Psalm 22 -11-: Over zachtmoedigen gesproken
Gebed in aanvechting
Een psalm van David, voor de koorleider, op ‘De hinde van de dageraad’.
Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten,
bent U ver van mijn verlossing, van de woorden van mijn jammerklacht?
Mijn God, ik roep overdag, maar U antwoordt niet,
en ’s nachts, maar ik vind geen stilte.
Maar U bent heilig,
U troont op de lofzangen van Israël.
Op U hebben onze vaderen vertrouwd,
zij hebben vertrouwd en U hebt hen bevrijd.
Tot U hebben zij geroepen en zij zijn gered,
op U hebben zij vertrouwd en zij zijn niet beschaamd.
Maar ik ben een worm en geen man,
een smaad van mensen en veracht door het volk.
Allen die mij zien, bespotten mij;
zij trekken de lippen op, zij schudden het hoofd en zeggen:
Hij heeft zijn zaak op de HEERE gewenteld – laat Die hem bevrijden!
Laat Die hem redden, als Hij hem genegen is.
U bent het toch Die mij uit de buik hebt getrokken,
Die mij vertrouwen gaf, toen ik aan mijn moeders borst lag.
Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af,
vanaf de moederschoot bent U mijn God.
Blijf dan niet ver van mij, want de nood is nabij;
er is immers geen helper.
Vele stieren hebben mij omringd,
sterke stieren van Basan hebben mij omsingeld.
Zij hebben hun muil tegen mij opengesperd
als een verscheurende en brullende leeuw.
Als water ben ik uitgestort,
ontwricht zijn al mijn beenderen;
mijn hart is als was,
het is gesmolten diep in mijn binnenste.
Mijn kracht is verdroogd als een potscherf,
mijn tong kleeft aan mijn gehemelte;
U legt mij in het stof van de dood,
Want honden hebben mij omsingeld,
een horde kwaaddoeners heeft mij omgeven;
zij hebben mijn handen en mijn voeten doorboord.
Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen;
en zij, zij zien het aan, zij kijken naar mij.
Zij verdelen mijn kleding onder elkaar
en werpen het lot om mijn gewaad.
Maar U, HEERE, blijf niet ver weg;
mijn sterkte, kom mij spoedig te hulp.
Red mijn ziel van het zwaard,
mijn eenzame ziel van het geweld van de hond.
Verlos mij uit de muil van de leeuw
en van de hoorns van de wilde ossen.
Ja, U hebt mij verhoord.
Ik zal Uw Naam mijn broeders vertellen,
in het midden van de gemeente zal ik U loven.
U die de HEERE vreest, loof Hem;
alle nakomelingen van Jakob, vereer Hem;
wees bevreesd voor Hem, alle nakomelingen van Israël.
Want Hij heeft de ellendige in zijn ellende
niet veracht en niet verafschuwd;
Hij heeft Zijn aangezicht niet voor hem verborgen,
maar Hij heeft gehoord, toen hij tot Hem riep.
Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente,
mijn geloften zal ik nakomen in bijzijn van wie Hem vrezen.
De zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden;
wie de HEERE zoeken, zullen Hem loven.
Uw hart zal voor eeuwig leven.
Alle einden der aarde
zullen eraan denken en zich tot de HEERE bekeren:
alle geslachten van de heidenvolken
zullen zich voor Uw aangezicht neerbuigen.
Want het koningschap is van de HEERE,
Hij heerst over de heidenvolken.
Alle groten groten der aarde
zullen eten en zich neerbuigen.
Allen die in het stof neerdalen
en hun ziel niet in het leven kunnen behouden,
zullen voor Zijn aangezicht neerbukken.
Het nageslacht zal Hem dienen,
en aan de Heere toegeschreven worden tot in generaties.
Zij zullen komen en Zijn gerechtigheid verkondigen
aan het volk dat geboren zal worden,
want Hij heeft het gedaan.
Psalm 22 -11-
Over zachtmoedigen gesproken
De dichter van de psalm schrijft ons: De zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden. Zachtmoedigheid is nu niet bepaald een eigenschap die we in de tegenwoordige tijd waarin wij leven vaak tegen komen. Helaas ook onder veel christenen niet. <aar wat is zachtmoedigheid eigenlijk.
Het Hebreeuwse woord wat hier in de tekst gebruikt wordt is Anav en Anava.
In het eerste testament betekent het ´gebogen zijn´ ‘Anaf’ is zich ten opzichte van JHWH en Zijn wil onderworpen zijn, deemoedig. ANI, waarvan het woord is afgeleid is arme/ellendige en ANAV heeft de betekenis van ootmoedige,
Jesaja 29:19 zegt:
‘En de zachtmoedigen (anaviem) zullen vreugde op vreugde hebben in de HEERE, en de behoeftigen onder de mensen zullen zich in de Heilige Israëls verheugen.’
Tot zover een klein beetje Hebreeuws.
Het Hebreeuwse woord voor zachtmoedigheid wordt voor het eerst genoemd in relatie tot iemand die het van nature nou niet echt was, Mozes, de man naar Gods hart. Van hem zegt de HEERE, JHWH Zelf in Numeri 12 vers 3:
Maar de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen die op de aardbodem waren.
Onvoorstelbaar. Niemand op de hele aardbodem was zachtmoediger dan Mozes. Wat heeft de man wel niet 40 jaren moeten doorstaan tegenover een onwillig en mopperend volk. Hij wordt wel de middelaar van het eerste testament genoemd. Wil je een voorbeeld? We lezen in Exodus 32, nadat het volk om het kalf gedanst had:
En het gebeurde de volgende dag dat Mozes tegen het volk zei: Ú hebt een grote zonde begaan, maar nu zal ik naar de HEERE opklimmen. Misschien zal ik verzoening kunnen bewerken voor uw zonde.
Toen keerde Mozes terug tot de HEERE en zei: Och, dit volk heeft een grote zonde begaan, want zij hebben voor zichzelf een gouden god gemaakt.
Nu dan, of U toch hun zonde wilde vergeven! Maar indien niet, schrap mij alstublieft uit Uw boek, dat U geschreven hebt.
Toen zei de HEERE tegen Mozes: Wie tegen Mij zondigt, zal Ik uit Mijn boek schrappen.
Maar nu, ga heen en leid het volk naar de plaats waarvan Ik u gesproken heb. Zie, Mijn engel zal voor u uit gaan. Maar op de dag van Mijn vergelding zal Ik aan hen hun zonde vergelden.
Zo trof de HEERE het volk, omdat zij dat kalf gemaakt hadden dat Aäron gemaakt had.
Mozes, die Gods vriend wordt genoemd en zo’n tere omgang had met de HEERE, wilde hier zijn leven geven voor het volk. Als type van de werkelijke Zachtmoedige met een hoofdletter.
Zachtmoedigheid is nu niet bepaald een hoog gewaardeerde eigenschap in de tijd waarin wij leven. Wij brengen het in verband met zwakte, gebrek aan ambitie, meegaand, berustend, slap.
Toch is dat niet allemaal niet van toepassing op Yehoshua, de Zachtmoedige bij uitstek. Bijbelse zachtmoedigheid, staat ver van westerse mens. En hoe is het daarmee gesteld bij de gelovigen vandaag de dag? Ook onderling? Moeten we niet eerlijk bekennen dat we elkaar meer de oren dan de voeten wassen? Waarom leren we het maar niet om de onderste weg te gaan. Ons te verootmoedigen voor de ander?
Yehoshua zegt: ‘
Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.
Wat zoeken we toch veel naar hogere ervaringen, wonderen, blijdschap, ijver, deugden zeg, maar. Waarom zijn we elkaar te vaak tot last, hinderen we elkaar en wordt de eenheid zo weinig gevonden; door gebrek aan zachtmoedigheid, nederigheid dat zichzelf niets acht, die zich erin verheugd de minste te zijn en tot de geringste te worden.
Wie zijn de zachtmoedigen? De Griekse tekst achter deze uitspraak impliceert iemand die zachtaardige, teder, zacht, en passief is. Waarom zijn de passieve en zachtmoedigen van hart voorbestemd om de aarde bezitten? Yeshua onderwees niet in het Grieks. Hij had geen passiviteit of verlegenheid in gedachten toen hij over de zachtmoedigen sprak. Het gezegde zinspeelt daarentegen op het Hebreeuws van Psalm 37:11 waar staat:
De nederige (anavim) zal het land beërven.
Het Hebreeuwse anavim verwijst niet naar iemand die zachtmoedig en zachtaardig is maar veeleer naar de machteloze, de onderdrukte, de onderworpene, en het slachtoffer. Psalm 37 koppelt “de bescheidene” aan degene die op de HEERE wachten, en het stelt de nederige tegenover de boosdoeners en goddelozen: Want boosdoeners zullen uitgeroeid worden, maar degenen die op de HEERE wachten; zij zullen het land erven.
Want de kwaaddoeners zullen uitgeroeid worden, maar wie de HEERE verwachten, die zullen de aarde bezitten. Nog even, en de goddeloze zal er niet meer zijn; u zult op zijn plaats letten, maar hij zal er niet wezen. Maar de zachtmoedigen zullen de aarde bezitten en vreugde scheppen in grote vrede.
Het Hebreeuwse woord voor “aarde” (eretz) betekent ook “land” en in dit verband verwijst het specifiek naar Israël.
In die zin verwijst de zaligspreking naar het gelovige Joodse volk dat eeuwenlang geleden heeft en ook vandaar de dag nog steeds lijdt onder antisemitisme, en onderdrukking. Maar de rollen zullen omgekeerd worden. We zien daar in de tijd waarin wij leven de vervulling van plaatsvinden. We zijn er bijna, maar nog niet helemaal, zij een bevriende predikant van mij altijd in zijn preken. Het Messiaanse tijdperk zal de rollen omkeren. Zij die eeuwenlang verdrukt en vernederd werden en nu nog worden zullen het Beloofde land bezitten en hun vijanden onderwerpen. Dan Maria’s profetie in vervulling gaan:
Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm. Hij heeft hen die hoogmoedig zijn in de gedachten van hun hart, uiteengedreven. Hij heeft machtigen van de troon gestoten en nederigen heeft Hij verhoogd. Hongerigen heeft Hij met goede gaven verzadigd en rijken heeft Hij met lege handen weggezonden. Hij heeft het opgenomen voor Israël, Zijn knecht, door aan Zijn barmhartigheid te denken, zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen, tot Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.
Als dat geen zegen is.
We gaan luisteren naar het lied ‘Doorgrond mijn hart’, uit de bundel Opwekking nummer 222:
KLIK HIERONDER OM TE LUISTEREN