Psalm 91 -11- Over oma gesproken
27/04/2020

Psalm 91 -11- Over oma gesproken

Passage: Psalm 91

Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten,
zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.

Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht,
mijn God, op Wie ik vertrouw!

Want Híj zal u redden van de strik van de vogelvanger,
van de zeer verderfelijke pest.

Hij zal u beschutten met Zijn vlerken,
onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen,
Zijn trouw is een schild en een pantser.

U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht,
voor de pijl die overdag aan komt vliegen,

voor de pest, die in het donker rondgaat,
voor het verderf dat midden op de dag verwoest.

Al zullen er duizend vallen aan uw zijde
en tienduizend aan uw rechterhand –
bij u zal het onheil niet komen.

Slechts met uw ogen zult u het aanschouwen,
u zult de vergelding aan de goddelozen zien.

Want U, HEERE, bent mijn toevlucht.
De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt.

Geen onheil zal u overkomen,
geen plaag zal uw tent naderen.

Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven
dat zij u bewaren op al uw wegen.

Zij zullen u op de handen dragen,
zodat u uw voet aan geen steen stoot.

Op de  felle leeuw en de adder zult u trappen,
u zult de jonge leeuw en de slang vertrappen.

Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden;
Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam.

Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren,
in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn,
Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken.

Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen,
Ik zal hem Mijn heil doen zien.
Psalm 91
Over oma gesproken
We zullen over het laatste gedeelte van deze indrukwekkende Psalm nadenken. In de verzen 14 tot en met 16 is de HEERE Zelf aan het woord:

Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden;
Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam.

Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren,
in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn,
Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken.

Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen,
Ik zal hem Mijn heil doen zien.

Inderdaad God heeft het laatste Woord. De Heere God heeft veel, heel veel beloften klaarliggen voor de mens die zijn oog op Hem heeft laten vallen. Voor de mens die Zijn hoop en vertrouwen op Hem gesteld heeft. Met alle eerbied gesproken komt de Heere God woorden te kort om de mens die liefde voor Hem heeft opgevat te overladen met Zijn goedheid en zegeningen.

De uitdrukking zoals hier in de psalm weergegeven met ‘hij heeft liefde voor Mij opgevat  heeft in het Hebreeuws alles te maken met Hem liefdevol aanhangen, vertrouwen, Hem kennen en Hem aanroepen. Als antwoord op onze liefde die Hij in ons hart voor Hem gegeven heeft, overlaad Hij ons als het ware met Zijn zorg en bescherming. De Heere overlaad ons met acht aspecten van Zijn bescherming: We lezen over onze bevrijding, verhoging, verhoring, Zijn aanwezigheid, uitredding, eer lengte van dagen en verlossing of heil.

In het Hebreeuws is het woord acht afgeleid van het woord ‘shamman’ wat betekent: vet, overvloedig, vruchtbaar, en olie. Jakob legt zijn hoofd op een steen en zet die later overeind. Die steen wordt door hem ook gezalfd (Gen. 28:18).

Zalven is in het Hebreeuws ‘Mashiach’, dat is Messias. De eerste keer dat het getal acht wordt genoemd, is bij de instelling van de besnijdenis in Genesis 17 vers 12-13.

Elk kind bij u van acht dagen oud, al wie mannelijk is, moet besneden worden, al uw generaties door: degene die in uw huis geboren is én degene die van enige vreemdeling voor geld gekocht is, die niet tot uw nageslacht behoort.

Je wordt dan ook direct bepaald bij het verbond van God met Abraham.

De eerste keer dat het woord acht wordt genoemd in het Nieuwe Testament, is bij de besnijdenis van de Heere Jezus op de achtste dag. Het doel van de besnijdenis is niet uiterlijk, het gaat om de besnijdenis van het hart. Dat komt terug in het Nieuwe Verbond, en Paulus legt dit uit in Kolossenzen 2:11.

Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk. En u bent volmaakt geworden in Hem, Die het Hoofd is van iedere overheid en macht. In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis van Christus.

De geestelijke besnijdenis gebeurt met alle opnieuw geboren gelovigen. Deze heeft eigenlijk al plaatsgevonden op het kruis. Wij zijn met Christus gestorven en hebben de oude mens afgelegd. Het is een besnijdenis zonder handen.

De laatste keer dat het getal acht in de Bijbel voorkomt, is in 1 Petrus 3. Petrus onderstreept dat er acht zielen in de ark waren, en dat door hen een nieuw begin tot stand is gebracht.

De naam Noach betekent dan ook: RUST. De opstanding van Jezus was op de achtste dag volgens Johannes 20:1.

De achtste dag heeft altijd betrekking op iets nieuws, op de opstanding, op de eeuwigheid.

De achtste dag is het moment dat de oude orde van dingen voorbij is en alles nieuw is gemaakt. De zalving (= mashiach) die betrekking heeft op de Zoon , eindigt met de letter chet.

Chet betekent ook omheining. Wij zijn in de genade geplaatst en daar kunnen we nooit meer uitvallen. Een omheining geeft zekerheid en vrijheid.

Zo mogen we dat vanmorgen ook lezen in Psalm 91. De Heere zet als het ware een omheining om hen heen die Hem liefhebben. Ik heb het vanmorgen al eerder gezegd:

Hij overlaad degenen die Hem liefhebben met Zijn zorg en bescherming. De Heere overlaad ons met acht aspecten van Zijn omheining. Zullen we het vanmorgen eens heel persoonlijk maken?

Wanneer jij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God,
1. Zal ik je bevrijden;
2. Zal ik je in een veilige vesting zetten,
3. Zal ik je verhoren
4. Zal ik bij je zijn
5. Zal ik je Hulp zijn
6. Zal ik je verheerlijken
7. Zal ik je eeuwig leven geven
8. Zal ik je verlossen

Een achtvoudige zegen. Nog een keer: De achtste dag is het moment dat de oude orde van dingen voorbij is en alles nieuw is gemaakt.
De oproep van vanmorgen is duidelijk: Kom maar en heb Mij lief, misschien voor het eerst maar misschien ook opnieuw voor deze dag: Heb Mij maar lief, dan zal Ik je overladen met zegen.

Ik moet ineens denken aan mijn oude oma bij wie ik als zes jarig jochie aan haar sterfbed stond. Ik vergeet het van mijn leven niet meer. Oma ging sterven en ik stond daar in de donkere kamer aan de Burgemeester Vonklaan in Bodegraven. En oma zong haar laatste lied met een gebroken, maar met heldere stem Psalm 116:

God heb ik lief, want die getrouwe Heer’
Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen.
Hij neigt Zijn oor, ‘k roep tot Hem, al mijn dagen;
Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.

Verder zingen was voor haar niet mogelijk. Maar ’t was genoeg: Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer. Wat een rijkdom als je dat op je sterfbed met oma mee kan en mag zingen. Vind je ook niet?

KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב