Leviticus 23 -3-:  Over Soekot/het loofhuttenfeest gesproken
04/10/2020

Leviticus 23 -3-: Over Soekot/het loofhuttenfeest gesproken

Passage: Levicitus 23

De HEERE sprak tot Mozes:
Spreek tot de Israëlieten en zeg: Vanaf de vijftiende dag van deze zevende maand is het zeven dagen lang Loofhuttenfeest voor de Aanwezige.
Op de eerste dag is er een heilige samenkomst. Geen enkel dienstwerk mag u doen.
Zeven dagen lang moet u de Aanwezige vuuroffers aanbieden. Op de achtste dag moet u een heilige samenkomst houden en de Aanwezige een vuuroffer aanbieden. Het is een bijzondere samenkomst. U mag geen enkel dienstwerk doen.
Dit zijn de feestdagen van de Aanwezige, die u moet uitroepen als heilige samenkomsten om een vuuroffer voor de Aanwezige aan te bieden: brandoffer en graanoffer, slachtoffer en plengoffers, al naargelang het voorschrift voor die bepaalde dag, Letterlijk: de zaak van de dag op zijn dag.
naast de offers op de sabbatten van de Aanwezige, naast uw geschenken, naast al uw gelofteoffers en naast al uw vrijwillige gaven, die u aan de Aanwezige geeft.
Maar vanaf de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer u de opbrengst van het land ingezameld hebt, moet u het feest van de Aanwezige zeven dagen lang vieren. Op de eerste dag is het rustdag en op de achtste dag is het rustdag.
Op de eerste dag moet u voor uzelf vruchten van sierlijke bomen, takken van palmbomen, takken van loofbomen en van beekwilgen nemen, en u moet zich zeven dagen lang voor het aangezicht van de Aanwezige, uw God, verblijden.
Dat feest voor de Aanwezige moet u per jaar zeven dagen lang vieren. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door. In de zevende maand moet u het vieren.
Zeven dagen moet u in de loofhutten wonen. Alle ingezetenen van Israël moeten in loofhutten wonen,
zodat de generaties na u weten dat Ik de Israëlieten in loofhutten liet wonen, toen Ik hen uit het land Egypte geleid heb. Ik ben de Aanwezige, uw God.
Zo maakte Mozes de feestdagen van de Aanwezige aan de Israëlieten bekend.

Leviticus 23 -3-

Over Soekot/het loofhuttenfeest gesproken
Vandaag is het de twee dag van Soekot Loofhuttenfeest.
Op de eerste dag van het Loofhuttenfeest (Soekot) wordt gelezen uit Zacharia 14. Elk najaar, zo profeteert de profeet, zullen de volken optrekken naar Jeruzalem om de God van Israël als Koning van heel de aarde te aanbidden èn om het feest van de loofhutten te vieren. Daarna keren de heidenvolken terug naar het land van hun herkomst, diep onder de indruk van de Naam en het Feest in het midden.

Misschien toch iets om over na te denken dat dit in de zeer nabije dagen te gebeuren staat.

Maar waarom worden de volkeren uitgerekend tijdens Soekot, genodigd als pelgrim naar Jeruzalem te komen?

Tussen Egypte en Kanaän strekt zich de woestijn uit. Door de woestijn komen is alleen mogelijk onder begeleiding en bescherming van de Aanwezige, de HEERE. En dat is niet alleen in het letterlijke zo gebleken tijdens de reis van Israel door de woestijn, maar laten we maar gewoon eerlijk zijn, ook figuurlijk is er geen doorkomen zijn in het leven. Waar zijn we zonder Hem?

Dit leven onderweg mag Israël niet vergeten. Telkens wanneer straks in het land de volle zomer is geweest, zullen natuur en geschiedenis samenkomen in de hut van loof. Zoals dit wankele bouwsel is het leven op aarde. Letterlijk is de loofhut maar een wankel bouwsel Letterlijk. Maar ook ons lijf is maar een heel wankel omhulsel, wat zomaar om kan vallen.

De wanden zijn sterk genoeg om de wind te trotseren, maar in een slaande storm zullen ze het mogelijk begeven. En zo hoog mogen ze niet zijn opgetrokken, dat hun schaduwen het zonlicht zouden weren. Laten ook wij maar niet te hoogmoedig zijn dan kan het licht van de Zon ons blijven beschijnen.

Boven het hoofd is het dak van de loofhut blijven de sterren aan de hemel zichtbaar. Een dak van vertrouwen. Veiligheid is gevolg van vertrouwen en niet resultaat van kracht. In de overgang van de zomer naar de herfst vindt Israël beschutting onder de vleugels van de Aanwezige, zoals een kuiken die vindt bij de moederkip.

De gedenkdagen van Israël herbergen de intimiteit van het verbond tussen de Aanwezige en zijn volk. De verkiezing van Israël is evenwel niet bedoeld als een ‘onderonsje’ tussen God en één volk met uitsluiting van de andere. Aan het Loofhuttenfeest kan de methode van Gods gaan door de geschiedenis worden afgelezen: vanuit Israël naar de einden van de aarde. De loofhut is wijd geopend naar de vier windstreken. Tijdens Soekot werden door Israël zeventig offers gebracht ter verzoening voor de wereld, die volgende de overlevering bestaat uit zeventig geslachten of volken volgens Genesis 10.

Zacharja 14 laat deze relatie tussen Israël en de volken zien. Maar ook: wie van de volkeren niet mèt Israël Soekot wenst te vieren, zal geen regen ontvangen en tenslotte dus geen bewoonbare aarde onder de voeten meer vinden. In dit profetische spoor is later ‘het gebod van de loofhut’ verwoord: de uitnodiging aan de volken om Loofhuttenfeest met Israël mee te vieren als een test voor hun geloof in God.

Johannes schrijft in zijn evangelie over de weg van Yehoshua tijdens de viering van Soekot in Johannes 7 vers 2 tot 10 vers 21. Hierin lezen we over Jezus/Yehoshua gedurende de najaarsfeesten.

We zien Jezus als de Verborgene (Jh 7:2-13), als de Leraar (7:14-36), als het Water des levens (7:37-53), als het Licht der wereld (8:12-9:41) en als de Goede Herder (10:1-21).

De namen die Yeshoshua hier draagt, verwijzen stuk voor stuk naar de tocht van Israël door de woestijn. Als Water en als Licht, als Herder en als Leraar: zó zien we Yehoshua getekend tijdens de viering van het loofhuttenfeest in Jeruzalem. Yehushua ‘legt zichzelf uit’ in woorden van de woestijn.

Waar zijn we als kerken het feest van de Loofhutten, met zo’n diepe betekenis kwijtgeraakt? Is het niet goed om eens te overdenken waarom we dit najaarsfeest min of meer vergeten hebben. Het is uiteindelijk Zijn Feest, waarvoor Hij jou en mij uitnodigt dit met Hem mee te vieren. In Leviticus 23 lezen we tot in eeuwigheid en in alle geslachten.

Misschien wel door te (her)ontdekken hoe Yehoushua zelf ons het geheim van dit feest binnenvoer, hoe Hij zelf tussen Pesach en het beloofde land ons voorgaat in die grote en vreselijke woestijn van vurige slangen, schorpioenen en droogte (Deut. 8:15).

Maar wilde de kerk nog wel onderweg zijn? Of zijn we een reeds gearriveerd christendom.

Vanzelfsprekend hebben de eerste christenen van het feest geweten. De gemeente besefte nog dat het feest van de loofhutten onderweg ook voor haar was bedoeld. Het is een loofhutten­bestaan.

Wat is van dit wandelen overgebleven? Het antwoord kan kort zijn: Niets, maar dan ook helemaal niets. We hebben als kerk onder druk van o.a. Constantijn de Grote de tijden veranderd en zijn onze eigen wegen gegaan. Onze christelijke gedenkdagen en tijden blijken een heidense oorsprong te hebben waar we een christelijke betekenis aan gegeven hebben. Moeten we er niet eens over nadenken om terug te keren naar hoe het was, naar Zijn eeuwig durende feesten?

KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN


Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב