Psalm 40 -3-: Over verwachten gesproken
Vertrouwen op Gods genade
Een psalm van David, voor de koorleider.
Lang heb ik de HEERE verwacht,
en Hij boog Zich naar mij toe en hoorde mijn hulpgeroep.
Hij beurde mij op uit een kuil vol kolkend water,
uit modderig slijk;
Hij zette mijn voeten op een rots
en maakte mijn schreden vast.
Hij legde mij een nieuw lied in de mond,
een lofzang voor onze God.
Velen zullen het zien en vrezen,
en op de HEERE vertrouwen.
Welzalig de man
die op de HEERE zijn vertrouwen stelt,
en zich niet wendt tot wie hoogmoedig zijn
of afdwalen naar leugen.
HEERE, mijn God, veel zijn Uw wonderen, die Ú hebt gedaan,
en Uw gedachten, die U over ons hebt.
Men kan ze voor U niet uiteenzetten.
Zou ik ze verkondigen en uitspreken,
dan zijn ze zó machtig veel dat ik ze niet kan tellen.
U hebt geen vreugde gevonden in slachtoffer en graanoffer,
U hebt Mijn oren doorboord;
brandoffer en zondoffer
hebt U niet geëist.
Toen zei Ik: Zie, Ik kom,
in de boekrol is over Mij geschreven.
Ik vind er vreugde in, Mijn God, om Uw welbehagen te doen;
Uw wet draag Ik diep in Mijn binnenste.
Ik breng de blijde boodschap van de gerechtigheid
in de grote gemeente;
zie, mijn lippen belet ik niet.
Ú, HEERE, weet het!
Uw gerechtigheid verberg ik niet diep in mijn hart,
Uw waarheid en Uw heil verkondig ik.
Uw goedertierenheid en Uw trouw verzwijg ik niet
in de grote gemeente.
Psalm 40 vers 2-11 -3-
Over verwachten gesproken
De voorgaande keer hebben de in het kort nagedacht over de woorden
Lang heb ik de Heere verwacht
Ik wil daar graag nog iets over zeggen. En dat betreft het woord verwachten. Wanneer David zijn gebed voor de Heere uitsprak en Heere om hulp vroeg zoals de tekst zegt, wat het niet zo dat hij vervolgens maar de reactie van de Heere afwachtte, zo in de zin van ‘eens kijken wat de Heere zou gaan doen’. Zoals Jona bijvoorbeeld, die zich neerzette bij de boom om te bezien van wat de HEERE met de stad Nineve zou gaan doen.
Nee, David wachtte niet af, maar verwachtte, wat de HEERE op zijn hulpgeroep zou doen. Verwachten is heel iets anders dan afwachten. Als je het verschil wil weten moet je het maar een vragen aan een aanstaande moeder die een kleintje verwacht. Het Hebreeuwse woord voor ‘verwachten’ heeft ook wel de betekenis van ‘met reikhalzend verlangen uitzien’. Proef je een beetje van wat ik bedoel? Het is net zoals bij Elia zoals we de voorgaande keer gezien hebben. Het was niet zoiets als: Nou, ik heb gebeden tot de Heere om regen en nu wacht ik het maar af of tot het gaat regenen? Nee, hij stuurde elke keer zijn knecht er op uit om als het ware met reikhalzend verlangen naar regen uit te zien. Dat is een heel andere houding toch. Verwachten is hoopvol uitzien naar wat de HEERE zal doen op het hulpgeroep van David. Voor mij is dat weer een les vanmorgen. Wanneer ik mijn lijstje weer eens bij de HEERE onder de aandacht gebracht heb om hulp in bepaalde situatie dat ik met ‘reikhalzend verlangen’ naar de vervulling van mijn hulpgeroep zal verwachten. Zoals een aanstaande zwangere moeder uitziet naar haar baby.
En het vervolg van de tekst luidt dan:
en Hij boog Zich naar mij toe en hoorde mijn hulpgeroep.
En Hij boog zich naar mij toe. En Hij boog zich. Ik heb het eens nagezocht wat dat in het Hebreeuws betekend en waar deze uitdrukking voor het eerst wordt gebruikt. Ik kwam toen terecht bij Genesis 12:8
En hij brak op van daar naar het gebergte, tegen het oosten van Beth–el, en hij sloeg zijn tent op, zijnde Beth–el tegen het westen, en Ai tegen het oosten; en hij bouwde daar den HEERE een altaar, en riep den Naam des HEEREN aan.
Het Hebreeuwse woord wat in onze tekst dus vertaald wordt met en Hij boog zich naar mij toe in Psalm 40 wordt in Genesis vertaald met Hij sloeg Zijn tent op.
Ik weet net welk beeld of welke associatie jij er mee hebt, maar bij mij roept het warme gevoelens op. Wanneer ik de HEERE God om lang op hulp roep, en Hem vervolgens met reikhalzend verlangen verwacht, mag ik er ook zeker van zijn dat Hij ook een poosje Zijn tent bij mij zal opslaan. Naam mij toe zal komen, zich uit zal strekken, zoals een andere betekenis van het Hebreeuwse woord voor buigen luidt, en naar mijn hulpgeroep zal luisteren. Dat is zo maar een misschientje, maar een zekerheid waarvan David in deze Psalm getuigt. We hebben daar eerder bij stilgestaan.
Betekend dat dat al je wensen worden vervuld? Dat je krijgt waarom je hebt gevraagd? Ach, we weten wel beter. Maar weet je, ik heb het al meer keren gezegd. Als God er bij komt in al je omstandigheden waarin je zit, wordt alles anders. Wanneer de Heere God Zijn tent als het ware naar die van jou opzet, je in Zijn aanwezigheid bent, let maar op, dan wordt alles anders. Bij zo’n tent, worden vaak midden in de nacht, als het pikke donker is, de meest vertrouwelijke gesprekken gevoerd. En ontstaan er vriendschappen voor het leven.
David spreekt van deze ervaring die hij heeft in Psalm 40:
Lang heb ik de HEERE verwacht, en Hij boog Zich naar mij toe en hoorde mijn hulpgeroep.
Als dat geen zegen is.
Ziet U mijn rusteloze hart
dat naar U vraagt, op antwoord wacht?
Luister o Heer, waar moet ik heen?
Ik heb U nodig, U alleen.
Geef mij het levend water, Heer.
Mijn bron staat droog, ik heb niets meer.
Houd mij met beide handen vast
en troost mijn rusteloze hart.
Jezus, laat uw aanwezigheid
mijn diepste vreugde zijn.
U die mij naar het water leidt;
een bron in de woestijn.
Vrede vervult mijn hart.
Liefde stroomt bij mij binnen.
Jezus, U bent mijn kracht, o Heer.
U, de vreugde van mijn hart.
Water dat opwelt uit een bron;
de plaats waar ik U tegenkom.
Water dat sprankelt en dat leeft:
het nieuwe leven door de Geest.
We gaan luisteren naar een lied van Kinga Ban: Vreugde van mijn hart.
KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN