Over aanbidding gesproken
06/10/2021

Over aanbidding gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

G’d is de Allerhoogste

1 De HEERE regeert, laat de aarde zich verheugen
en vele kustlanden zich verblijden.

2 Wolken en donkerheid zijn rondom Hem,
gerechtigheid en recht zijn het fundament van Zijn troon.

3 Vuur gaat voor Zijn aangezicht uit
en zet rondom Zijn tegenstanders in vlam.

4 Zijn bliksemflitsen verlichten de wereld,
de aarde ziet ze en beeft.

5 De bergen smelten als was
voor het aangezicht van de HEERE,
voor het aangezicht van de Heere van heel de aarde.

6 De hemel verkondigt Zijn gerechtigheid
en alle volken zien Zijn heerlijkheid.

7 Beschaamd moeten zijn allen die beelden dienen
en zich op de afgoden beroemen.
Buig u voor Hem neer, alle Goden.

Over aanbidding gesproken

Vandaag wil ik met u nadenken over het laatst gelezen vers, Psalm 97:7
Beschaamd moeten zijn allen die beelden dienen en zich op de afgoden beroemen.

Misschien is het wel een tekst die we gemakkelijk lezen en die bij wijze van spreken gemakkelijk langs ons afglijd. Een tekst die ons, christenen misschien niet zozeer raakt. Misschien wel een tekst die ons niet zoveel zegt. Mar is da wel zo. Zullen we de tekst bij wijze van spreken eens wat dichterbij halen?

De tekst begint met het woord beschamen. Het idee is dat de mensen die beelden dienen teleurgesteld zouden zijn. Ze zouden ontdekken dat dit geen echte goden waren; dat hun vertrouwen in hen ijdel was; en dat ze enorm dom zijn door te vertrouwen op dat wat hen niet kon helpen in tijd van nood.

Het kan zomaar gebeuren dat wij, christenen van de 21ste eeuw denken dat deze tekst op ons niet van toepassing is. Immers, denken we, wij knielen niet voor beelden die we zelf gesneden hebben. Dat was iets van vroeger, van Israel tijdens de woestijnreis, waar het volk Israel voor het gouden kalf boog. Of het was iets van voor de Reformatie toen de mensen voor de beelden in de Rooms Katholieke kerk bogen. Maar wij weten wel beter, Wij doen dat niet meer.

Maar ik durf de vraag aan te gaan of dat wel zo is. Want weet u, de tegenstander van God werkt misschien niet meer zoals vroeger, maar hij ont3ikkeld zich ook en werkt misschien wel veel subtieler. Misschien hebben wij wel geen Bhoedda beeldje in huis zoals zo velen, een gesneden of gebeeldhouwd beeldje, maar welke denk beelden hebben wij? Eerlijk zijn hoor. Denkbeelden, beelden in onze gedachten waar wij ons voor buigen? Misschien niet letterlijk maar in ons denken?

Waar stellen wij ons vertrouwen op? Weet je, het woord aanbidden wordt voor het eerst in Genesis gebruikt. En voor de betekenis van aanbidding moeten we dus daar zijn. In Genesis 2 vers 5 waar over de schepping van de mens gesproken wordt. Inderdaad, toen al was sprake van aanbidding. We lezen daar:

Er was nog geen enkele veldstruik op de aarde en er was nog geen enkel veldgewas opgekomen, want de HEERE God had het niet laten regenen op de aarde; en er was geen mens om de aardbodem te bewerken, maar een damp steeg uit de aarde op en bevochtigde heel de aardbodem.

Als je goed geluisterd hebt, komt het woord aanbidding niet voor in deze tekst, maar het principe en hetzelfde Hebreeuwse woord voor aanbidding welen dat vinden we in het woord bewerken. De gedacht is dan dat, willen we de aardboden bewerken we ons zullen moeten buigen. Letterlijk. Ons in het zweet moeten werken om er vrucht of resultaat van te hebben. Althans, dat zegt de Eeuwige er van: In het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten.

Aanbidding heeft dus letterlijk met buigen te maken. Misschien moeten we daar ook eens aan denken wanneer we aanbiddingsliederen zingen. De gestalte van aanbidding heeft eerder te maken met op je knieën gaan en je voor de Eeuwige te verootmoedigen dan met opgeheven handen naar de hemel te staan zoals wij in Evangelische kringen nogal eens gewend zijn te doen.

Maar het Hebreeuwse woord voor aanbidding kan ook vertaald worden met ‘dienen’, zoals het gebruikt wordt in Genesis 14 vers 4:

Twaalf jaar hadden zij Kedor-Laomer gediend, maar in het dertiende jaar kwamen zij in opstand.

En de vraag is dan: Wie dienen we vandaag… Onze eigen geneugten, onze bankrekening of… Zijn we er vandaag, morgen en alle dagen die ons resten beschikbaar voor Hem en Hem alleen?

En dan als laatste wordt het Hebreeuwse woord voor aanbidding vertaald met slavenarbeid en verdrukking als we lezen in Genesis 15 vers 13:

Toen zei de Eeuwige tegen Abram: Weet wel dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land dat niet van hen is; zij zullen hen dienen en men zal hen vierhonderd jaar onderdrukken.

Aanbidding houdt dus verband met slavenarbeid en onderdrukking.

Naar aanleiding van het voorgaande is dus de vraag gerechtvaardigd voor welke beelden, denkbeelden wij ons dagelijks in het zweet werken en waaraan wij verslaafd zijn geraakt. En denk niet te snel, dat dit niet op u van toepassing is. Deze vorm van verslaving heeft alles te maken met aanbidding…

Welke denkbeelden hebben jou en mij in zijn greep? Rijkdom misschien met een dikke bankrekening? Welke plaats heeft geld in je gedachten? Of misschien wel eer? Wil je geëerd worden door de mensen voor alles wat je voor hen doet? Of nog scherper: Wil je geëerd woorden voor alles wat je voor Hem, de Eeuwige wel niet doet? Misschien wel in de kerk of de gemeente waar je komt? Of werk je je dag in dag uit in het zweet voor je gezin?

De Eeuwige zegt: Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.

Of misschien loopt je wel een fantastische prediker achterna of Max Verstappen of Ajax of misschien wel een bepaalde christelijke leer waarvoor je jezelf in het zweert werkt. Luister, de tegenstander van de Eeuwige wil je van alles in handen geven, allerlei wereldse en allerlei godsdienstige zaken om je daarvoor uit te sloven, als het maar een ding niet is… Of beter gezegd, als het maar de Ene of de Eeuwige is. Als we maar niet verslaafd in de meest letterlijke zijn van het woord zijn. Paulus zegt zo vaak in zijn brieven dat Hij een dienstknecht en dan staat er letterlijk, een doulos, een slaaf van Christus, de Messias is. Dat wens ik u, lieve luisteraar en lezer, en niet te vergeten mezelf toe. Een slaaf van de Eeuwige te zijn, want…

Als dat geen zegen is.

Delen
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב