Psalm 68 -7- Over boodschapsters gesproken
Klik hieronder voor de uitzending:
Tekst van de uitzending:
12 De Heere gaf stof tot spreken;
de boodschapsters van goede tijding vormden een groot leger.
13 De koningen van de legermachten vluchtten weg, zij vluchtten weg;
maar zij die thuis bleef, deelde de buit uit.
Psalm 68 -7-
Over booschapsters gesproken
Deze keer wil ik met je nadenken over de woorden die we zojuist gelezen hebben. In de voorgaande verzen lazen we:
U hebt zeer milde regen doen druipen, o God;
Ú hebt Uw eigendom versterkt,
toen het uitgeput raakte.
Uw kudde woonde daar;
U maakte Uw eigendom door Uw goedheid gereed
voor de ellendige, o God.
De relatie of het verband tussen deze bijbelgedeelten lijkt in eerste instantie vaag. Maar misschien wordt het duidelijker als we ons indenken in welke situatie het volk leefde. In de wildernis, zoals we eerder in de Psalm lazen. In de woestijn. In omstandigheden waar het volk onvoorstelbaar afhankelijk was van water, milde regen zoals schrijver van de Psalmdichter zegt. Water was en is in de woestijn letterlijk van levensbelang. En het tweede waar het volk van afhankelijk was in die omstandigheden, was van bescherming tegen de vijanden.
We lezen talloze malen dat het volk tijdens de woestijnreis te maken had met het gebrek aan water, maar ook dat zij juist geen gebrek hadden aan vijanden die hebn probeerden te belagen.
En dan volgen de woorden:
De Heere gaf stof tot spreken;
de boodschapsters van goede tijding vormden een groot leger.
De Heere, Adonay, wat we kunnen vertalen met ‘mijn Meester’, geeft, zoals de tekst zegt, stof tot spreken. We zouden het ook kunnen interpreteren als het feit dat de Heere een profetie geeft. In het Hebreeuws lezen we ýitter – omen, een woord, bevel of boodschap. Het was een groot leger van boodschapster die een goede tijding brachten.
Wat de inhoud van deze boodschap geweest is weten we niet precies, maar wel het gevolg daarvan. Luister maar naar het vervolg van de tekst:
De koningen van de legermachten vluchtten weg, zij vluchtten weg;
maar zij die thuis bleef, deelde de buit uit.
We mogen gerust concluderen dat de woorden die de boodschapsters hun effect niet hebben gemist: De koningen van de legermachten vluchtten weg. En blijkbaar deden zij dat overhaast want blijkbaar namen zij niet e tijd om alles netjes in te pakken, maar lieten zij alles achter zodat zij die thuis bleven en dat waren over het algemeen de kinderen en oudere vrouwen, zij die niet aan de strijd konden deelnemen, de buit uitdeelden.
’t Is allemaal een wonderlijke geschiedenis vind je ook niet.
Wat kan de boodschap van deze woorden ons, jou en mij te zeggen hebben. Voor mij betekent het dat wanneer
De Heere, Adonay mij stof tot spreken geeft, of wanneer ik Zijn woorden overdenk, of wanneer ik moet denken aan de zegeningen die Hij mij onophoudelijk schenkt, in dit gedeelte vertaald als de milde regen die Hij het volk schenkt, de koningen van de legermachten wegvluchten.
Ik vertaal dat deze keer maar als somberheid, ondankbaarheid ten opzichte van de Heere, of zondige gedachten of situaties waar ik niet op mijn plaats ben.
En als ik dan bij wijze van spreken weer Thuis ben, dicht bij het Vaderhart, in Zijn aanwezigheid, dan wordt als het ware de buit uitgedeeld. Dan kan ik me verheugen in wat de Heere, Adonay, mij schenkt. liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
Het is vanmorgen een wat toepasselijke aflevering geworden. En je mag best weten dat ik met het gedeelte geworsteld heb hoe ik de woorden moet verstaan. Er zullen talloze andere invullingen aan de woorden gegeven kunnen worden. En ik twijfel er niet aan dat er meer Schriftuurlijke, profetische of andere verklaringen mogelijk zijn. Maar dit is wat de Heere, de Meester, mij vanmorgen gaf. En heeft u of jij een aanvullende of andere invulling van dit Psalmgedeelte, laat het gerust weten. Ik leer graag van anderen. Zo mogen we elkaar opbouwen.
Maar tegelijkertijd blijft staan dat we, zoals ik zojuist al zei, we ons mogen verheugen in de buit die de Meester jou en mij wil schenken wanneer de Meester stof tot spreken geeft en boodschappers van goede tijding zijn: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
Als dat geen zegen is.
We gaan luisteren naar het lied: Er komen stromen van zegen.