Shavoeot -2-
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Het woord Hebreeuwse Het shábhu`óth (uitspraak shávuoth) betekent weken en is niet los te zien van het Feest van Pesach/ חַ סֶפ .ּIn Exodus/Shmot 3:12 zegt Adonai tegen Moshe dat Hij het volk Israel zal uitleiden uit de ellende van het slavenhuis van Egypte en dat Moshe het volk naar de berg Horeb moet leiden opdat het volk aldaar de Heer zal dienen!
Bij de Berg beaamden zij dat ook en beloofden zij de God van Israel te dienen en de Woorden die aldaar bij de Berg aan hen overgedragen werden na te leven en door te geven, generatie op generatie, ten gunste van heel de wereld. Men kan natuurlijk beweren dat zij daartoe min of meer toe gedwongen werden omdat zij getuigen waren van allerlei natuurgeweld en mogelijk bevreesd waren dat, mochten zij weigeren, de hele Berg over hen heen zou rollen. Beroemd is dan ook de uitspraak van Israel geworden ‘na’aseh ve’nishmah:’ we zullen doen en luisteren. De volgorde komt wat vreemd over: eerst doen en dán pas luisteren? Moeten we niet eerst met logisch verstand beredeneren wat we doen? Israel beloofde plechtig: we zullen doen, maar ook luisteren naar wat we moeten doen. Het Joodse volk is door de eeuwen heen en nog steeds een ‘doe-volk.’ Het Jodendom is als ‘a way of life.’ Zij doen de geboden, zij doen de Feesten, zij doen de Shabat. God geeft aan Israel de opdracht om ‘te doen.’ In Exodus/Shmot 31:16 lezen we betreffende de Shabat:
la’asot et ha’Shabat om de Sjabat maken, te doen.
De Shabat, maar ook de andere vastgestelde Feestdagen van onze God, zijn momenten waarop we ‘niet doen’ in de zin van werken, geld verdienen, vuren aansteken (Exodus/Shmot 35:3) e.d. en wél doen als het gaat om bijvoorbeeld gezamenlijk de feestelijke maaltijden van Adonai op Shabat te nuttigen, Hem centraal te zetten en te danken voor alle goede gaven die Hij geeft en heeft gegeven. Maar we denken ook aan doen in de zin van heilige gebeds-en lofsamenkomsten organiseren. Heilig in het Hebreeuws is apart zetten van de rest, maar dit is pas volledig heilig wanneer de tijd verbonden is door rituelen met God de Heilige Zelf.
Omdat Pesach en het Wekenfeest met elkaar verbonden zijn, heet Shabhu’oth ook wel de slotdag van het Pesach- Uittochtsfeest. Het lijkt een vreemde naam: Wekenfeest. Maar de naam verschilt niet zoveel van de naam die wij aan dit slotfeest geven: Pinksteren. Het woord ‘Pinksteren’ is een verbastering van het Griekse woord pentacosta, vijftig, 7 weken plus 1 dag. Toch zit er ook nog een verdieping in het woord shabhu’oth.
Dat zit in de samenhang met het al genoemde werkwoord (shúbh: omkeren). Elke week keert de tijd, maar niet zonder dat wij daar ook zelf bij betrokken zijn. De week is een heel ander tijdsbestek dan de dag of het jaar, die geheel buiten ons om bepaald worden door de wentelingen van onze aarde om zijn as en om de zon. De week is een aparte Goddelijke instelling, die niet zit in de natuur en die wij ook kunnen negeren: wij kunnen weigeren om de tijd te laten keren elke zeven dagen, wij kunnen weigeren om de wekelijke Rustdag Shabat, of de wekelijkse toerustingsdag, de Zondag, in acht te nemen. We kunnen ook weigeren om zelf te keren, om te keren, om ons te bé-keren.
Het feest van Shábhu’òth (eigenlijk van de zeven ‘zaterdagen,’ Shabatoth, van de zeven keerpunten na Pesach) is het grote jaarlijkse bekeringsfeest, ter herinnering aan de radicale bekering van Israël bij de Berg Sinaj. Want toen God neerdaalde als een huiveringwekkende Stem en er bloed gesprenkeld werd, niet aan de deurposten, maar op de hoofden van elke Israëliet, keerde het volk radicaal om: van een onsamenhangend slavenvolkje naar een uniek Godsvolk, een Messiaans Volk, een Gezalfde met een unieke roeping: ‘Gij zijt voor Mij een koninkrijk van priesters met het oog op héél de aarde, want héél de aarde behoort Mij (Exodus19:6).’ Eeuwen later, op Shabhu`oth in Jeruzalem, toen God opnieuw neerdaalde in het midden van Zijn volk, ditmaal in een storm, in een Heilige Windvlaag, werd een stel eigenwijze en toen het er op aankwam lafhartige vissers uit Galilea radicaal bekeerd tot een stootgroep van onverschrokken getuigen voor het Koninkrijk Gods.
Nog enkele woordverbanden: Shábha, een eed afleggen, trouw beloven, een verbondsrelatie aangaan: in feestelijk-plechtige Vieringen wordt de verbondsrelatie tussen God en Zijn volk als het ware opnieuw met een eed bevestigd. De eerste keer dat het werkwoord in Tenach/OT voorkomt is in Genesis/Bereshiet 21:31. Abraham en Abhimelech sloten met elkaar een verbond bij BeérSheva vanwege een gegraven put door Abraham. Beide heren beloofden elkaar daar, bij de beér, de waterbron, trouw.
We lezen dat Abraham Abhimelech zeven lammeren geeft, zeven, sheva/עָבֶ ש ,ׁkomen we ook tegen in de plaatsnaam Beérsheva!
Shábhach,a. prijzen, gelukkig prijzen b. kalmeren, stillen: in de lofprijzing kalmeert onze ziel, komt ons diepste innerlijk tot rust, en dat vooral ook in het Wekenfeest, het feest van de omkering, van de bekering.
Er is ook woordverband shábháh, afvoeren als gevangene en met shábhúth, gevangschap: zonder de bevrijdende en heiligende Werking van de Heilige Geest is de mens een gevangene van onheilige geesten.
Shábháh heeft woordverband met shabar, breken, kapot gaan. Door afgesproken beloften niet na te komen, maar te verbreken kan de situatie ontstaan dat we als gevangenen worden weggevoerd, zoals Israel meerdere malen heeft ervaren.
Shabhua en Shabat hebben ook woordverband. Er is pas sprake van een week wanneer de zevende dag, de Shabat voorbij is. Shabat komt van het zitten, shebhet werkwoord staken. Ook met Shabhu’oth mogen we rust nemen en God danken voor de zinvolle Onderwijzing die Hij aan de wereld heeft gegeven voor een gezonde samenleving en samenloving!
Bron: Tijdstip. Tijdschrift over Bijbels Hebreeuws en Bijbelse Levensstijl. Eeen uitgave van Studiehuis Reshiet.
DELEN
[Sassy_Social_Share]