Klik hieronder om naar de tuitzending te luisteren:

 
Parashat Noach, gepresenteerd vanuit Israel met Karen Strijker
We lezen Genesis 6:9-11:32; uit de Haftara lezen we Jesaja 54:1-55:5 en we lezen Mattheus 24:36-46.

God spreekt tot Noach dat het einde van de mens is gekomen. Het woord voor einde is het woord qets ץֶקen dat heeft woordverband met het woord kots וץֹק ,wat walgen betekent… Ziet u het verband? Het woord kotsen klinkt in het Nederlands niet zo fijn, het is echter een Hebraïsme, God walgt van het geweld van de mens en kotst ze uit. Zie ook het woordverband met Openbaring 3:16 waarin God precies hetzelfde zegt: Ik zal u uit Mijn mond spuwen, kotsen.. ‘Maak u een ark van goferhout,’ spreekt God tegen Noach. Goferhout is verlijmd cipressenhout.

Dan staat er dat de ark ingedeeld moet worden in kamers of nesten, kanim יםִנָקen dit woord is afgeleid van het woord kaneh הֶנָקwat stengel betekent. (Denk ook aan het Engelse woord voor riet: cane). De ark blijkt dus gedeeltelijk gemaakt van rietstengels. In ieder geval vanbinnen, maar waarschijnlijk is het ook gebruikt om de grootste kieren mee te dichten, alvorens Noach deze moet bedekken met pek, zowel van binnen als van buiten. Het Hebreeuwse woord voor pek is koper רֶפֹּכ wat weer afgeleid is van het werkwoord kaphar ר פָכ ,wat bedekken, verzoenen betekent.

Uitzendingen: Elke vrijdag 21:00 uur (herhaling op zaterdag 02:00, 10.00 uur en 19.00 uur, zondag 02:00 uur en 09.00 uur en maandag 02:00 uur).

Shalom,

Presentatie: Karen Strijker