Over de stad van Vrede en Recht gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Loflied op de komst van de HEERE
Zing voor de HEERE een nieuw lied,
zing voor de HEERE, heel de aarde.
Zing voor de HEERE, loof Zijn Naam,
breng de boodschap van Zijn heil van dag tot dag.
3Vertel onder de heidenvolken van Zijn eer,
onder alle volken van Zijn wonderen.
4Want de HEERE is groot en zeer te prijzen,
Hij is ontzagwekkend boven alle goden.
Over de stad van Vrede en Recht gesproken
Psalm 96 is volgens de vertalers van de Herziene Statenvertaling een loflied op de komst van de HEERE, op de komst van JHWH, de G’d van het verbond met Israel. Heel Israel, alle twaalf stammen.
En dat Israel wordt opgeroepen om niet alleen voor de hele aarde te zingen, Zijn Naam te loven, maar ook om de boodschap van Zijn heil, zijn redding van dag tot dag, dus elke dag te brengen. Onder de heidenvolkeren van Zijn eer en van Zijn wonderen te vertellen.
Da’s geweldig toch? En in zekere zin heeft dat ook plaatsgevonden. Er zijn op deze aarde inmiddels bijna geen plekken meer waar het Evangelie, de Blijde Boodschap heeft geklonken.
Maar is het daarmee af? Is er meer? Zullen we ons oor eens te luister leggen van iemand die het kan weten? Jesaja? Want hij schrijft daar in het tweede hoofdstuk iets over:
1Het woord dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem.
2Het zal in het laatste der dagen geschieden
dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan (en dan zeg ik er maar bij, de Tempelberg)
als de hoogste van de bergen,
en dat hij verheven zal worden boven de heuvels,
en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen.
3Vele volken zullen gaan en zeggen:
Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE,
naar het huis van de God van Jakob;
dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen,
en zullen wij Zijn paden bewandelen.
Want uit Sion zal de wet uitgaan,
en het woord van de HEERE uit Jeruzalem.
4Hij zal oordelen tussen de heidenvolken
en veel volken vonnissen.
En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen
en hun speren tot snoeimessen.
Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen.
Oorlog voeren zullen zij niet meer leren.
5Huis van Jakob, kom, laten wij wandelen in het licht van de HEERE.
Zie je wel, we hoeven er echt niet ongerust over te zijn dat Israel zal beantwoorden aan Zijn doel. Want de Heere God zorgt daar hoogstpersoonlijk zelf voor. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de Heere uit Jeruzalem. Phoe, dat is nog eens iets anders dan al die al of niet goed bedoelde wetjes en regeltjes uit Den Haag. Of al het gedoe uit Brussel. Weg er mee, want Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Wat een geweldige wereldmacht, letterlijk, zal Israel dan wel niet zijn.
Geen gediscusieer mee, maar gewoon luisteren naar alle regelingen van recht en vrede. En de volkeren zullen
Vele volken zullen gaan en zeggen:
Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE,
naar het huis van de God van Jakob;
dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen,
en zullen wij Zijn paden bewandelen.
En welk onderwijs zij zullen ontvangen is geen geheim en wat het gevolg daarvan is, is ook geen geheim. Het zal onderwijs zijn in twee vakken. We houden het simpel. Onderwijs in recht en vrede. Luister maar:
En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen
en hun speren tot snoeimessen.
Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen.
Oorlog voeren zullen zij niet meer leren.
5Huis van Jakob, kom, laten wij wandelen in het licht van de HEERE.
Ik kan er zo naar uit zien! U ook?
Want als dat geen zegen is.
De berglucht is helder als water
De geur van de dennen van rondom
wordt gedragen op de bries van de schemering.
En tinkelende bellen klinken.
De bomen en de stenen die sluimeren zachtjes.
Een droom omhuld ze allen.
Zo eenzaam ligt de stad
En aan haar hart een muur.
Jeroesjalaiem van goud,
en van koper… en licht
Ik ben de viool voor al je liederen.
De bronnen zijn weer gevuld met water.
Het plein met een blijde menigte.
Op de tempelberg binnen de stad
klinkt de sjofar luid
binnen in de grotten in de bergen.
zullen duizenden zonnen stralen.
We nemen de weg naar de dode zee tezamen.
die loopt door Jericho.
Maar als ik zing voor jou mijn stad.
En je met kronen versier.
ben ik de minste van al je kinderen.
Van al de dichters die geboren zijn.
Jouw naam zal altijd op mijn lippen branden,
Net als de kus van een serafein, is mij verteld.
Als ik jou vergeet gouden stad.
Jeroesjalaiem stad van goud.
We luisteren naar in het in het Hebreeuws gezongen lied. Er is geen andere taal zo mooi als het Hebreeuws. En weet je waarom? Het is de taal die G’d Zelf spreekt! Hoe ik dat zo zeker weet: Omdat de bijbel dat zegt. We lezen ervan in Handelingen wanneer de Heere G’d Paulus roept lezen we in Handelingen 26 vers 14: En nadat wij allen op de grond gevallen waren, hoorde ik een stem tot mij spreken en in de Hebreeuwse taal zeggen: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? Het is hard voor u de hielen tegen de prikkels te slaan.
Delen
[Sassy_Social_Share]