Parashat Va’ëra met Robbert Berns
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
We lezen: Exod. 6:2-9:35 / Ezech. 28:25–29:21 / Hand.7:30-40 en Titus 2:11-3:8
Va’era – Hij verscheen van het werkwoord ra’ah – dat een brede betekenis heeft van zien. Op velerlei wijzen heeft de Vader tot mensen gesproken en tenslotte in en door Zijn Zoon Jesjoea. Op diverse wijzen is de Gezondene, de Malach van de HEERE verschenen aan de vaderen, aan Mozes en Aaron, de profeten, aan de apostelen, Stefanus en Paulus, het volk. In onze tijd horen we getuigenissen van moslims, Joden, atheïsten, afgodendienaars dat de genade Gods hen verschenen is en heling, genezing aan hun hart en ziel bracht. Titus 2:11-3:8. Hij de Rechter van hemel en aarde vernedert hoogmoedigen en verhoogt de nederigen en is hen genadig.
De parashat en haftarah-lezing getuigen van de vernedering van de hoorn, de macht van Farao en het hoogmoedige volk, dat Gods volk beschaamde en zelfs tot slaven maakten. De Vader verscheen aan Mozes en openbaarde Zijn naam Ik ben Die Ik ben – Ehyeh asher Ehyeh – Jahweh, Hij Die is, de altijd Aanwezige. Met die Naam werd Mozes als verlosser gezonden tot Gods volk, tot Farao, Egypte en de volken. Farao verhardde echter zijn hart onder de oordelen, de tekenen en plagen van Gods rechterhand. De machthebber wilde Israël niet laten gaan naar het land, het erfdeel aan Abraham beloofd, zelfs niet toen zijn macht wankelde. In de laatste der dagen, in de huidige tijd zal dat volgens de profeet Jeremia 50: 33 niet anders zijn. Maar de machthebbers, de hoornen uit de vier windstreken van de aarde zullen verbroken worden, want Hij komt, het Lam met de zeven hoorns.
Laten wij met Mozes zien op de Onzienlijke in een “hopeloze” tijd, want Hij is nabij en komende.
Presentatie: Robert Berns