Over een nieuw lied gesproken (3)
22/07/2021

Over een nieuw lied gesproken (3)

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Loflied op de komst van de HEERE

Zing voor de HEERE een nieuw lied,
zing voor de HEERE, heel de aarde.

Zing voor de HEERE, loof Zijn Naam,
breng de boodschap van Zijn heil van dag tot dag.

3Vertel onder de heidenvolken van Zijn eer,
onder alle volken van Zijn wonderen.

4Want de HEERE is groot en zeer te prijzen,
Hij is ontzagwekkend boven alle goden.

5Want al de goden van de volken zijn afgoden,
maar de HEERE heeft de hemel gemaakt.

6Majesteit en glorie zijn voor Zijn aangezicht,
macht en luister in Zijn heiligdom.

7Geef de HEERE, geslachten van de volken,
geef de HEERE eer en macht.

8Geef de HEERE de eer van Zijn Naam,
breng offers en kom in Zijn voorhoven.

9Buig u neer voor de HEERE in Zijn heerlijke heiligdom;
beef voor Zijn aangezicht, heel de aarde.

10Zeg onder de heidenvolken: De HEERE regeert;
ja, vast staat de wereld, ze zal niet wankelen;
Hij zal over de volken op billijke wijze rechtspreken.

11Laat de hemel zich verblijden en de aarde zich verheugen,
laat de zee bulderen met al wat ze bevat.

12Laat het veld van vreugde opspringen met al wat erin is;
dan zullen al de bomen van het woud vrolijk zingen

13voor het aangezicht van de HEERE,
want Hij komt, want Hij komt om de aarde te oordelen.
Hij zal de wereld oordelen in gerechtigheid
en de volken met Zijn waarheid.

Over een nieuw lied gesproken (3)
We denken weer na over het nieuwe lied waarover we in Psalm 96 lezen en in de afgelopen dagen zagen we dat er in het eerste testament sprake is van zeven nieuwe liederen. De eerste twee dagen hebben we 2 van de zeven nieuwe liederen geleerd. Zij gingen over G’ds gerechtigheid, wat Hij voltrokken heeft in het offer Messias. Wat zijn we eigenlijk toch ongelooflijk gezegend dat we in ons leven van de Messias gehoord hebben en we Hem hebben leren kennen. Dat we eeuwig leven aan Hem te danken hebben.

En terwijl ik deze woorden op mijn laptop aan het typen ben in de voorbereiding van deze morgen komt het volgende lied voorbij. En ik kan niet laten om dit lied te gaan draaien en zullen we het vanmorgen, zo aan het begin van de dag eens met elkaar zingen, als een loflied voor de Heere aan het begin van deze morgen?

Opwekking 510:
Dit is mijn verlangen: U prijzen, Heer;
Met mijn hele hart aanbid ik U.
Al wat binnen in mij is verlangt naar U;
Alles wat ik vinden wil is in U.

Heer, ik geef U mijn hart,
Ik geef U mijn ziel;
Ik leef alleen voor U.
Leid de weg die ik ga
Elk moment dat ik besta;
Heer, doe uw wil in mij.

Wat een onverwachts prachtig begin van deze dag, dat we zo met elkaar deze dag mogen beginnen! Daar kunnen we deze dag mee beginnen. Met een loflied voor Hem, ons totaal, helemaal, restloos, zonder ook maar iets achter te houden, aan Hem overleveren aan Hem! Echt ik weet geen beter begin te bedenken op dit moment. Er zijn van die momenten in je leven, kent u die ook, dat je overweldigd wordt door G’ds trouw en heiligheid, liefde en grootheid, en dit is er een van in mijn leven. Dank U Heer!

En laat nu het nieuwe lied waarover we vanmorgen willen nadenken in Psalm 96 staan en over de grootheid van God gaan!

De derde lied vinden we in het vierde Psalmenboek. Dit boek spreekt over Israël en de volkeren, over de Messias Die Koning is en zal worden over de gehele aarde. Het boek bevat profetieën over het begin van een nieuw tijdperk.

Psalm 96:1 zingt: “Zingt de HERE een nieuw lied, zingt de HERE, gij ganse aarde.” Dit klinkt als een oproep aan echt iedereen om een nieuw lied te zingen. Deze aansporing klinkt door heel de Psalm heen. Er worden twee redenen voor gegeven:

Want, de HERE is groot en zeer te prijzen, … en alle goden der volkeren zijn afgoden (vers 4 en 5).
Want, Hij komt om de aarde te richten (vers 13).

Heel Psalm 96 is een uitnodiging om een nieuw lied te zingen.

Dit nieuwe lied staat in de volgende Psalm. De inhoud van Psalm 97 betreft God die het oordeel zal uitvoeren om als Koning te kunnen regeren over deze aarde. De Psalm begint met: “De HERE is Koning.” Als je beide Psalmen doorleest zie je dat Zijn Koningschap telkens in relatie staat tot de hemel en de aarde:

Ps. 96:11
De hemel verheugde zich, de aarde juiche.

Ps. 97:1
Dat de aarde juiche …

Ps. 97:6
De hemelen verkondigen Zijn gerechtigheid.

Vandaag zucht de schepping naar de nieuwe schepping van hemel en aarde. Lees de krant maar. De ene ramp is nog niet achter de rug of de volgende dient zich aan. De verzengende onverwachte hitte in sommige landen waardoor onvoorstelbare bosbranden in Canada en Amerika plaatsvinden, de onvoorstelbare overstromingen van een paar dagen geleden in Duitsland, Belgie en ons eigen land. En nu de nu al bijna ander half jaar waarin we te maken hebben met een wereldwijde angst rondom een virus. Het is maar een hele, hele kleine greep van de ontwikkelingen in de tijd waarin wij leven. En waar maken we ons druk over? Over festivals die niet door kunnen gaan, over Olympische Spelen die zonder publiek moeten worden gehouden. Mar zouden we niet eens terugkeren tot de God van ons heil? Boete doen zoals Daniel voor persoonlijke zonden en de zonden van land en volk? Een gebed dat zo intens is en veel wordt aangehaald maar weinig gelezen. Zullen wij het vanmorgen maar eens gewoon, heel simpel meebidden:

Och Heere, grote en ontzagwekkende God, Die Zich houdt aan het verbond en de goedertierenheid ten aanzien van hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen, wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld, wij zijn in opstand gekomen door af te wijken van Uw geboden en bepalingen.

Wij hebben niet geluisterd naar Uw dienaren, de profeten, die in Uw Naam spraken tot onze koningen, onze vorsten en onze vaderen, en tot heel de bevolking van het land.

Bij U, Heere, is de gerechtigheid, maar bij ons de schaamte op het gezicht – zo is het heden ten dage bij de mannen van Juda, bij de inwoners van Jeruzalem en bij heel Israël, bij hen die dichtbij zijn en die ver weg zijn, in alle landen waarheen U hen verdreven hebt om hun trouwbreuk, die zij tegenover U gepleegd hebben.

Heere, bij ons staat de schaamte op het gezicht, bij onze koningen, bij onze vorsten, bij onze vaderen, omdat wij tegen U gezondigd hebben.

Bij de Heere, onze God, zijn de barmhartigheden en de vergevingen. hoewel wij tegen Hem in opstand zijn gekomen.

Wij hebben niet geluisterd naar de stem van de HEERE, onze God, om volgens Zijn wetten te wandelen, die Hij ons gegeven heeft door de hand van Zijn dienaren, de profeten.

Maar heel Israël heeft Uw wet overtreden en is afgeweken door niet te luisteren naar Uw stem. Daarom is over ons de vervloeking en de eed uitgegoten die beschreven is in de wet van Mozes, de dienaar van God, want wij hebben tegen Hem gezondigd.

Hij heeft Zijn woorden gestand gedaan die Hij gesproken heeft tegen ons en tegen onze richters die ons leiding gaven, door over ons een groot onheil te brengen, dat zich onder heel de hemel nergens heeft voorgedaan zoals zich dat in Jeruzalem voorgedaan heeft.

Zoals het beschreven is in de wet van Mozes, is al dat onheil over ons gekomen. Wij hebben het aangezicht van de HEERE, onze God, niet getracht gunstig te stemmen door ons af te keren van onze ongerechtigheden en verstandig met Uw waarheid om te gaan.

Daarom heeft de HEERE over het onheil gewaakt en heeft Hij het over ons gebracht. Want de HEERE, onze God, is rechtvaardig in al Zijn werken die Hij gedaan heeft, aangezien wij naar Zijn stem niet geluisterd hebben.

Nu dan, Heere, onze God, U  Die Uw volk met sterke hand uit het land Egypte geleid hebt en U een Naam gemaakt hebt zoals hij heden ten dage is – wij hebben gezondigd, wij hebben goddeloos gehandeld.

Heere, laten toch Uw toorn en Uw grimmigheid zich afwenden van Uw stad Jeruzalem, Uw heilige berg, op grond van al Uw gerechtigheden, want om onze zonden en om de ongerechtigheden van onze vaderen zijn Jeruzalem en Uw volk tot smaad geworden voor allen die ons omringen.

Nu dan, onze God, luister naar het gebed van Uw dienaar en naar zijn smeekbeden. Doe, omwille van de Heere, Uw aangezicht lichten over Uw heiligdom, dat verwoest is.

Neig Uw oor, mijn God, en hoor! Open Uw ogen om onze verwoestingen en de stad te zien waarover Uw Naam is uitgeroepen, want wij werpen onze smeekbeden niet voor U neer op grond van onze gerechtigheden, maar op grond van Uw grote barmhartigheid.

Heere, luister. Heere, vergeef. Heere, sla er acht op en doe het, wacht niet langer – omwille van Uzelf, mijn God. Over Uw stad en over Uw volk is immers Uw Naam uitgeroepen.

En weet je wat zo heel bijzonder is. G’d heeft dit gebed van Daniel verhoord zoals we in het vervolg kunnen lezen. Maar dat niet alleen, G’d zal dit gebed ook verhoren, ook in de tijd waarin wij leven, en ik geloof met heel mijn hart, zeer binnenkort. Want als de Messias komt zal Hij alles nieuw maken (Openb. 21:5). Daarom de oproep om enerzijds dit gebed met Daniel mee te bidden en anderzijds om het nieuwe lied van Psalm 96 nu alvast uit volle borst mee te zingen.

Wat een onvoorstelbare bemoediging! Ik geloof in deze toekomst. Daarom kan ik alvast meezingen. En u ook? Dan kijken we over onze tijd heen naar de periode waarin hemel en aarde onder Zijn heerschappij staan. Rust op aarde! Eindelijk. Wandelen in Zijn licht en vreugde. Deze toekomst maakt ons blij. Wanneer we nu de dingen niet doen die ons van God afhouden, ervaren we wat het is om een gunsteling van God te zijn. Het is een voorproefje van Gods licht en van Gods vreugde. Dat is onze bestemming, waarmee ook Psalm 97 eindigt: “Gij die de HERE liefhebt, haat het kwade; Hij die de zielen van zijn gunstgenoten bewaart, redt hen uit der goddelozen hand. Het Licht is voor de rechtvaardige gezaaid, en vreugde voor de oprechten van hart.”

Als dat geen zegen is.

Lieve luisteraars, het is vanmorgen allemaal anders gelopen dan in me had voorgenomen, en het programma is langer geworden dan gebruikelijk, maar laten e ons niet altijd ringeloren door de tijd, maar laten we luisteren wat de Gees tot ons wil zeggen.

Zullen we nog een keer het lied met elkaar zingen wat we zojuist met elkaar gezongen hebben?

Dit is mijn verlangen: U prijzen, Heer;
Met mijn hele hart aanbid ik U.
Al wat binnen in mij is verlangt naar U;
Alles wat ik vinden wil is in U.

Heer, ik geef U mijn hart,
Ik geef U mijn ziel;
Ik leef alleen voor U.
Leid de weg die ik ga
Elk moment dat ik besta;
Heer, doe uw wil in mij.

Delen
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב