Psalm 68 -15- Over Alijah gesproken -1-
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
De Heere heeft gezegd: Ik breng u terug uit Basan;
Ik breng u terug uit de diepten van de zee,
opdat u uw voet kunt baden in bloed,
en de tong van uw honden zijn deel krijgt van de vijanden.
Psalm 68 -15-
Over Alijah gesproken -1-
De Heere heeft gezegd: Ik breng u terug uit Basan.
Ik zal ze redden uit de ballingschap onder de machtigen van Basan. Volgens Radak. dit is een goddelijke belofte om terug te keren of de Assyrische invasie van Israël om te draaien. Sinds de vijand voor het eerst Joods grondgebied aan de oostelijke kant van de Jordaan infiltreerde. in het land dat ooit bekend stond als Basan, heette het hele gebied Basan.
Basan (Hebreeuws: ha-Bashan ‘de lichte grond’) is de naam die in de oudheid gegeven werd aan de landstreek ten oosten van het Meer van Tiberias en ten noorden van de huidige grens tussen Syrië en Jordanië. In sommige periodes werden ook de Golanhoogten tot Basan gerekend. Basan stond nou niet bepaald als een godsdienstige lanstreek bekend. In tegendeel, het stond bekend als een landstreek waar de afgodendienst hoogtij vierde.
En nu profeteert de Heere, Adonay, de Meester in Psalm 68: Ik breng u terug uit Basan. Als dat geen wonder is! God brengt zijn volk Israel, maar ook jou en mij weer terug uit Basan, de plaats van Goddeloosheid. Maar dat niet alleen Hij zegt ook: Ik breng u terug uit de diepten van de zee.
Ik zal de ballingen van Israël verzamelen vanuit het hele land en zelfs van de eilanden van de zee. De zee is een beeld van de volken, de volkeren zee. We lezen bijvoorbeeld in Ezechiël 26 vers 3:
daarom, zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zál u, Tyrus! Ik zal vele heidenvolken tegen u laten opkomen, zoals de zee zijn golven laat opkomen.
De zee en de aarde in de context van het profetisch Woord, hebben vaak de betekenis van de volkeren en Israël. En Hij is degene die heerst over Israël en over de volkeren. In Mattheüs 19 vraagt Petrus aan de Heere: “Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd; wat zal dan ons deel zijn?” En dan zegt de Heere: “Voorwaar, Ik zeg u dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, als de Zoon des mensen zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, ook zult zitten op twaalf tronen en de twaalf stammen van Israël zult oordelen” (vs. 27-28).
Dus de Twaalven krijgen een leidende positie over het volk van Israël, en daarmee dus ook over de volkeren der wereld. Want waar zij gesteld zijn over Israël, daar is Israël in de toekomst gesteld als hoofd der volken over alle volkeren van de wereld. De Bijbel zegt in Jesaja 2: “Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Hij zal oordelen tussen de heidenvolken en veel volken vonnissen” (vs. 3-4).
In de toekomst wordt heel de wereld, geregeerd vanuit het midden der aarde, vanuit Jeruzalem. En het volk van Israël zal dan een Koninkrijk van priesters zijn; het zal deel hebben aan het koningschap van de Heere Jezus. En het zal met de Messias heersen over de volkeren der aarde. En het zullen priesters zijn: ze zullen de volkeren onderwijzen in de inzettingen van God (vgl. Matt. 28:19). Dat is de taak van Israël in de toekomst.
Als je er zo over nadenkt, betekent het lopen van Petrus op het water veel meer dan een geestelijke les voor u en mij. Dit gebeurde niet voor niets. Dit had een functie. Eigenlijk vertelt deze gebeurtenis ons iets over de toekomst. Als het gelovig overblijfsel van Israël inderdaad die belijdenis uitspreekt: ´Jezus is de Messias, de Zoon van de Levende God´, dan zegt de Heere: Kom! En dan gaat de Heere met het volk lopen over het water, heersen over de volkeren van deze aarde. Want daartoe is Israël uiteindelijk gesteld in het bestemmingsplan van God. De les voor Israël is dat het gehoorzaam moet zijn aan het Woord van God. Maar dat niet alleen: De profetie over Israel is dat het gehoorzaam zal zijn aan het Woord van God. Want alles wat van God komt, welke zegen dat ook is, of dat nou voor Israël is, of voor de Gemeente, alles is verbonden met het gezaghebbende Woord van God. Als God het zegt, dan is het zo. Dat Woord van God verdient maar één ding en dat is om gehoorzaamd te worden, maar de belofte aan Israel en aan de volkeren is eveneens waar: Dat zij en wij gehoorzaam zullen zijn.
Want de aarde zal vol worden met de kennis van de heerlijkheid van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt.
Als dat geen zegen is…