Psalm 3 – Morgenlied
18/09/2019

Psalm 3 – Morgenlied

Passage: Psalm 3


Psalm 3
1   Een psalm van David, toen hij vluchtte voor zijn zoon Absalom.
2   HEERE, hoe talrijk zijn mijn tegenstanders;
     velen staan tegen mij op.
3   Velen zeggen van mijn ziel:
     Hij heeft geen heil bij God.

Sela

4   U echter, HEERE, bent een schild voor mij,
     mijn eer; U heft mijn hoofd omhoog.
5   Met mijn stem riep ik tot de HEERE,
     en Hij verhoorde mij vanaf Zijn heilige berg.

Sela

6   Ik lag neer en sliep; ik ontwaakte,
     want de HEERE ondersteunde mij.
7   Ik vrees niet voor tienduizenden van het volk,
     die zich aan alle kanten tegen mij opstellen.
8   Sta op, HEERE,
     verlos mij, mijn God,
     want U hebt al mijn vijanden op de kaak geslagen,
     de tanden van de goddelozen hebt U stukgebroken.
9    Het heil is van de HEERE;
     Uw zegen is over Uw volk.

Sela

Overdenking
Psalm 3 werd in de vroege ochtend gezongen in de tempeldienst. Elke morgen. Waren er dan elke ochtend vijanden die op de loer lagen die het op hun leven gemunt hadden? Misschien soms, maar gelukkig niet altijd. En toch werd het lied gezongen. Elke morgen. Hegt lied raakt immers je bestaan, het raakt je leven.

Psalm 3 bestaat uit 144 Hebreeuwse lettergrepen, net als Psalm 1. Die 144 lettergrepen staan in 18 regels, en hebben 8 lettergrepen per regel. Acht, dat getal kun je met David verbinden. De zeven zonen van Isaï zijn het niet die door Samuël tot koning moeten worden gezalfd. Samuël dacht al bijna dat die hele zalving een mislukking zou worden, maar er blijkt nog een achtste zoon te zijn. Acht staat voor het beslissend nieuwe begin, voor nieuw leven, opstandingsleven,  een nieuw begin. Elke Psalm getuigt van Gods verrassende begin.

God wil met ons, met jou en met mij altijd een nieuw begin maken. Hoe we het soms ook verknoeid hebben. Hij staat met open armen op de uitkijk. Ook vandaag.

Toen David deze psalm schreef was hij op de vlucht voor zijn bloed-eigen zoon. Absalom. De geschiedenis lezen we in 2 Sam. 15-18. We lezen daar dat hij op een slinkse wijze het volk achter zich probeert te krijgen en zo ‘het hart van de mannen van Israël stal’ (vs. 6). Kortom: een goed georganiseerde staatsgreep die gevolgd zou worden door een burgeroorlog. Het is dus niet overdreven als David in Psalm 3:2 zijn nood bij de Heere brengt met de woorden: ‘Hoe zijn mijn tegenstanders vermenigvuldigd, velen staan tegen mij op!’

In vers 3 zegt David wat hij hoort wat mensen over hem zeggen: ‘Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God.’ Dat was nogal duidelijk. Immers, het is niet bepaald een zegen, dat dorp na dorp en stad na stad het vertrouwen in David opzegt en partij kiest voor zijn opstandige zoon Absalom.
Als je naar successen kijkt, en je legt succes uit als de zegen van God, dan heeft Absalom de Heere aan zijn kant staan. Zo dachten wellicht veel mensen in Israël. En laten we maar eerlijk zijn, zo denken wij ook vaak: Succes in os leven is van de Heere God.

Hoe groot zal de verleiding voor David geweest zijn om het zijn tegenstanders na te zeggen: ‘Ik heb geen heil (meer) bij God’?

Maar dat zegt hij niet, luister maar in vers 4: ‘Maar Gij, HEERE! zijt een Schild voor mij, mijn eer, en die mijn hoofd opheft!’

Dit is bij uitstek taal van het geloof, zoals Hebr. 11:1 daarover schrijft: totaal niet zien dat God met je is en tóch zeggen: ’Maar Gij, HEERE! Zijt een Schild voor mij!

Het laat iets zien van het wezen van het geloof, dat een bewijs is van de zaken die wij niet zien. David zag er weinig van dat de HEERE zijn Schild was en tóch geloofde hij daar dwars tegenin. Dat heeft alles te maken met die andere betekenis van het grondwoord voor ‘geloof’, namelijk met ‘vertrouwen’.

David vertrouwt op zijn Heere en God, zelfs als de nood tot aan zijn lippen stijgt. En juist omdat hij in God zijn vertrouwen blijft stellen, riep hij met zijn stem tot de HEERE (vs. 5). En de Heere beschaamt zijn vertrouwen niet, want ‘Hij verhoorde mij van Zijn heilige berg.’

Soms lijkt het alsof God mijlenver weg is en hebben wij het idee dat God ons helemaal niet ziet, maar Gods Woord zegt het anders: ‘Want de HEERE aangaande, Zijn ogen doorlopen de ganse aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen op Hem is gericht’, lezen we in 2 Kronieken. 16 vers 9

De nood kan soms inderdaad hoog komen, maar ‘de Heere is een getrouwe Vader, Die je niet verzocht zal laten worden boven wat je kan dragen, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven, opdat je ze kunt verdragen’ zegt Paulus in 1 Kor. 10 vers13.

Midden van de spanningen kan David rustig slapen en weer wakker worden, omdat de HEERE hem ondersteunde (vers. 6). David kan rusten, omdat God waakt. ‘De Bewaarder van Israël slaapt en sluimert immers niet, lezen we in Psalm 121 vers 3 en 4!

God waakt echter niet alleen, Hij voert ook de strijd aan. En omdat God strijdt, weet David zich zeker van de overwinning in vs. 9 van deze psalm: ‘Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk!

Uw zegen is over Uw volk. Hoe volken ook tegen het volk Israel op staan. Ook in onze tijd en we horen daarvan elke dag. Maar laten we niet vergeten dat Israel zijn Geliefde Volk, zijn uitverkoren volk is. Immers Zijn zegen is over Zijn volk!

Dan nog een persoonlijke bemoediging. We kunnen gerust stellen dat David zich in benarde omstandigheden bevond in deze Psalm. Maar desondanks mag hij in deze Psalm getuigen dat de Heere voor hem Zijn Schild, Zijn Eer, zijn verhoorder, zijn ondersteuner, zijn Verlosser en zijn God is. Lees de Psalm nog maar eens na.

Ik ken u uw omstandigheden niet, maar ook die kunnen moeilijk zijn, maar ik hoop dat u het David na kan zeggen: Hij is mijn Schild, mijn Eer, mijn Verhoorder, mijn Ondersteuner, mijn Verlosser en mijn God.

Want: ’De HEERE zal voor u strijden, en u zult stil zijn!’

 
Muziek
Opwekking 488 – De kracht van Uw liefde

 

 

Onderwerpen:

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב