Er zijn in de tijd waarin wij leven miljoenen mensen die liever in een big bang, de oerknal, geloven wat betreft het tot stand komen van de aarde en de hemel dan dat zij de HEERE, Jahweh Adonai daarvoor de eer geven die Hem toekomt. De tekst uit Psalm 96 dringt er echt op aan: Geef Hem nou de eer die Hem toekomt!
Hem de eer geven, Hem de eer toeschrijven, de God die aarde en hemel gemaakt heeft, die jou gemaakt heeft. Mag ik eens een paar teksten in dit verband lezen?
Jesaja 60:6,7
Een menigte kamelen zal u bedekken, de dromedarissen van Midian en Efa; zij zullen allen van Scheba komen; goud en reukwerk zullen zij brengen; en zij zullen de lof van de HEERE verkondigen…
Malachi 1:11
Maar van den opgang van de zon tot het dalen van het zelfde mijn naam is groot onder de volken; en in elke plaats zal mijn naam reukwerk worden geofferd, en een rein offer; want mijn naam zal groot zijn onder de heidenen, zegt de HEERE van de legermachten.
Maar vandaag is er geen tempel waar we onze dieren naar toe kunnen brengen en Hem offeren. Hoe geven dan inhoud aan de opdracht om Hem de eer van Zijn Naam te brengen?
Romeinen 12:1 geeft het antwoord:
Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.
En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
Godsdienst is niet een soort van theoretische leerstelling of verhandeling gevat in allerlei regeltjes, wetten en voorschriften, al of niet door de mensen bedacht en gebundeld, maar je lichaam je leven toewijden aan Hem die de aarde en de hemel heeft gemaakt.
In het eerste vers van Romeinen wordt ons opgeroepen om ons lichaam toe te weiden aan Adonai, en in het tweede vers om ons denken op te offeren aan Hem.
Lichaam en Geest dus.
Het idee van opoffering is dat van toewijding. We moeten. nog een keer, in het Hebreeuws is het dwingend geschreven, het is geen vrijblijvende zaak, onze lichamen aan God toewijden.
We worden opgeroepen om onszelf, ons lichaam en onze geest, ons doen en denken aan God, aan de Eeuwige toe te wijden. Dat is dienst aan God. Met alle energie en kracht.
In 1 Korintiërs 6:20 lezen we: je bent voor een prijs gekocht. Verheerlijk daarom God met uw lichaam.
Gisteravond las ik het boek: Het Hebreeuwse Koninkrijk van God’ van Gertruud Bakker in dit verband de volgende passage:
Het grootste deel van de Tabernakel was de voorhof, daar waar het koperen wasvat en het offeraltaar stonden. Het had de grootste oppervlakte. Het is het beeld van een grote groep van gelovigen die daar blijft staan en soms behoefte heeft om het Heilige, de tent binnen te treden. De voorhof is buiten, de zon schijnt en we hoeven er niets. Het lijkt er heel gezellig. We hebben geen enkele taak en alles is genade. We zijn gered door het offer en gedoopt. (De) Vader nodigt ons echter uit om in Zijn Huis binnen te gaan. Het Heilige was stil en alleen Gods licht scheen er door de menora. Er scheen licht in de duisternis.
Tot zo ver. Ik hoop zo dat je oppikt wat God vanmorgen tegen jou en mij wil zeggen. Er zijn hele volksstammen gelovigen, juist ook in het Westen die niet verder komen dan de voorhof en die God zien als een soort, en vergeef me de vergelijking, entertainer van hun leven, die vanuit het heilige, de hemel zijn kunstje doet als je daarom vraagt zoals zieke mensen beter maken, je uit de problemen helpen die ze meestal zelf veroorzaakt hebben of veroorzaken, die er maar voor moet zorgen dat ze een stil en gerust leven leiden. Maar lieve mensen, dat heeft niets, maar dan ook niets met Godsdienst te maken.
Godsdienst is:
Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.
En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
En dan als laatste dit. Jarenlang, bijna mijn hele leven lang heb ik gedacht dat dit een soort opdracht was, iets dat God van mij vraagt.
Totdat ik ontdekte: God vraagt niets van mij, maar Hij biedt mij wat aan.
Als dat geen zegen is.
Delen
[Sassy_Social_Share]