Over ontferming gesproken
03/01/2022

Over ontferming gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:


Psalm 103

Loflied op Gods genade

1 Een psalm van David.
Loof de HEERE, mijn ziel,
en al wat in mij is, Zijn heilige Naam.

2 Loof de HEERE, mijn ziel,
en vergeet niet een van Zijn weldaden.

3 Die al uw ongerechtigheid vergeeft,
Die al uw ziekten geneest,

4 Die uw leven verlost van het verderf,
Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid,

5 Die uw mond Letterlijk: uw sieraad. verzadigt met het goede,
uw jeugd vernieuwt als die van een arend.

6 De HEERE doet rechtvaardige daden
en recht aan alle onderdrukten.

7Hij heeft aan Mozes Zijn wegen bekendgemaakt,
aan de nakomelingen van Israël Zijn daden.

8 Barmhartig en genadig is de HEERE,
geduldig en rijk aan goedertierenheid.

9 Hij zal niet voor altijd ter verantwoording roepen,
niet voor eeuwig handhaaft Hij Zijn toorn.

10 Hij doet ons niet naar onze zonden
en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden.

11 Want zo hoog de hemel is boven de aarde,
zo is Zijn goedertierenheid machtig over wie Hem vrezen.

12 Zo ver het oosten is van het westen,
zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons gedaan.

13 Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,
zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen.

14 Want Híj weet wat voor maaksel wij zijn
en blijft bedenken dat wij stof zijn.

15 De sterveling – zijn dagen zijn als het gras,
als een bloem op het veld, zo bloeit hij.

16 Wanneer de wind erover is gegaan, is hij er niet meer
en zijn plaats kent hem niet meer.

17 Maar de goedertierenheid van de HEERE
is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over wie Hem vrezen.
Zijn gerechtigheid is voor de kinderen van hun kinderen,

18 voor wie Zijn verbond in acht nemen
en aan Zijn bevelen denken om ze te doen.

19 De HEERE heeft Zijn troon in de hemel gevestigd,
Zijn Koninkrijk heerst over alles.

20 Loof de HEERE, u, Zijn engelen,
sterke helden, die Zijn woord uitvoeren,
gehoorzaam aan het woord dat Hij spreekt. Letterlijk: de stem van Zijn woord.

21 Loof de HEERE, al Zijn legermachten,
dienaren van Hem, die Zijn welbehagen doen.

22 Loof de HEERE, al Zijn werken,
op alle plaatsen van Zijn heerschappij.

Loof de HEERE, mijn ziel!

Over ontferming gesproken
Vandaag wil ik met u verder nadenken over vers 13 en 14:
Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,
zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen.

Want Híj weet wat voor maaksel wij zijn
en blijft bedenken dat wij stof zijn.

David, de schrijver van de psalm is zich van zijn eigen zwakheid bewust. En dat is juist de reden van de ontferming van God: “Want Híj [met nadruk] weet wat maaksel wij zijn”. De HEERE, JHWH, wat de betekenis van de Aanwezige betekend, “blijft bedenken dat wij stof” zijn. Hij zal dat nooit vergeten, want Hij heeft ons uit “het stof van de aardbodem” gemaakt. Als wij dat blijven bedenken, zullen we onze afhankelijkheid van Hem erkennen.

En terwijl ik dit zo bedenk gaan mij n gedachten terug naar de woorden uit Lucas 15 waar we nu eens precies lezen wat de woorden die we vanmorgen gelezen hebben inhouden wanneer we over een ontfermende vader lezen. En een vader die precies weet wat voor maaksel wij zijn en blijft bedenken datr we stof zijn.

11En Hij, Jezus, zei: Een zeker mens, een vasder dus, had twee zonen.

12En de jongste van hen zei tegen zijn vader: Vader, geef mij het deel van de goederen dat mij toekomt. En hij verdeelde zijn vermogen onder hen.

13En niet veel dagen daarna maakte de jongste zoon alles te gelde en reisde weg naar een ver land en verkwistte daar zijn vermogen in een losbandig leven.

14En toen hij er alles doorgebracht had, kwam er een zware hongersnood in dat land en begon hij gebrek te lijden.

15En hij ging heen en voegde zich bij één van de burgers van dat land, en die stuurde hem naar zijn akkers om de varkens te weiden.

16En hij verlangde ernaar zijn buik te vullen met de schillen, die de varkens aten, maar niemand gaf hem die.

17En nadat hij tot zichzelf gekomen was, zei hij: Hoeveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed en ik kom om van honger.

18Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u.

19En ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden. Maak mij als één van uw dagloners.

20En hij stond op en ging naar zijn vader. En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem.

21En de zoon zei tegen hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u. Ik ben niet meer waard uw zoon genoemd te worden.

22Maar de vader zei tegen zijn dienaren: Haal het beste gewaad tevoorschijn en trek het hem aan en geef hem een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten.

23En breng het gemeste kalf en slacht het, en laten we eten en vrolijk zijn.

24Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen vrolijk te zijn.

Lieve luisteraars, als we iets willen begrijpen van de woorden die we in Psalm 103 lezen over Gods ontferming en over zijn genade, dan raad ik u aan dit gedeelte te lezen.

We lezen geen enkel, geen snipper van verwijt van Vader ten opzichte van zijn zoon. Allleen maar van ontferming. En we mogen leren dat wanneer we berouwvol tot Vader gaan, hij onms niet alleen met open armen op staat te wachten, maar dat Hij naar ons toe zal snellen.

Het woordje lopen zoals dat door de Statenvertalers gebruikt werd, had in de 17e eeuw de betekenis van snel lopen. Vandaar dat de HSV het grondwoord in veel gevallen met snellen, wegsnellen of toesnellen vertaalt. Op ander plaatsen, waar het om een wedstrijd gaat, is gekozen voor hardlopen. Een enkele keer is gewoon lopen voldoende omdat het zinsverband voldoende duidelijk maakt dat het om hardlopen gaat.

Weet u, wanneer ik aan deze geschiedenis denk, wanneer ik aan Vader en Zijn ontferming denk en als ik dan denk aan Vader en de woorden lees: En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem. Als ik die woorden tot mij door laat dringen dan kan ik wel, en vergeef me het woord, janken, van geluk. Vader verwacht niks van dat jong. De zoon had nog geen woord gezegd, maar Vader snelde al naar hem toe en omsloot hem in zijn armen en kuste hem. Kijk, zo’n Vader hebben wij. Ook in het  nieuwe jaar 2022.

En als je Hem nog niet kent als Vader, ga naar Hem toe, en je zult ervaren wat deze zoon ervoer. Vader die je in de armen neemt en je meer dan welkom heet.

Als dat geen zegen is.

DELEN:
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב