Psalm 91 -15-: Over Gods beloften gesproken
Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten,
zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.
Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht,
mijn God, op Wie ik vertrouw!
Want Híj zal u redden van de strik van de vogelvanger,
van de zeer verderfelijke pest.
Hij zal u beschutten met Zijn vlerken,
onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen,
Zijn trouw is een schild en een pantser.
U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht,
voor de pijl die overdag aan komt vliegen,
voor de pest, die in het donker rondgaat,
voor het verderf dat midden op de dag verwoest.
Al zullen er duizend vallen aan uw zijde
en tienduizend aan uw rechterhand –
bij u zal het onheil niet komen.
Slechts met uw ogen zult u het aanschouwen,
u zult de vergelding aan de goddelozen zien.
Want U, HEERE, bent mijn toevlucht.
De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt.
Geen onheil zal u overkomen,
geen plaag zal uw tent naderen.
Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven
dat zij u bewaren op al uw wegen.
Zij zullen u op de handen dragen,
zodat u uw voet aan geen steen stoot.
Op de felle leeuw en de adder zult u trappen,
u zult de jonge leeuw en de slang vertrappen.
Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden;
Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam.
Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren,
in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn,
Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken.
Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen,
Ik zal hem Mijn heil doen zien.
Psalm 91
Over Gods beloften gesproken
De laatste keer dat we samen met elkaar na willen denken over deze psalm denken we na over de beloften die Hij in deze Psalm doet.
Ik weet niet wat jouw ervaringen zijn in het leven over beloften die gedaan worden, maar ik merk dat beloften van mensen, soms hoe goed bedoelt ook, soms niet nagekomen worden. Mensen vergeten soms hun beloften of er komt ineens iets tussendoor waardoor de belofte niet nagekomen wordt. Beloften worden soms snel gedaan zonder er verder bij na te denken en vergeten na te komen. Veelal is er niet eens kwaad in de zin. Maar gewoon vergeten.
Bij de HEERE, de Algmachtige, de Algenoegzame ligt dat totaal anders. In Numeri 23 lezen we:
God is geen man, dat Hij liegen zou, of een mensenkind, dat Hij ergens berouw over hebben zou. Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen? Zou Híj spreken en het niet gestand doen?
En hoewel goed Almachtig is, een ding kan Hij in ieder geval niet lezen we in Titus: Hij is een God Die niet liegen kan. Bij Hem is het letterlijk: Een man, een man, een woord een woord. Hij komt Zijn beloften na. Als kost het Hem Zijn leven. Letterlijk.
Het heeft allemaal met vertrouwen te maken. Waar stel jij je vertrouwen op? Er lopen op deze aarde miljoenen mensen rond die hun vertrouwen gesteld hebben op de leugenaar van de beginne. Eva was de eerste, vertrouwde hem, maar kwam verschrikkelijk bedrogen uit. Dat mag eigenlijk geen verrassing meer zijn, want sindsdien weten we dat hij de Vader, de oorsprong van de leugen is. Hij heeft het als het ware uitgevonden.
De dichter van Psalm 118, vers 8 en 9 zegt:
Het is beter tot de HEERE de toevlucht te nemen dan op de mensen te vertrouwen. Het is beter tot de HEERE de toevlucht te nemen dan op edelen te vertrouwen.
Psalm 9, vers 11
Wie Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen,
En in Psalm 20, vers 8 lezen we:
Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden, maar wíj zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen.
En dan lezen we tenslotte Psalm 40:
Zij vertrouwen op hun vermogen en beroemen zich op hun grote rijkdom. Niemand van hen kan zijn broeder metterdaad verlossen, hij kan God zijn losgeld niet geven. De losprijs voor hun leven is immers te kostbaar en zal voor eeuwig ontoereikend zijn. Hij zou dan voor altijd verder leven, en het verderf niet zien. Want hij ziet dat wijzen sterven, dat een dwaas en een onverstandige samen omkomen en hun vermogen aan anderen nalaten. Hun diepste gedachte is dat hun huizen voor eeuwig zullen bestaan, hun woningen van generatie op generatie; zij noemen de landen naar hun naam. Toch blijft de mens, in al zijn aanzien, niet bestaan; hij wordt gelijk aan de dieren, die vergaan. Deze weg die zij gaan, is hun dwaasheid; toch scheppen hun nakomelingen behagen in hun woorden. Sela als schapen zet men hen in het graf, de dood zal hen weiden.
Wat een verschrikkelijke, onvoorstelbare desillusie wanneer we ons vertrouwen op mensen, op prinsen om onze eigen kracht en desnoods op ons geld stellen. Wat zijn we eigenlijk dom, en de tekst die we zojuist gelezen hebben noemt ons dwaas en onverstandig wanneer we ons vertrouwen op iets of Iemand anders stellen dan op de HEERE Zelf. Verschrikkelijk als we nog eens de woorden diep tot ons door laten dringen.
Toch blijft de mens, in al zijn aanzien, niet bestaan; hij wordt gelijk aan de dieren, die vergaan. Deze weg die zij gaan, is hun dwaasheid; toch scheppen hun nakomelingen behagen in hun woorden. Sela als schapen zet men hen in het graf, de dood zal hen weiden.
Hoe anders spreekt en eindigt Psalm 91: Hij zegt, en op Hem je je werkelijk vertrouwen. Vraag het maar na bij de mensen die Hem kennen. En lees maar mee in de Psalm.
Ik ben de schuilplaats,
Ik ben de Allerhoogste
Ik ben je schaduw
Ik ben de Almachtige.
Ik ben je toevlucht
Ik ben je en burcht,
Ik ben je vertrouwen
Ik zal je redden van de vogelvanger
Ik zal je redden van de pest
Ik zal je beschermen
Ik zal je beschutten
Mijn trouw is een schild en een pantser.
Op Mij kun je vertrouwen als je ’s nachts angstig bent
Maar ook overdag
Op Mij kun je vertrouwen als de pest uitbreekt
Als er duizenden en tienduizenden sterven
Want Ik, HEERE, bent je toevlucht.
Kom maar bij mij wonen
Dan zal geen onheil je overkomen,
geen plaag zal je tent naderen.
Want Ik zal Mijn engelen bevel geven
dat zij je bewaren op al je wegen.
Zij zullen je op de handen dragen,
zodat je je voet aan geen steen stoot.
Ik zal je bevrijden
Ik zal je naar een veilige plek brengen
Ik zal je verhoren
Ik zal bij je zijn,
Ik zal je eruit helpen
Ik zal je verheerlijken.
Ik zal je met lengte van dagen verzadigen,
Ik zal je Mijn heil doen zien.
Het is vandaag een ernstige boodschap. We worden voor de keuze gesteld. Het is of Psalm 49:
Toch blijft de mens, in al zijn aanzien, niet bestaan; hij wordt gelijk aan de dieren, die vergaan. Deze weg die zij gaan, is hun dwaasheid; toch scheppen hun nakomelingen behagen in hun woorden. Sela als schapen zet men hen in het graf, de dood zal hen weiden.
Of
Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden;
Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam.
Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren,
in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn,
Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken.
Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen,
Ik zal hem Mijn heil doen zien
KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN
DELEN
[Sassy_Social_Share]