Psalm 20
Psalm 20
1 Een psalm van David, voor de koorleider.
2 Moge de HEERE u verhoren in de dag van benauwdheid,
de Naam van de God van Jakob u in een veilige vesting zetten.
3 Moge Hij u hulp zenden uit het heiligdom
en u ondersteunen uit Sion.
4 Moge Hij aan al uw graanoffers denken
en uw brandoffer tot as verteren. Sela
5 Moge Hij u overeenkomstig de wens van uw hart geven
en al uw voornemens in vervulling doen gaan.
6 Wij zullen juichen over uw heil
en de vaandels opheffen in de Naam van onze God.
Moge de HEERE al uw verlangens vervullen.
7 Nu weet ik dat de HEERE Zijn gezalfde verlost!
Hij zal hem verhoren uit Zijn heilige hemel,
met machtige daden van heil door Zijn rechterhand.
8 Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden,
maar wíj zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen.
9 Zíj kromden zich en vielen,
maar wíj zijn opgestaan en staande gebleven.
10 HEERE, verlos;
moge die Koning ons verhoren op de dag dat wij roepen.
Overdenking
Boven deze psalm staat: Gebed voor de koning.
De Levieten in de tempel smeken voor de koning de overwinning af, terwijl de zekerheid in hun woorden al wordt uitgesproken. Er is namelijk een oorlog op handen en een veldtocht wordt voorbereid. Het volk van God wordt aangevallen door de vijanden. Een dag van benauwdheid is in aantocht. Die dagen zijn er gelukkig niet altijd; de bijbel noemt dat in Efeze 6:13: de dag van het kwaad. Dan gaat het erom, krachtig te zijn in de Heere en in de sterkte van zijn macht. Want ook op de boze dag kunnen wij standhouden na onze taak geheel vervuld te hebben. Zo kwam voor Israël en voor koning David een boze dag, een dag van benauwdheid, zoals in vers 2 staat:
‘Moge de HEERE u verhoren in de dag van benauwdheid, de Naam van de God van Jakob u in een veilige vesting zetten’.
Op die dag van benauwdheid wordt gesmeekt om verhoring: O Heere, verhoor, want de Naam van de God van Jakob is immers een veilige vesting. Ook wij ervaren soms een dag van strijd en van aanvechtingen. En als de Levieten in de tempel voor de koning bidden, spreken zij over de naam van de God van Jakob als van een veilige vesting. Wat is dan de naam van Jakobs God? De profeet Amos spreekt daarvan in hoofdstuk 4 vers 13: ‘HEERE, God van de legermachten, is Zijn Naam.’
Dat is dus Gods Naam: God van de hemelse legermachten. Dat is Zijn Naam en we lezen in Psalm 91 vers 14 – 15: ‘Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden; Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam. Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren, in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn’
Hij zal ons dus beschutten, omdat wij zijn Naam kennen. En zijn Naam is: HEERE, God van de hemelse legermachten! Hij is de God van de hemelse legermachten, het hemelse leger dat aan onze kant staat, waarvan de profeet Elisa tot zijn knecht zei, en waarvan we lezen in 2 Koningen 6 vers 16: ‘Wees niet bevreesd, want die bij ons zijn, zijn méér dan die bij hen zijn.’
Deze Naam van de God van Jakob is ons een een veilige vesting. Het is, alsof de Levieten vanuit het heiligdom de koning en zijn leger toeroept: Jullie gaan winnen, want die bij ons zijn, zijn méér dan die bij hen zijn. Ik zal jullie in een veilige vesting zetten, want jullie kennen Zijn Naam.
Met deze woorden bemoedigden de Levieten koning David en zijn mannen en bemoedigen zij ook ons! We lezen verder in Psalm 20:
‘Moge Hij u hulp zenden uit het heiligdom en u ondersteunen uit Sion.’
Er wordt hulp uit het heiligdom verwacht. Het heiligdom is de ark, De ark van het verbond, als type van Christus. Voor ons komt hulp van onze hemelse Hogepriester, Jezus, die altijd leeft om voor ons te pleiten, zo lezen we in Hebreeën 7 vers 25. Ook is voorbede van en voor anderen een hulp die God zend uit zijn heiligdom. In 2 Korinthe 1 vers 11 zegt Paulus: ‘terwijl u ons ook mede te hulp komt door het gebed…’
En niet alleen Jezus geeft hulp, maar in Romeinen 8:26 staat dat ook de Geest onze zwakheden te hulp komt.‘Want wij weten niet wat wij zullen bidden zoals het behoort. Maar de Geest Zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.’
We lezen verder in Psalm 20:
‘Moge Hij aan al uw graanoffers denken en uw brandoffer tot as verteren. Sela’
Voor ons in het nieuwe verbond is het van belang de vermaning van Paulus tot ons te nemen om ons lichaam te stellen tot een levend offer:‘Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.’
Onze gaven voor het werk van de Heere moge ook zijn een welriekend, een aangenaam, Gode welgevallig offer met daaraan de belofte verbonden, dat God in al onze behoeften naar zijn rijkdom heerlijk zal voorzien, lezen we in Filippensen 4 vers 18 en 19.
In Psalm 20 lezen we verder:
‘Moge Hij u overeenkomstig de wens van uw hart geven en al uw voornemens in vervulling doen gaan.’
Er staat immers in Psalm 37 vers 4 en 5: ‘Schep vreugde in de HEERE, dan zal Hij je geven wat uw hart verlangt. Wentel je weg op de HEERE en vertrouw op Hem: Híj zal het doen.’
Wanneer wij vreugde scheppen in Hem en in Zijn woord, dan zal Hij onze plannen in vervulling doen gaan, ja, al onze plannen. De Levieten gaan verder met vers 6 nog voordat de oorlog gewonnen is. We lezen daar:
‘Wij zullen juichen over uw heil en de vaandels opheffen in de Naam van onze God.’
Elke stam in Israël had een vaandel. Een vaandel is een soort vlag aan een stok, met een strijdkreet of spreuk daarop geschreven. Als de vaandels werden opgestoken, trok men ten strijde. Ook wij willen juichen over Zijn overwinning zoals in 1 Korinthe 15 vers 57 en 58 staat: ‘Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus. Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere.’ Omdat God ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus, zullen wij standvastig en onwankelbaar zijn. Ja, wij zullen juichen over Zijn overwinning en de vaandels voor elkaar opheffen.
Deze psalm werd waarschijnlijk gezongen als een wisselzang tussen koor en de voorzanger stem. Het koor zong de verzen 1 t/m 6. En dan in de verzen 7 t/m 9 lijkt het er op, dat de voorzanger een profetische openbaring ontvangen heeft die hij uit zingt in vers 7:
‘Nu weet ik dat de HEERE Zijn gezalfde verlost! Hij zal hem verhoren uit Zijn heilige hemel, met machtige daden van heil door Zijn rechterhand.
De voorzanger weet het: de Heere geeft zijn gezalfde de overwinning. Voor ons geldt dat de Vader ons de overwinning geeft door Zijn gezalfde, zijn geliefde Zoon. We lezen in vers 8 vervolgens:
‘Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden, maar wíj zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen.’
Zo was het ook met David, die roemde in de naam van de Heere, zijn God toen hij Goliath tegemoet liep. En de naam van de Heere is: Heere van de legermachten, God van de hemelse legermachten. We lezen in 1 Samuel 17 vers 45 en 46: ‘U komt naar mij toe met een zwaard, met een speer en met een werpspies, maar ik kom naar u toe in de Naam van de HEERE van de legermachten, de God van de gelederen van Israël, Die u gehoond hebt. Op deze dag zal de HEERE u in mijn hand overleveren. Ik zal u verslaan en uw hoofd van u wegnemen. Ik zal deze dag de dode lichamen van het leger van de Filistijnen aan de vogels in de lucht geven en aan de dieren van de aarde, en heel de aarde zal weten dat Israël een God heeft.’
Dat was geloofstaal en dat klinkt anders dan een gebed van: “Helpt u mij als ’t U blieft, Heere”. Hij stond daar in geloof, in Gods naam. Hij zei: Goliath, je gaat er aan. De Heere zal jou in mijn macht overleveren. We lezen nog een keer vers 8:
‘Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden, maar wíj zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen.’
Goliath waande zich sterk door zijn zwaard, speer en werpspies en zijn grote lengte en zijn lichaamskracht, maar David roemde in de naam van de Heere, zijn God. Hij is de God van de hemelse legermachten en in die Naam roemen wij ook.
We lezen verder in Psalm 20 vers 9:
‘Zíj kromden zich en vielen, maar wíj zijn opgestaan en staande gebleven.’
Goliath viel neer. David bukte zich om een paar stenen te pakken. Hij richtte zich op en hield stand. Ja, hij overwon en met het schild des geloofs, het schild van vertrouwen, kunnen ook wij al de brandende pijlen van de boze doven, zo zegt ons Efeze 6:16: ‘Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen.’De Levieten – het koor – neemt de zang weer over van de voorzanger en zij zingen samen in vers 10:
‘HEERE, verlos; moge die Koning ons verhoren op de dag dat wij roepen.’
Als wij zo – in geloof – juichen over Zijn overwinning, de overwinning van Jezus, zullen wij standhouden. Wij zullen voor elkaar de vaandels opheffen. En als wij voor elkaar bidden, heffen wij als het ware de vaandels voor elkaar op.
God is een God die antwoordt op de dag van de strijd, en Zijn Naam maakt ons onaantastbaar.
Muziek