Psalm 94 -9-: Over de Trooster gesproken
O God van alle wraak, HEERE,
God van alle wraak, verschijn blinkend!
Rechter van de aarde, verhef U,
vergeld de hoogmoedigen naar wat zij verdienen.
Hoelang zullen de goddelozen, HEERE,
hoelang zullen de goddelozen van vreugde opspringen,
hun mond doen overvloeien, hooghartige taal spreken?
Hoelang zullen allen die onrecht bedrijven, zich beroemen?
HEERE, zij verbrijzelen Uw volk,
zij verdrukken Uw eigendom.
De weduwe en de vreemdeling doden zij;
zij vermoorden de wezen
en zeggen: De HEERE ziet het niet,
de God van Jakob merkt het niet.
Let op, onverstandigen onder het volk;
dwazen, wanneer zult u verstandig worden?
Zou Hij Die het oor plant, niet horen?
Zou Hij Die het oog vormt, niet zien?
Zou Hij Die de heidenvolken bestraft, niet straffen,
Hij Die de mens kennis bijbrengt?
De HEERE kent de gedachten van de mens:
vluchtig zijn ze.
Welzalig de man die U bestraft, HEERE,
en die U onderwijst uit Uw wet.
Zo geeft U hem rust voor dagen van onheil,
totdat de kuil voor de goddeloze gegraven wordt.
Want de HEERE zal Zijn volk niet in de steek laten,
Hij zal Zijn eigendom niet verlaten.
Want het oordeel zal weer rechtvaardig zijn,
alle oprechten van hart zullen ermee instemmen.
Wie zal voor mij opkomen tegen de kwaaddoeners?
Wie zal zich voor mij opstellen tegen wie onrecht bedrijven?
Als de HEERE niet mijn Helper was geweest,
had mijn ziel bijna in de stilte gewoond.
Toen ik zei: Mijn voet wankelt,
ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE.
Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden,
verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel.
Zou de zetel van het verderf een verbintenis met U aangaan,
die onheil sticht bij verordening?
Zij spannen samen tegen de ziel van de rechtvaardige,
onschuldig bloed verklaren zij schuldig.
Maar de HEERE is mij een veilige vesting geweest,
mijn God is mij tot een rots, mijn toevlucht.
Hij zal hun onrecht op hen doen terugkeren,
Hij zal hen in hun slechtheid ombrengen,
de HEERE, onze God, zal hen ombrengen.
Psalm 94 -9-
Over de Trooster gesproken
We willen vandaag weer verder nadenken over de woorden:
Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden,
verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel.
Heb jij daar ook wel eens last van? Misschien wel als je ’s avond op bed ligt? Of juist ’s morgens als je wakker wordt? Of misschien wel midden in de nacht. Dat je gedachten vermenigvuldigen? Meestal zijn het dan de zorgen die je overvallen. Zo staat het hier ook in het Hebreeuws. Letterlijk: Wanneer veelheid van zorgen in mijn binnenste…
Tsja, dan kan het je bij wijze van spreken naar de keel grijpen. Tot verstikkens toe bijna. Dat je geen uitweg meer weet hoe je uit de zorgen moet komen. Wat het dan ook is. Zorgen om ziekte, financiën, je baan, je bedrijf, je relatie, je kind of noem maar op. En we weten allemaal wel, dat we ons geen zorgen hoeven te maken omdat we weten dat de Heere boven onze zorgen kent. En we weten het allemaal wel:
Worden niet twee musjes voor een penninkje verkocht? En niet een van die zal op de aarde vallen buiten uw Vader om. En ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dus niet bevreesd, u gaat veel musjes te boven.
En toch, en toch… Blijkbaar weet de HEERE, nog beter dan wij het zelf weten hoe wij ons zorgen kunnen maken over van alles en nog wat. Gods Woorden spreken namelijk bijna talloze malen ‘troost woorden’. Want laten we maar eerlijk zijn, wij mensen kunnen niet op eigen benen staan en hebben een schouder nodig waar we op uit kunnen huilen.
Wanneer de HEERE Jezus, na Zijn omwandeling op aarde deze aarde weet Hij als geen ander wat de discipelen nodig hebben, wat jij en ik nodig hebben. De Trooster. In Johannes 14 lezen we:
Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe. Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar u zult Mij zien, want Ik leef en u zult leven.
Als dat geen troost is. Ik heb een vriend die zijn hele leven lang niets, maar dan ook niets van de Bijbel en van de HEERE wilde weten. Tot voor kort hij op het aller onverwachts door de HEERE in de nacht geroepen werd, terwijl hij er niet omgevraagd had. Niet naar de HEERE op zoek was. Een paar maanden daarna een ernstige boodschap kreeg dat hij niet meer lang te leven had en er nu van getuigd dat Hij troost vindt in de woorden van de HEERE God. En laatst liet Hij mij weten te bidden wat Hem troost en rust brengt. Hij die de HEERE God alleen kende in een vloek vindt nu rust bij de HEERE. Kijk, zo werkt de HEERE God. Hij geeft troost, Hij geeft kracht. Hij brengt licht in het pikke donker. En de dichter van de psalm zegt hetzelfde, maar dan in andere bewoordingen als mijn vriend:
Uw vertroostingen verkwikten mijn ziel.
En let je er op dat hier ‘vertroostingen’ in het meervoud staat. Dus steeds weer opnieuw. Hij wil je troost bieden in elke situatie en op iedere dag. Dag aan dag draagt Hij ons.
De HEERE God zegt tegen in eerste plaats Israel, Zijn uitverkoren volk in Jesaja 57 vers 18:
Ik heb zijn wegen gezien,
Ik zal hem genezen, Ik zal hem leiden
en hem vertroosting bieden,
namelijk zijn treurenden.
Maar bij wijze van spreken over het hoofd van Israel zegt Hij het ook tegen jou en mij wanneer we verdriet hebben, wanneer we treuren:
Ik heb je wegen gezien, Ik zal je genezen, Ik zal je leiden, Ik zal je troost bieden.
Als dat geen zegen is.
KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN
DELEN
[Sassy_Social_Share]