Over Gods zorg voor Zijn schepping gesproken
07/02/2022

Over Gods zorg voor Zijn schepping gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Gods glorie in de schepping

1 Loof de HEERE, mijn ziel.
HEERE, mijn God, U bent zeer groot,
U bent met majesteit en glorie bekleed.

2 Hij hult Zich in het licht als in een mantel,
Hij spant de hemel uit als een tentkleed.

3 Hij maakt de zoldering van Zijn hemelzalen op de wateren,
maakt van de wolken Zijn wagen,
wandelt op de vleugels van de wind.

4 Hij maakt Zijn engelen tot hulpvaardige geesten,
Zijn dienaren tot vlammend vuur.

5 Hij heeft de aarde gegrondvest op zijn fundamenten,
die zal voor eeuwig en altijd niet wankelen.

6 U had hem met de watervloed als met een gewaad bedekt,
het water stond tot boven de bergen.

7 Door Uw bestraffing vluchtten ze,
ze haastten zich weg voor het geluid van Uw donder.

8 De bergen rezen op, de dalen daalden neer
op de plaats die U ervoor bestemd had.

9 U hebt een grens gesteld, die ze niet zullen overgaan,
ze zullen de aarde nooit meer bedekken.

10 Hij wijst de bronnen hun loop naar de dalen,
[zodat] ze tussen de bergen door stromen.

11 Ze geven alle dieren van het veld te drinken,
de wilde ezels lessen er hun dorst.

12 Daarbij wonen de vogels in de lucht,
[hun] stem klinkt tussen de takken.

13 Hij bevochtigt de bergen vanuit Zijn hemelzalen,
de aarde wordt verzadigd door de vrucht van Uw werken.

14 Hij doet het gras groeien voor de dieren,
het gewas ten dienste van de mens.
Hij brengt voedsel uit de aarde voort:

15 wijn, die het hart van de sterveling verblijdt,
olie, die [zijn] gezicht doet glanzen,
en brood, dat het hart van de sterveling versterkt.

16 De bomen van de HEERE worden verzadigd,
de ceders van de Libanon, die Hij geplant heeft.

17 Daar nestelen de vogeltjes,
de cipressen zijn het huis voor de ooievaar.

18 De hoge bergen zijn voor de steenbokken,
de rotsen zijn een toevluchtsoord voor de klipdassen.

Over Gods zorg voor Zijn schepping gesproken
In de laatst gelezen verzen hebben we zojuist gelezen over Gods zorg voor Zijn schepping.
En die zorg die wordt in nde tijd waarin wij leven gedeeld door velen. De klimaatclubs komen als paddestoelen uit de grond. En natuurlijk is het meeer dan goed wanneer we als goede rentmeesters met de door God geschapen wereld om gaan. Maar laten we niet denken dat wij mensen de aarde wel eens zullen gaan redden, want uiteindelijk heeft Hij het laatste Woord: Hij zorgt voor Zijn eigen schepping.

Het verslag in Genesis, zoals in de voorgaande verzen met elkaar overdacht, gaat abrupt verder vanaf het verschijnen van het droge land om te spreken van de vegetatie die het bedekt. Maar een dichter, vooral een oosterse dichter, denkt eerst aan de bronnen en rivieren waarvan vruchtbaarheid en leven afhankelijk zijn. En zijn sympathie voor de natuur is zo groot dat hij zich, zonder acht te slaan op het oorspronkelijke verslag, onmiddellijk naar mensen zijn wereld met schepselen haast om de vreugde van de Schepper in haar schoonheid en goedheid te delen.

“De bronnen”, waarbij we aan de regenwolken kunnen denken, worden door God bestuurd. De wereld spreekt de laatste decennia over klimaatdoelstellingen. Hoort u het? Wij, de mensen, spreken over klimaatdoelstellingen en hoe wij het klimaat kunnen beinvloeden. Wij hebben allerlei verklaringen waarom het klimaat zich op een bepaalde manier gedraagd. Waarom er overstromeingen zijn en waarom er zoveel bosbanden over deze wereld razen. Aan verklaringen geen gebrek. Maar Job, u weet wel, de man die duizenden jaren geleden leefde wist wel beter. Luister maar eens naar zijn woorden:

9 Uit Zijn kamer komt de wervelwind,
en van de verstrooiende winden komt de kou.

10 Door de adem van God geeft Hij ijs,
zodat de brede wateren verstijven.

11 Ook maakt Hij de wolken zwaar van vocht;
Hij spreidt de wolk van Zijn licht uit.

12 Die gaat naar Zijn wijze raad alle kanten uit,
om te doen alles wat Hij hun gebiedt
op het oppervlak van de wereld, op de aarde.

Hij bepaalt dat ze, dat zijn de wolken, hun water “tussen de bergen” moeten uitgieten, waardoor de waterstromen naar de dalen worden gevoerd. Het gaat om de droge rivierbeddingen, de wadi’s. Als het regent, stromen ze vol en vormen ze rivieren die tussen de bergen door stromen. De waterbronnen zijn de plaatsen waar het water van de wadi’s bij elkaar komen.

Hoewel de wateren samenvloeien in zeeën, heeft God ervoor gezorgd dat de aarde niet droog, uitgedroogd en onvruchtbaar zal zijn. Hij heeft voorzieningen getroffen om het water te geven op een wijze manier door bronnen te vormen tussen de valleien en de heuvels.

Het is nu de geweldige natuur die voor het oog van de schrijver van de psalm komt; en dit alles herleidt hij tot het feit dat de aarde “bewaterd” is.

Hij leidt het water van de grote stuwmeren – meren en zeeën – zodanig dat ze bronnen vormen in de valleien. De manier waarop dit gebeurt is natuurlijk een groot wonder als we er bij stilstaan.

Door de warmte in de natuur worden de oceanen verwarmd en in tegenstelling tot de natuurlijke wet van de zwaartekracht, in kleine deeltjes worden opgetild – in damp – en door de wolken gedragen waar ze nodig zijn, vallen de druppels op de aarde om de planten water te geven en om fonteinen, beekjes en stromen te vormen – en zo naar de hoogste bergen gebracht, om door de grond te worden gefilterd om bronnen en meren te vormen. Is het niet wonderlijk? Wie heeft het allemaal zo kunnen bedenken.

Inderdaad, zoals we in het in de inleiding al zeiden: Over Gods zorg voor Zijn schepping gesproken.

Als dat geen zegen is.

Als een hert, dat verlangd naar water…

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב