Psalm 23 -12-:  Over schaduw gesproken -2-
10/11/2020

Psalm 23 -12-: Over schaduw gesproken -2-

Passage: Psalm 23

De HEERE is mijn Herder,
mij ontbreekt niets.
Hij doet mij neerliggen in grazige weiden,
Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren.
Hij verkwikt mijn ziel,
Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid,
omwille van Zijn Naam.
Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,
ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf,
die vertroosten mij.
U maakt voor mij de tafel gereed
voor de ogen van mijn tegenstanders;
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen
al de dagen van mijn leven.
Ik zal in het huis van de HEERE blijven
tot in lengte van dagen.

Psalm 23 -12-

Over schaduw gesproken -2-
De voorgaande keer hebben we met elkaar nagedacht over de schaduw als bescherming en beschutting.

Maar soms houdt schaduw in Bijbelse zin ook verband met de vergankelijkheid van het leven.

We lezen bijvoorbeeld in Psalm 102 vers 12:

Mijn dagen zijn als een langer wordende schaduw
en ík verdor als gras.

en Psalm 109 vers 23:

Ik ga heen als een schaduw die langer wordt,
ik word afgeschud als een sprinkhaan.

en Psalm 144 vers 4:

De mens lijkt op een zucht,
zijn dagen zijn als een voorbijgaande schaduw.

Schaduw wordt in Bijbelse zin dus gebruikt om er bescherming mee aan te geven, maar ook om de vergankelijkheid van het leven er mee aan te duiden.

Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,

Hebben we vanmorgen gelezen in Psalm 23. De uitdrukking ‘schaduw van de dood’ komt maar liefst 18 keer voor in de Bijbel. De doodsschaduw. Bij de schaduw van de dood denk je eigenlijk niet meer aan bescherming of beschutting, maar juist aan bedreiging. De dood werpt haar schaduw reeds vooruit. Als de dood haar schaduw vooruitwerpt, denk je als mens ‘nu wordt het menens, nu is het einde nabij. Iedereen die een dergelijke ervaring heeft meegemaakt, en het kan na vertellen, zal het herkennen dat wanner je dit hebt meegemaakt, het wel heel definitief is, niet te ontlopen. De schrik slaat je om het hart, alles zinkt je onder de voeten weg en er worden van het ene op het andere moment heel andere dingen ineens belangrijk.

En misschien duurt korte of langere periode voor je de onwankelbaarheid van het geloof weer terug hebt. Dat geloof, dat vertrouwen, concentreert zich op het geweldige heilsfeit waar je als gelovige altijd op mag vertrouwen: U bent met mij! Hier horen we als het ware de Naam van de Heere ook weer doorklinken: JHWH shamah: De HEERE is daar. De HEERE is er bij. De HEERE, de Aanwezige. En zo is het. Zelfs, maar misschien moet ik wel zeggen: Juist in de grootste nood, waarin je als het ware omhuld wordt door de dood, is Hij nabij.

Ik moet ineens denken aan mijn schoonvader. Hij had een heel leven achter de rug en was aan het einde van zijn leven gekomen. Spreken over een persoonlijk geloof was gedurende zijn hele leven iets wat maar heel moeilijk voor hem was. Maar toen zijn einde naderde en de schaduw van de dood hem naderde, mocht hij er van getuigen en ik zal nooit vergeten wat hij vertelde: Ik heb een grote Vriend. De Heere is nabij.

In Hebreeën 13 lezen we:

Wees tevreden met wat u hebt, want Hij heeft Zelf gezegd: Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten. Daarom zeggen wij met goede moed: De Heere is voor mij een Helper en ik zal niet vrezen.

Het Hebreeuwse woord voor verlaten, kan ook vertaald worden met ‘achterlaten’. De Heere zegt dus als het ware dat Hij jou en mij niet in de steek zal laten.

Natuurlijk staan deze woorden in eerste instantie in de context van de relatie tussen de HEERE God en het volk Israel. Maar ook voor ons geldt dit. De HEERE laat ons, jou en mij niet in de steek, zelfs niet met de dood voor ogen.

Als dat geen zegen is.

KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב