Psalm 22 -5-:  Over een worm gesproken
03/09/2020

Psalm 22 -5-: Over een worm gesproken

Passage: Psalm 22

Gebed in aanvechting

Een psalm van David, voor de koorleider, op ‘De hinde van de dageraad’.

Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten,
bent U ver van mijn verlossing, van de woorden van mijn jammerklacht?

Mijn God, ik roep overdag, maar U antwoordt niet,
en 's nachts, maar ik vind geen stilte.

Maar U bent heilig,
U troont op de lofzangen van Israël.

Op U hebben onze vaderen vertrouwd,
zij hebben vertrouwd en U hebt hen bevrijd.

Tot U hebben zij geroepen en zij zijn gered,
op U hebben zij vertrouwd en zij zijn niet beschaamd.

7 Maar ik ben een worm en geen man,
een smaad van mensen en veracht door het volk.

8 Allen die mij zien, bespotten mij;
zij trekken de lippen op, zij schudden het hoofd en zeggen:

9 Hij heeft zijn zaak op de HEERE gewenteld – laat Die hem bevrijden!
Laat Die hem redden, als Hij hem genegen is.

U bent het toch Die mij uit de buik hebt getrokken,
Die mij vertrouwen gaf, toen ik aan mijn moeders borst lag.

Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af,
vanaf de moederschoot bent U mijn God.

Blijf dan niet ver van mij, want de nood is nabij;
er is immers geen helper.

Vele stieren hebben mij omringd,
sterke stieren van Basan hebben mij omsingeld.

Zij hebben hun muil tegen mij opengesperd
als een verscheurende en brullende leeuw.

Als water ben ik uitgestort,
ontwricht zijn al mijn beenderen;
mijn hart is als was,
het is gesmolten diep in mijn binnenste.

Mijn kracht is verdroogd als een potscherf,
mijn tong kleeft aan mijn gehemelte;
U legt mij in het stof van de dood,

Want honden hebben mij omsingeld,
een horde kwaaddoeners heeft mij omgeven;
zij hebben mijn handen en mijn voeten doorboord.

Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen;
en zij, zij zien het aan, zij kijken naar mij.

Zij verdelen mijn kleding onder elkaar
en werpen het lot om mijn gewaad.

Maar U, HEERE, blijf niet ver weg;
mijn sterkte, kom mij spoedig te hulp.

Red mijn ziel van het zwaard,
mijn eenzame ziel van het geweld van de hond.

Verlos mij uit de muil van de leeuw
en van de hoorns van de wilde ossen.
Ja, U hebt mij verhoord.

Ik Uw Naam mijn broeders vertellen,
in het midden van de gemeente zal ik U loven.

U die de HEERE vreest, loof Hem;
alle nakomelingen van Jakob, vereer Hem;
wees bevreesd voor Hem, alle nakomelingen van Israël.

Want Hij heeft de ellendige in zijn ellende
niet veracht en niet verafschuwd;
Hij heeft Zijn aangezicht niet voor hem verborgen,
maar Hij heeft gehoord, toen hij tot Hem riep.

Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente,
mijn geloften zal ik nakomen in bijzijn van wie Hem vrezen.

De zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden;
wie de HEERE zoeken, zullen Hem loven.
Uw hart zal voor eeuwig leven.

Alle einden der aarde
zullen eraan denken en zich tot de HEERE bekeren:
alle geslachten van de heidenvolken
zullen zich voor Uw aangezicht neerbuigen.

Want het koningschap is van de HEERE,
Hij heerst over de heidenvolken.

Alle groten groten der aarde
zullen eten en zich neerbuigen.

Allen die in het stof neerdalen
en hun ziel niet in het leven kunnen behouden,
zullen voor Zijn aangezicht neerbukken.

Het nageslacht zal Hem dienen,
en aan de Heere toegeschreven worden tot in generaties.

Zij zullen komen en Zijn gerechtigheid verkondigen
aan het volk dat geboren zal worden,
want Hij heeft het gedaan.

Psalm 22 -5-

Over een worm gesproken
De voorgaande keer hebben we stilgestaan bij het feit dat David een beroep deed op JHWH om naar zijn geroep te horen omdat Hij ook de vaderen in het verleden tot Hem geroepen hebben en zij niet beschaamd zijn geworden en Hij hen heeft gered.

Na een beroep gedaan te hebben op wat de Heere in het verleden heeft gedaan roept David het uit: Ik ben een worm en geen mens, zoals de Hebreeuwse tekst zegt.

Bij het woord ‘worm’ denken wij misschien al vaak aan de worm die wij hier in het westen kennen en die we tegenkomen in de kleigrond als we bijvoorbeeld aan het spitten zijn. Maar het Hebreeuwse woord dat hier voor ‘worm’ wordt gebruikt is ‘tola’.

En een ‘tola’ is een bijzondere wormsoort. Het betreft de scharlaken wormsoort.

Wanneer het vrouwtje van de scharlakenwormsoort klaar is om haar jongen te baren, maakt zij haar lichaam aan de stam van een boom vast en wel op zo’n manier dat zij zich een maakt met de boom en nooit meer weg kan gaan.
De eitjes die onder haar lichaam werden afgezet, werden op deze manier beschermd totdat de larven uitgekomen en in staat zijn om hun eigen levenscyclus te beginnen. Wanneer de moeder vervolgens sterft, bevlekt de karmozijnrode vloeistof haar lichaam en het omringende hout.
Uit het dode lichamen van de scharlakenwormen werden de in de handel verkrijgbare scharlakenrode kleurstoffen uit de oudheid gewonnen.

Wat is dit een geweldig beeld is dit niet van Christus, die aan de boom stierf en zijn kostbaar bloed vergoot opdat hij "vele zonen tot heerlijkheid zou brengen’, zoals we lezen in Hebreeën 2 vers 10!

Hij stierf voor ons, voor jou en mij, opdat wij door Hem zouden leven! Psalm 22: 6 beschrijft zo'n worm en geeft ons dit beeld van de Messias.

Wat is het Woord van God toch onvoorstelbaar rijk. Je verbaast je er elke keer weer over. Ook nu weer zien we een beeld in de natuur waarin God Zijn verlossingswerk openbaart.

Hij aan het hout, Zichzelf verenigt met het kruishout, zodat wij tot leven geroepen zouden worden. Hoe kostbaar is dat.

Nu we weten wat de achtergrond of de herkomst van de scharlaken kleurstof is spreekt het wellicht nog meer wanneer we weten dat deze kleursoort als het ware bij de geboorte van Israel in de woestijn veelvuldig werd toegepast in de tabernakel. Overdrachtelijk gezien werden de Israëlieten zo elke keer wanneer zij de tabernakel, die God tot Zijn woonplaats had gemaakt, herinnerd aan Zijn verlossingswerk.

En Rachab moest een scharlaken koord uit het raam laten hangen, zodat zij en haar familie door de Israëlieten gespaard zouden worden, zo lezen we in Jozua 2. Je verbaas je soms over de gedetailleerdheid in het Woord van God. Want waarom staat er niet dat er gewoon een koord gebruikt werd, maar juist dat er een scharlaken koord gebruikt werd. De verklaring staat er achter: opdat zij en haar familie gespaard zouden worden. Het Evangelie van genade door de kruisdood van de Messias werd als het ware breeduit uit het raam gehangen.

Het scharlakenrood is verbonden met koninklijke majesteit. Scharlaken stof werd gedragen door rijke en aanzienlijke personen.

Wat gaat er een ongelofelijke boodschap vanuit wanneer we lezen dat de spotmantel die de soldaten Jezus, de koning der Joden, omdeden scharlakenrood was. We lezen in Mattheus 27:

Toen namen de soldaten van de stadhouder Jezus mee in het pretorium en verzamelden tegen Hem de hele legerafdeling. En na Hem ontkleed te hebben deden zij Hem een scharlaken mantel om en na een kroon van dorens gevlochten te hebben zetten zij die op zijn hoofd, en een rietstok in zijn rechterhand; en zij vielen op hun knieën voor Hem en bespotten Hem aldus: Gegroet, koning der Joden! En zij spuwden op Hem, namen de rietstok en sloegen op zijn hoofd. En toen zij Hem hadden bespot, deden zij Hem de mantel af en deden Hem zijn kleren aan; en zij leidden Hem weg om Hem te kruisigen. (TELOS)

Maar daar blijft het niet bij want ook de Anti-Christ, hij die zich voor zal doen als de verlosser van deze wereld, de grote hoer, de grote imitator zal het kenbaar zijn omdat hij zich zal kleden in het scharlaken. In het bijbelboek Openbaring zit hij op een scharlakenrood beest en is zelf bekleed met scharlaken. Macht en majesteit in scharlakenrood. We lezen in Openbaring 17:

En hij voerde mij weg in de geest naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat vol namen van laster was en zeven koppen en tien horens had.
En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en had een gouden drinkbeker in haar hand, vol gruwelen en de onreinheden van haar hoererij.

Nu we dit dus weten is het goed opletten binnenkort. Niet degene die op een beest zit met koppen en horens, versierd met goud en edelgesteente en parels en een gouden drinkbeker, hetgeen allemaal spreekt van verhoging, is het maar Hij Die Zichzelf vernederd heeft en Zichzelf vereenzelvigd heeft aan het hout, het verachtelijke kruishout, van Hem hebben wij verlossing te wachten.

Zullen we het nog een keer lezen omdat het zo’n mooi beeld is?

Wanneer het vrouwtje van de scharlakenwormsoort klaar is om haar jongen te baren, maakt zij haar lichaam aan de stam van een boom vast en wel op zo’n manier dat zij zich een maakt met de boom en nooit meer weg kan gaan.

De eitjes die onder haar lichaam werden afgezet, werden op deze manier beschermd totdat de larven uitgekomen en in staat zijn om hun eigen levenscyclus te beginnen. Wanneer de moeder vervolgens sterft, bevlekt de karmozijnrode vloeistof haar lichaam en het omringende hout.

Wat is dit een geweldig beeld is dit niet van Christus, die aan de boom stierf en zijn kostbaar bloed vergoot opdat hij "vele zonen tot heerlijkheid zou brengen’, zoals we lezen in Hebreeën 2 vers 10!

Als dat geen zegen is…

KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN


Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב