Psalm 72 -2- Over het koninkrijk gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Gebed voor Salomo
1Voor Salomo.
O God, geef de koning Uw recht
en Uw gerechtigheid aan de zoon van de koning.
2Dan zal hij over Uw volk rechtspreken met gerechtigheid
en over Uw ellendigen met recht.
3De bergen zullen voor het volk vrede dragen
en de heuvels, met gerechtigheid.
4Hij zal de ellendigen van het volk recht doen,
Hij zal de kinderen van de arme verlossen
en de onderdrukker verbrijzelen.
5Zij zullen U vrezen zolang de zon en de maan er zijn,
van generatie op generatie.
6Hij zal neerdalen als regen op het gemaaide veld,
als regendruppels die de aarde bevochtigen.
7In Zijn dagen zal de rechtvaardige tot bloei komen;
er zal grote vrede zijn, tot de maan er niet meer is.
8Hij zal heersen van zee tot zee,
van de rivier de Eufraat tot de einden der aarde.
9De woestijnbewoners zullen voor Hem neerbukken,
Zijn vijanden zullen het stof oplikken.
10De koningen van Tarsis en de kustlanden
zullen schatting brengen;
de koningen van Sjeba en Seba
zullen schatten aanvoeren.
11Ja, alle koningen zullen zich voor Hem neerbuigen,
alle heidenvolken zullen Hem dienen.
12Want Hij zal de arme redden die om hulp roept,
en de ellendige, en wie geen helper heeft.
13Hij zal de geringe en arme sparen
en de ziel van de armen verlossen.
14Hij zal hun ziel van list en geweld bevrijden,
hun bloed is kostbaar in Zijn ogen.
15Hij zal leven!
Men zal Hem van het goud van Sjeba geven,
men zal voortdurend voor Hem bidden,
de hele dag zal men Hem zegenen.
16Is er een handvol koren op het land,
op de top van de bergen,
de vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon;
de stedelingen zullen bloeien als het gewas op de aarde.
17Zijn Naam zal voor eeuwig blijven;
zolang de zon er is, wordt Zijn Naam van kind tot kind voortgeplant.
Zij zullen in Hem gezegend worden;
alle heidenvolken zullen Hem gelukkig prijzen.
18Geloofd zij de HEERE God, de God van Israël;
Hij doet wonderen, Hij alleen.
19Geloofd zij voor eeuwig Zijn heerlijke Naam;72:19 Zijn heerlijke Naam – Letterlijk: de Naam van Zijn heerlijkheid.
laat heel de aarde met Zijn heerlijkheid vervuld worden.
Amen, ja, amen.
20Hier eindigen de gebeden van David, de zoon van Isaï.
Psalm 72 -2-
Over het koninkrijk gesproken
De Psalm als geheel vormt een compleet en prachtig beeld van het koninkrijk van de Messias, voor zover de openbaring van het OT zich uitstrekte. Alle gebeden van David zullen hun vruchten afwerpen in het koninkrijk zoals we in het laatste vers van deze mooie psalm met prachtige vergezichten zien.
Aan de laatste woorden van onze geliefden die ons ontvallen zijn; wordt door ons veel waarde gehecht. Heeft hij of zij nog iets gezegd, wat waren de laatste woorden? Misschien moeten we dat vanmorgen ook maar eens doen. Bij wijze van spreken onze oren te luister leggen bij het sterfbed van David, waar hij zijn laatste woorden uitspreekt op zijn sterfbed. We lezen in 2 Sam 23: 1-4.
1En dit zijn de laatste woorden van David.
David, de zoon van Isaï, spreekt;
de man die hoog is opgericht, spreekt,
de gezalfde door de God van Jakob,
en lieflijk in psalmen van Israël.
2De Geest van de HEERE heeft door mij gesproken,
en Zijn woord is op mijn tong.
3De God van Israël heeft gezegd,
de Rots van Israël heeft tot mij gesproken:
Er komt een Heerser over de mensen, een Rechtvaardige,
een Heerser in de vreze Gods.
4Hij is als het licht van de morgen,
wanneer de zon opgaat,
een morgen zonder wolken;
als de glans na de regen,
die groen laat opkomen uit de aarde.
Prachtig toch hoe Gods Woord zich nooit tegenspreekt maar altijd maar weer zichzelf bevestigd en aanvult? Een pen gestuurd van mensen kan dat nooit gedaan hebben, er is hier een Schrijver met een hoofletter aan het werk geweest. Luister maar wat David hier zelf over zegt: 2De Geest van de HEERE / JHWH heeft door mij gesproken, en Zijn woord is op mijn tong. Zie je wel, de Eeuwige is hier zelf aan het woord.
Vers 1 van Psalm 72 verwijst naar de inhuldiging van de Koningszoon met het koninkrijk, waarvan de formele beschrijving wordt gegeven in Dan 7: 13 en 14. We lezen daar immers:
Ik keek toe in de nachtvisioenen,
en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand
als een Mensenzoon.
Hij kwam tot de Oude van dagen
en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen.
Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap,
en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren.
Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden,
en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.
En in Openbaring 5 vers 5-10 lezen we vervolgens:
En een van de ouderlingen zei tegen mij: Huil niet, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken.
En ik zag, en zie: te midden van de troon en van de vier dieren en te midden van de ouderlingen stond een Lam als geslacht, met zeven hoorns en zeven ogen. Dat zijn de zeven Geesten van God, die uitgezonden zijn over heel de aarde.
En Het kwam, en heeft de boekrol genomen uit de rechterhand van Hem Die op de troon zat.
En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen zich vóór het Lam neer. Zij hadden elk een citer en gouden schalen vol reukwerk. Dit zijn de gebeden van de heiligen.
En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie.
En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde.
En in Jesaja 11 lezen we over het karakter van het Koninkrijk:
1Want er zal een Twijgje opgroeien uit de afgehouwen stronk van Isaï, en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen.
Op Hem zal de Geest van de HEERE rusten:
de Geest van wijsheid en inzicht,
de Geest van raad en sterkte,
de Geest van de kennis en de vreze des HEEREN.
Zijn ruiken zal zijn in de vreze des HEEREN.
Hij zal niet oordelen naar wat Zijn ogen zien
en Hij zal niet vonnissen naar wat Zijn oren horen.
Hij zal de armen recht doen in gerechtigheid
en de zachtmoedigen van het land zal Hij met rechtvaardigheid vonnissen.
Maar Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond
en met de adem van Zijn lippen zal Hij de goddeloze doden.
Want gerechtigheid zal de gordel om Zijn heupen zijn,
en de waarheid de gordel om Zijn middel.
Een wolf zal bij een lam verblijven,
een luipaard bij een geitenbok neerliggen,
een kalf, een jonge leeuw en gemest vee zullen bij elkaar zijn,
een kleine jongen zal ze drijven.
Koe en berin zullen samen weiden,
hun jongen zullen bij elkaar neerliggen.
Een leeuw zal stro eten als het rund.
Een zuigeling zal zich vermaken bij het hol van een adder,
en in het nest van een gifslang
zal een peuter zijn hand steken.
Men zal nergens kwaad doen of verderf aanrichten
op heel Mijn heilige berg,
want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE,
zoals het water de bodem van de zee bedekt.
Want op die dag zal de Wortel van Isaï er zijn,
Die zal staan als banier voor de volken.
Naar Hém zullen de heidenvolken vragen.
Zijn rustplaats zal heerlijk zijn.
En het zal op die dag gebeuren
dat de Heere opnieuw, voor de tweede keer, met Zijn hand
het overblijfsel van Zijn volk zal verwerven,
dat overgebleven zal zijn in Assyrië en in Egypte,
in Pathros, Cusj, Elam,
en in Sinear, Hamath en op de eilanden in de zee.
Als je zo deze woorden leest en tot je door laat dringen, wat kan je dan naar deze tijd die we lazen verlangen vind je ook niet. We leven nu in een wereld die gekenmerkt wordt door ongerechtigheid, waar niet alleen de dieren elkaar te lijf gaan maar waar de mensen, ook in de kerk, zij een dominee Jac van Dijk zo’n 50 jaar geleden als een zij tegen zijn gehoor in de kerk, hier elkaar in de kerk verbijten en vereten.
Tsja, het nadrukkelijke woord in Psalm 72 vers 1 is gerechtigheid. De bergrede beschrijft het koninkrijk van gerechtigheid. En de verzen 8-11 van psalm 72 spreken over de universaliteit van het koninkrijk. Hij zal immers niet alleen Koning zijn over Israel, maar over de hele aarde:
8Hij zal heersen van zee tot zee,
van de rivier de Eufraat tot de einden der aarde.
9De woestijnbewoners zullen voor Hem neerbukken,
Zijn vijanden zullen het stof oplikken.
10De koningen van Tarsis en de kustlanden
zullen schatting brengen;
de koningen van Sjeba en Seba
zullen schatten aanvoeren.
11Ja, alle koningen zullen zich voor Hem neerbuigen,
alle heidenvolken zullen Hem dienen.
En vers 16 verwijst naar de manier waarop universele zegening binnen moet worden gebracht.
Is er een handvol koren op het land,
op de top van de bergen,
de vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon;
de stedelingen zullen bloeien als het gewas op de aarde.
Het bekeerde Israël zal het “handvol maïs” zijn zoals de Koning Zelf in dood en opstanding het enige graan was, het “tarwekorrel”. 12:24 ” Voor het herstelde Israël zal het koninkrijk over de aarde worden uitgebreid zegt Zacharia 8: 13,20-23.
Het zal gebeuren, zoals u, huis van Juda en huis van Israël,
een vloek onder de heidenvolken geweest bent,
zo zal Ik u verlossen
en zult u een zegen worden.
Wees niet bevreesd, grijp moed.
…..
Zo zegt de HEERE van de legermachten: Er zullen weer volken komen en inwoners van veel steden.
De inwoners van de ene stad zullen gaan naar die van de andere en zeggen: Laten we meteen gaan om het aangezicht van de HEERE gunstig te stemmen, om de HEERE van de legermachten te zoeken; ík zal ook gaan.
Dan zullen veel volken komen en machtige heidenvolken, om de HEERE van de legermachten in Jeruzalem te zoeken en om het aangezicht van de HEERE gunstig te stemmen.
Zo zegt de HEERE van de legermachten: In die dagen zal het gebeuren dat tien mannen uit alle talen van de heidenvolken, vastgrijpen, ja, de punt van de mantel van een Joodse man zullen zij vastgrijpen, en zeggen: Wij gaan met u mee, want wij hebben gehoord dat God met u is.
Als dat geen zegen is.
https://www.youtube.com/results?search_query=zion+aaron+shust