Psalm 68 -4-: Over Gods handelen gesproken
Overwinningslied
1 Een psalm, een lied van David, voor de koorleider.
2 God staat op, Zijn vijanden worden overal verspreid;
wie Hem haten, vluchten voor Zijn aangezicht.
3 U verdrijft hen, zoals rook verdreven wordt;
zoals was smelt voor vuur
komen de goddelozen om voor Gods aangezicht.
4 Maar de rechtvaardigen verblijden zich,
zij springen op van vreugde voor Gods aangezicht
en zijn van blijdschap vrolijk.
Psalm 68 vers 1 tot 4 -#004-
Over Gods handelen gesproken
Deze keer willen we wat meer inhoudelijk naar de psalm kijken. Vandaag beginnen we daar mee met de verzen 1 tot en met 4.
Na de inleiding van de Psalm waarin we lezen dat David, de geliefde het lied geschreven heeft voor de koorleider, lezen we dat God, Elohim op staat. En dan gaat er iets gebeuren. Als Hij opstaat, lezen we in Genesis 1 vers 1, staan er grote dingen te gebeuren. Het woord Elohim komen we al direct tegen in Genesis 1 vers 1: In het begin schiep God de hemel en de aarde. Eigenlijk staat er dat hij de hemel en de aarde ‘baarde’. Alsof het een zwangere vrouw betreft.
Wie de taal van het Eerste Testament wil begrijpen, moet zich ook bewust zijn hoe het Hebreeuws spreekt over God. Het woord voor God is ‘el’, dat zoiets als ‘machtige’ betekent. Maar we vinden God gewoonlijk aangeduid met het meervoud: Elohim. Dit weerspiegelt een kenmerkend Hebreeuwse taaleigenschap.
Dingen die in het Hebreeuws als onbegrensd worden gezien, worden vaak aangeduid met een meervoud. Water is zoiets onbegrensds, en wordt daarom aangeduid met de meervoudsvorm mayim.
Maar we lezen in het Hebreeuws voor ‘hemel’ ook het meervoud, ‘hemelen’ omdat zij onbegrensd zijn.
En zo vinden we dus ook God aangeduid met een meervoud, omdat ook Hij wordt gezien, en in werkelijkheid onbegrensd is.
We gaan weer even terug naar psalm 68: Elohim staat op. Als Hij op staat dan is er sprake van een activiteit en gaat Hij als het ware over tot actie. Dus dat is voor ons voldoende reden om onze ogen en oren te spitsen om te zien wat Hij gaat doen.
Toen ik hier over nadacht moest ik denken aan de woorden die we lezen in Openbaringen 6:
En toen Het het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen dergenen die gedood waren om het Woord Gods, en dom de getuigenis die zij hadden. En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen die op de aarde wonen?
En het lijkt er op dat de Heere God hier in Psalm 68 het antwoord geeft: Hij staat op! Letterlijk: Hij verheft Zich. Om orde op zaken te stellen. En de gevolgen lezen we direct. Aan de ene kant zijn de gevolgenmot ik zeggen, verschrikkelijk. Als Hij orde op zaken gaat stellen zullen zij die Hem haten vluchten, zijn vijanden zullen verstrooid worden lezen we.
Zij die Hem haten. Het oud Hebreeuws geeft een verklaring van de lettertekens voor het begrip haat. En zij schrijven daar:
De tekens zijn een afbeelding van een doorn, en een afbeelding van zaad. Gecombineerd betekenen deze “doornzaad”. De doorn, het zaad van een plant met kleine scherpe punten zorgt ervoor dat men van richting verandert om ze te vermijden. Zo gelezen kunnen we dus haters van God, vertalen als mensen die God vermijden.
Dit vers uit psalm 68 is bijna een letterlijke vertaling van het gebed van Mozes zoals we dat lezen in Numeri 10 vers 35:
En het was bij het opbreken van de ark dat Mozes zei: Sta op, HEERE, laat Uw vijanden overal verspreid worden en hen die U haten, van Uw aangezicht vluchten!
Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar als ik deze woorden zo lees dan overvalt me een overweldigend gevoel. Wat vormt het Woord van God toch een enorme eenheid. Dat kan geen mens bedacht hebben, maar is het Architectenwerk van de God van hemel en aarde Zelf!
In de tekst van Psalm 68 zien we het beeld van mensen die voor het aangezicht van Elohim alle kanten op vluchten. Het lijkt er op dat David hier niet alleen spreekt over een toenmalige gebeurtenis, maar dat hij hier iets laat zien dat trekken heeft met het laatste oordeel. Hij spreekt hier over de manier waarop God zal omgaan met de mensen die God vermijden zoals we gezien hebben. Zij die zonder God leven. Zij zullen, en ik kan het bijna niet uit mijn mond krijgen, zo verschrikkelijk is het, in rook verdwijnen. Verschrikkelijk, verschrikkelijk, verschrikkelijk als ik er aan moet denken.
Eenmaal is het volk van God, Zijn kinderen, Zijn oogappel bijna in het geheel en letterlijk in rook opgegaan in de ovens van Hitler, en hoe verschrikkelijk was dat. Maar God heeft het laatste Woord: Zijn haters zullen in rook opgaan en zullen verstrooid worden. En weer doemt de associatie zich met het volk Israël zich op wat als zaad over deze wereld verstrooid is, maar nu in de tijd waarin wij leven bijeen vergaderd wordt.
Maar zegt de Psalm, de rechtvaardigen verheugen zich. Dat betekent niet dat deze mensen uit zichzelf allemaal zo vaardig in het recht zijn, maar dat zij door de genade gratis, en niet uit werken door God rechtvaardig verklaard zijn. Allemaal genade hoor! En zij verheugen zich, ze jubelen voor het aangezicht van Elohim en beleven grote vreugde. De tegenstelling met hen die God vermijden is ontzagwekkend groot. Terwijl de goddelozen niet kunnen bestaan wanneer JHWH verschijnt, zullen de rechtvaardigen juist jubelen. Laat er een voortdurend gebed in ons leven zijn voor hen die God nog niet kennen opdat ook zij tot Hem de toevlucht nemen.
Ik heb een vriend en een collega die mij en anderen steeds maar weer voorhoudt: Wat zijn we rijk Cees. Inderdaad niet in de zin dat we veel bezittingen hebben, maar rijk in Hem.
Als dat geen zegen is.
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren: