Psalm 113 vers 4: Over de heerlijkheid van de Heere gesproken
10/12/2019

Psalm 113 vers 4: Over de heerlijkheid van de Heere gesproken

Passage: Psalm 113:4

De HEERE is verheven boven alle heidenvolken,
boven de hemel is Zijn heerlijkheid.
Psalm 113 vers 4
Over de heerlijkheid van de Heere gesproken
Bij de voorbereiding op dit gedeelte las ik dat Psalm 113 in het Hebreeuws uit 58 woorden bestaat en dat het he Hebreeuwse woord voor heerlijkheid het negenentwintigste woord in de Psalm is en daarmee precies in het midden van de psalm staat. Inderdaad, als je de Psalm nog eens leest dan staat Gods Heerlijkheid centraal in de psalm.

Het  verwondert mij telkens weer wanneer je het Woord van God onderzoekt hoe wonderlijk mooi God Zijn  Woord heeft opgebouwd. De Psalm begint met Hallelujah en eindigt daar ook mee.

De Psalm roep dus aan het begin en aan het eind om de Heere, Jahweh, te loven en te prijzen en precies in het midden, centraal in de Psalm staat zijn heerlijkheid.

Dit Hebreeuwse woord voor heelrlijkheid komt nog een aantal malen voor in de Psalmen. Daarwordt het veelal vertaald met ‘eer’, wat natuurlijk ook in het woord ‘heerlijkheid’ voorkomt.

Laten we de verzen eens nalopen.

Psalm 21 vers 6 zegt ons:
Groot is zijn eer dankzij Uw heil, met majesteit en glorie hebt U hem bekleed.
In deze Psalm wordt de eer van koning David beschreven, maar ‘over het hoofd’ van David, de geliefde wordt gesproken over de Koning, de meerdere David, de Geliefde. En van Hem wordt gezegd dat Zijn eer, dankzij Zijn heil, het heil, de heelmaking die Hij heeft aangebracht, zo groot is dat God, Jahweh Hem met majesteit en glorie heeft bekleed. Inderdaad, over de heerlijkheid van de HEERE gesproken.

In Psalm 49 vers 17-18, de tweede keer dat het Hebreeuwse woord in de psalmen gesproken wordt lezen we iets totaal anders:
Wees niet bevreesd, wanneer een man rijk wordt, wanneer de eer van zijn huis groot wordt, want bij zijn sterven zal hij niets van dat alles meenemen, zijn eer zal hem in het graf niet nadalen.
Je zou haast zeggen: Daar gaat onze eer. Totaal vergankelijk. Allemaal klatergoud wat er blijkt. Het heeft totaal een waarde voor de eeuwigheid. Wat een onvoorstelbaar groot contrast. Wat een deceptie.

Zeker wanneer we de derde vindplaats van het Hebreeuwse woord lezen in Psalm 72:
Geloofd zij voor eeuwig Zijn heerlijke Naam;(Letterlijk: de Naam van Zijn heerlijkheid). laat heel de aarde met Zijn heerlijkheid vervuld worden. Amen, ja, amen. Hier eindigen de gebeden van David, de zoon van Isaï.
Kijk, onze naam, onze eer, onze heerlijkheid, als we daarover al kunnen spreken is vergankelijk. Kunnen we niet meenemen in ons graf. Maar Psalm 72 en daarmee Davids laatste woorden, eindigen er mee dat de heerlijkheid van de HEERE, Jahweh, Zijn heerlijke Naam, voor eeuwig is. Onze naam, onze heerlijkheid is vergankelijk. De heerlijkheid van Zijn Naam staat voor eeuwig vast.

Met deze woorden eindigt het tumultueuze bestaan van David mee:
Geloofd zij voor eeuwig Zijn heerlijke Naam; laat heel de aarde met Zijn heerlijkheid vervuld worden. Amen, ja, amen.
En ik ga je iets verklappen: Dit gebed van David zal verhoord worden.

Amen, ja amen

Muziek
Heer onze God hoe heerlijk is Uw naam

Tekst
Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam,
die U ons noemt door sterren, zon en maan.
Hemel en aarde spreken wijd en zijd,
tonen het wonder van uw heerlijkheid.

Heer, onze God, die aard’ en hemel schiep,
zeeën en land met macht te voorschijn riep.
Wat zijn wij, mensen, dat U aan ons denkt
en ons uw heerlijkheid en luister schenkt?

U komt ons, Heer, in Christus tegemoet.
U geeft ons, Heer,
verlossing door zijn bloed.
U roept ons, mensen, in uw heerlijkheid:
leven om Jezus’ wil in eeuwigheid!

Daarom zal, Heer,
ons lied een loflied zijn,
dat in ons zingt met eindeloos refrein.
Prijzend uw liefde, heffen wij het aan:
Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam!

 

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב