Psalm 40 -21- Over de grootheid van de Heere gesproken
15/12/2020

Psalm 40 -21- Over de grootheid van de Heere gesproken

HEERE, Ú zult mij Uw barmhartigheid niet onthouden;
laat Uw goedertierenheid en Uw trouw mij voortdurend beschermen.
Want rampen, niet te tellen, hebben mij omvangen;
mijn ongerechtigheden hebben mij getroffen,
en ik heb ze niet kunnen overzien.
Zij zijn machtig veel meer dan de haren van mijn hoofd,
en mijn hart heeft mij verlaten.
Laat het U behagen, HEERE, mij te redden;
HEERE, kom mij spoedig te hulp.
Laat tezamen beschaamd en rood van schaamte worden
wie mij naar het leven staan om dat te vernielen;
laat terugwijken en te schande worden
wie vreugde vinden in mijn onheil.
Laat als loon voor hun smaad verwoest worden
wie tegen mij zeggen: Haha!
Laat in U vrolijk en verblijd zijn
allen die U zoeken;
laat wie Uw heil liefhebben, voortdurend zeggen:
De HEERE is groot!
Ík ben wel ellendig en arm,
maar de Heere denkt aan mij.
U bent mijn Helper en mijn Bevrijder;
mijn God, wacht niet langer!

Psalm 40 -21-

Over de grootheid van de Heere gesproken
Vandaag willen we nadenken over de woorden

De HEERE is groot!

In de voorgaande dagen hebben we met elkaar stilgestaan bij de woorden die aan de tekst voorafgaan: Laat wie uw heil liefhebben…

We hebben nagedacht over de diepere betekenis van het woord liefhebben: áhav of agape. Agapè liefde als “de hoogste vorm van liefde. Het is onzelfzuchtige, opofferende en dienende liefde. Deze liefde komt van God, de Vader.

En we hebben nagedacht over heil, teshuva, onze terugkeer tot God, maar vooral ook Gods terugkeer tot ons. Want dat was en is onzelfzuchtige, opofferende en dienende liefde.

Wanneer je dat tot je doordringt tot in het diepst van bij wijze van spreken je botten, kan eigenlijk niet ander dan met de dichter van de psalm uitroepen: De HEERE, JHWH is groot!

 

 

Er zijn nogal wat mensen die moeite hebben met liederen waarin gesproken wordt van het verhogen of grootmaken van God. Hoe kun je God in hemelsnaam verhogen?

De moeite met deze uitdrukking is begrijpelijk, maar laten we eerst vaststellen dat de Bijbel op diverse plaatsen wel degelijk spreekt over het verhogen van God. Zie b.v. de volgende Schriftplaatsen:

Psalm 107:32

dat zij Hem verhogen in de gemeente des volks…

Psalm 118:28

Gij zijt mijn God, U zal ik loven, o mijn God, U zal ik verhogen.

Psalm 145:1

Een loflied van David. Ik zal U verhogen, mijn God…

In al deze gevallen is het werkwoord ‘verhogen’ een zeer letterlijke weergave vanuit het Hebreeuws. Het betreft dus beslist geen vertaalfout.

De uitdrukking ‘God verhogen’ is vergelijkbaar met de uitdrukking ‘God grootmaken’. Ook dat komen we in de Bijbel nogal eens tegen.

Lucas 1:46

En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot de Here,

Handelingen 10:46

… want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken.

Filippi 1:20

… Christus zal worden grootgemaakt in mijn lichaam, hetzij door mijn leven, hetzij door mijn dood.

De moeilijkheid met deze uitdrukkingen is, dat het in objectieve zin onmogelijk is om de Heer te verhogen of groot te maken. Wat valt er te verhogen aan Hem die de Allerhoogste is? Of hoe zouden we Hem kunnen groot maken die alles reeds overtreft? Objectief kan dat niet maar subjectief wel. Zoals Maria zegt: “mijn ziel maakt groot de Heer”. In iemands beleving kan God klein zijn en een lage plaats innemen. Door groter van Hem te denken en te spreken maakt men Hem groot, voor zichzelf en voor anderen.

Vergelijk het met een vergrootglas. Door daar b.v. letters onder te leggen maakt men die letters groter. Niet objectief natuurlijk (de letters zelf veranderen niet), maar wel zoals we ze waarnemen. Zo is het ook met God grootmaken. Wanneer we aan Hem denken en over Hem spreken zoals Hij is, dan wordt Hij groter in onze gedachten en woorden.

En als dat geen zegen is…

Klik hier om naar de uitzending te luisteren:


Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב