Psalm 40 -22- Over bevrijding gesproken
HEERE, Ú zult mij Uw barmhartigheid niet onthouden;
laat Uw goedertierenheid en Uw trouw mij voortdurend beschermen.
Want rampen, niet te tellen, hebben mij omvangen;
mijn ongerechtigheden hebben mij getroffen,
en ik heb ze niet kunnen overzien.
Zij zijn machtig veel meer dan de haren van mijn hoofd,
en mijn hart heeft mij verlaten.
Laat het U behagen, HEERE, mij te redden;
HEERE, kom mij spoedig te hulp.
Laat tezamen beschaamd en rood van schaamte worden
wie mij naar het leven staan om dat te vernielen;
laat terugwijken en te schande worden
wie vreugde vinden in mijn onheil.
Laat als loon voor hun smaad verwoest worden
wie tegen mij zeggen: Haha!
Laat in U vrolijk en verblijd zijn
allen die U zoeken;
laat wie Uw heil liefhebben, voortdurend zeggen:
De HEERE is groot!
Ík ben wel ellendig en arm,
maar de Heere denkt aan mij.
U bent mijn Helper en mijn Bevrijder;
mijn God, wacht niet langer!
Psalm 40 -22-
Over bevrijding gesproken
Vandaag willen we nadenken over de laatste woorden van deze indrukwekkende psalm.
Ík ben wel ellendig en arm,
maar de Heere denkt aan mij.
U bent mijn Helper en mijn Bevrijder;
mijn God, wacht niet langer!
En het zijn juist deze slotwoorden van de psalm en de dichter van de psalm die heel kernachtig weergeven wat er in deze psalm, maar eveneens eigenlijk in de hele Bijbel en Schrift wordt beschreven. Eigenlijk is het, het Evangelie, de goede blijde en de juiste boodschap van door heel de Bijbel heen.
Nadat wij in de Hof God ongehoorzaam waren en onze eigen weg gingen voelden en wisten Adam en Eva, de mens en zijn vrouw zich hopeloos beroerd en verloren. Voor elkaar, maar bovenal voor hun Maker. We voelden ons, maar we waren ook zoals we werkelijk lezen in de tekst: ellendig en arm. Zonder God stonden en staan we naakt in het leven. Maar, vervolgt de tekst, de Heere, denkt aan mij. Wat een ongelooflijk wonder. Toen de mens God de rug had toegekeerd in de Hof, kwam er geen vuur van de hemel om de mens te straffen en donderde het niet in de hof. Juist het tegenovergestelde vond plaats. De Heere God liet er bij wijze van spreken geen gras over groeien, maar voor de dag verlopen was en voor het donker werd was Hij daar. We gaan de woorden lezen en probeer de liefde van de Heere God als het ware door de woorden heen te proeven:
En zij hoorden de stem van de HEERE God JHWH, Die in de hof wandelde, bij de wind in de namiddag. (…) En de HEERE God riep Adam en zei tegen hem: Waar bent u?
Wat een ongelooflijk wonder, vind je ook niet! Wat moet het de Heere God ongelooflijk pijn gedaan hebben dat de mens deze keus gemaakt had, ondanks het feit dat Hij dat altijd al geweten heeft, maar het is Gods opzoekende liefde, altijd maar weer, want
U bent mijn Helper en mijn Bevrijder;
En dat niet voor een keer, maar altijd weer. Ook wanneer we eenmaal tot geloof gekomen zijn, zegt Hij bij wijze van spreken niet, en zoek het nu verder zelf maar uit, maar blijft Hij bij je. Je hele leven lang. Hoor je het: Je hele leven lang.
Wat kan je je ellendig voelen als je weer eens in de fout gegaan bent en wanneer je de neiging hebt je voor de Heere God te verstoppen, maar het evangelie is dat Hij je altijd weer opzoekt en vraagt: Waar ben je.
Ik moet denken aan dat overbekende verhaal van de zoon die in het ellendige buitenland zo ongeveer wel alle ellende nota bene bewust had opgezocht en uiteindelijk, wanneer hij straat arm is naar Vader toe gaat. En Vader staat Hem met open armen op te wachten. Zo’n Vader hebben jij en ik.
Hij is je Helper en je Bevrijder.
Juist ook in deze tijd, waar de Corona ons terugdringt in de huizen, een tijd waarin je je beperkt voelt in talloze activiteiten, een tijd waarin met name als je alleen bent, je je opgesloten voelt in je huis tussen vier muren die soms op je af komen, en de angst regeert in deze wereld en je soms ook aangepraat wordt, kunnen soms misschien wel eens de gedachten bij je opkomen:
U bent mijn Helper en mijn Bevrijder; mijn God, wacht niet langer!
Ik weet het, wanneer de woorden uit mijn mond komen kunnen ze erg goedkoop overkomen. Want wat kan de stilte en eenzaamheid juist in deze dagen op je afkomen. Zelfs nog meer dan in andere jaren. Om dan te horen zeggen door iemand anders: Ja, maar de HEERE is je Helper en Bevrijder hoor en Hij komt spoedig…
Maar nu ben ik het niet die het zegt, maar de Heere God. Hij is je Helper en Bevrijder en zo dicht als vandaar zijn we nog nooit bij Zijn komst geweest.
Als dat geen zegen is.
‘Maranatha’ (Sela)
Wanneer komt de dag, wanneer o God
zal de nacht voorgoed ten einde zijn
komt de tijd dat alles anders wordt
er geen tranen en geen rouw meer zijn
Iedereen zal zien hoe Jezus komt
op de wolken met bazuingeschal
vol van luister, stralend als de zon
Heer hoelang nog, voor U komen zal
Heel mijn hart juicht als ik U ontmoet
Wat een vreugde dat U bij mij blijft, voorgoed
Dan kniel ik neer, voor U mijn Heer
Jezus, wacht toch niet langer, kom
Heer, wij zien met groot verlangen uit
naar het eeuwig koninkrijk van God,
waar uw kerk zal stralen als uw bruid;
met haar bruidegom verenigd wordt
Heel mijn hart juicht als ik U ontmoet
Wat een vreugde dat U bij mij blijft, voorgoed
Dan kniel ik neer, voor U mijn Heer
Jezus, wacht toch niet langer, kom
Hef je handen op en kijk omhoog
Prijs de Heer, aanbidt Hem met ontzag,
met een brandend hart, vervuld van hoop
Jezus komt! Er is een nieuwe dag / combo
Heel mijn hart juicht als ik U ontmoet
Wat een vreugde dat U bij mij blijft, voorgoed
Dan kniel ik neer, voor U mijn Heer
Jezus, wacht toch niet langer, kom
Niets is beter, dan bij U te zijn
Wat een vreugde om te leven zonder pijn
Dan kniel ik neer, voor U mijn Heer
Jezus, wacht toch niet langer, kom
Jezus, wacht toch niet langer, kom
Klik hier om naar de uitzending te luisteren: