Over G’ds troon gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
De HEERE is Koning
De HEERE regeert, Hij is met majesteit bekleed,
de HEERE is bekleed en heeft Zichzelf omgord met macht.
Ja, vast staat de wereld, hij zal niet wankelen;
2vast staat Uw troon, van oudsher,
U bent van eeuwigheid.
3De rivieren verheffen, HEERE,
de rivieren verheffen hun stem,
de rivieren verheffen hun gebruis.
4De HEERE in de hoogte is machtiger
dan het bruisen van machtige wateren,
de machtige golven van de zee.
5Uw getuigenissen zijn zeer betrouwbaar;
de heiligheid is een sieraad voor Uw huis, HEERE,
tot in lengte van dagen.
Over G’ds troon gesproken
Vandaag gaan we weer verder met deze psalm en dan vers 2: ‘Uw troon staat vast’. De troon van de Heere God is ook het thema dat ook telkens in Openbaring terugkeert.
Het was ook het eerste dat Johannes op Patmos te zien kreeg: een troon. Johannes op Patmos: van kindsbeen af zong hij de Psalmen in de synagoge. Als hij niet kon slapen, bezorgd over de gemeenten en het wereldgebeuren, begint er een Psalm in hem te zingen, misschien wel Psalm 93.
En dan ziet hij de hemel opengaan, dan ziet hij de troon in de hemel. Profetie wordt vaak geboren, zij komt op uit de voedingsbodem van wat een mens heeft gehoord of heeft gezongen.
Terstond kwam ik in vervoering des geestes en zie, er stond een troon in de hemel en iemand was op die troon gezeten (Openbaring 4:2)
Vanuit die troon gaat het allemaal gebeuren. Kleys Kroon spreekt over: de verborgen troon te midden van al het wereldgebeuren. Wie regeert er nu eigenlijk op aarde, achter al dat tumult?
God timmert niet zo aan de weg. Tom Naastepad: Gij zijt het die het langst Uw nederlaag verduurt. Altijd is weer de indruk: hier een groepje, daar een groepje, God als het ware in de minderheid. De tegenpartij verslaat er duizenden, miljoenen. Nooit meer vergeten, dat is het hart van ons geloof. Zo lijkt het boek Openbaring geboren uit Psalm 93. De Bijbel is geen los zand, er zijn veel verbanden.
Van wanneer af staat die troon vast? ‘Van oudsher’, letterlijk staat er ‘van toen af’, zam (‘me’az’). De rabbijnen hebben zich afgevraagd wanneer dat was, dat ’toen’. Het komt nog een keer voor als eerste woord van Exodus 15:1:
Toen zong Mozes met de Israëlieten de Here dit lied en zij zeiden: Ik wil de Here zingen, want Hij is hoog verheven, het paard en zijn ruiter stortte Hij in de zee.
Toen, na de doortocht door de Schelfzee, net door het doodswater als de ternauwernood ontkomenen. Het slavenhuis voorbij op de grens tussen Egypte en de woestijn.
‘Toen’ (‘me’az’) zong Mozes: van toen af werd de troon van God gegrondvest. Daar waar mensen zijn, die beginnen te zingen. Geen magie, geen methode: daar waar een lied geboren wordt. Daar zijn mensen in wie Zijn koninkrijk begint. Het zingen was hen in Egypte vaak vergaan.
Levinas spreekt over: een getraumatiseerd volk met het litteken van het lijden. Een lied heeft pas waarde als er een verhaal achter zit. ‘Van toen af’.
Waar staat de troon van God? Op het randje van de zee, kon U geen ander plekje vinden? André Neher zegt: in het no-mans land, vaak ook het no-Gods land. Tussen Egypte en Kanaän, tussen dag en nacht, tussen licht en duisternis. Van daaruit zal het gaan over de hele aarde.
Het vers eindigt met: met (‘me` olam ‘atah’). Van oertijd af zijt gij. Hij is de God die begint, daarna voleindigt Hij ook.
Als dat geen zegen is.
Maar daar stopt het vandaag niet, want Zijn troon staat niet alleen vast in de dagen van Mozes in de woestijn, maar ook nu Anno 2021, in de dagen waarin wij leven. Ook vandaag in de geschiedenis met Zijn Volk Israel vandaag de dag.
Na de doortocht door de tweede wereld oorlog, net door het het vuur van de verbrandingsovens van Auswitz, waarin er slechts enkelen ternauwernood ontkwamen. En dan nu het slavenhuis, de ballingschap voorbij op de grens tussen Egypte en de woestijn.
‘Toen’ (‘me’az’) zong Mozes, en nu mag het volk gaan zingen en zien we er naar uit dat God zijn troon zal innemen in Jeruzalem. Daar waar mensen zijn, die beginnen te zingen. Geen magie, geen methode: daar waar een lied geboren wordt. Daar zijn mensen in wie Zijn koninkrijk begint. Het zingen was hen in de afgelopen 2000 jaar vaak vergaan.
Inderdaad, er is ook nu sprake van een getraumatiseerd volk met het litteken van het lijden. Een lied heeft pas waarde als er een verhaal achter zit. ‘Van toen af’. En wij mogen zeggen: Van nu af aan.
Waar staat de troon van God? Op het randje van de zee, kon U geen ander plekje vinden? Inderdaad ook nu in het no-mans land, vaak ook het no-Gods land. Tussen Egypte en Kanaän, tussen dag en nacht, tussen licht en duisternis. Van daaruit zal het gaan over de hele aarde. Nog even volhouden hoor, we zijn er nog niet, maar e zijn er bijna.
Me` olam ‘atah’. Van oertijd af zijt gij. Hij is de God die begint, daarna voleindigt Hij ook.
Als dat geen zegen is.
DELEN
[Sassy_Social_Share]