Over vergeving gesproken
08/11/2021

Over vergeving gesproken

Passage: Psalm 99

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Psalm 99
De macht van de HEERE is groot

1 De HEERE regeert; laten de volken sidderen.
Hij troont tussen de cherubs; laat de aarde beven.

2 De HEERE is groot in Sion,
Híj is verheven boven alle volken.

3 Laten zij Uw grote en ontzagwekkende Naam loven.
Heilig is Hij.

4 Loof de macht van de Koning, Die het recht liefheeft.
Ú hebt een billijk bestuur gevestigd,
Ú hebt recht en gerechtigheid gedaan in Jakob.

5Roem de HEERE, onze God;
buig u neer voor de voetbank van Zijn voeten.
Heilig is Hij.

6 Mozes en Aäron waren onder Zijn priesters,
Samuel onder wie Zijn Naam aanriepen;
zij riepen tot de HEERE
en Híj verhoorde hen.

7 Hij sprak tot hen in een wolkkolom;
zij hebben Zijn getuigenissen in acht genomen
en de verordeningen die Hij hun had gegeven.

8 HEERE, onze God, Ú hebt hen verhoord;
U bent voor hen een vergevend God geweest,
hoewel U wraak oefende over hun daden.

9 Roem de HEERE, onze God;
buig u neer voor Zijn heilige berg,
want heilig is de HEERE, onze God.

Over vergeving gesproken
Vanmorgen wil ik nog even met u nadenken over de laatste woorden van vers 8, want die lichtten op vanmorgen. In de voorgaande verzen lazen we dat Mozes en Aaron en Samuel de Naam aanriepen en de HEERE, de Aanwezige hen verhoorde. Maar een volgende vraag kan zijn waarom de HEERE hen verhoorde. Met andere woorden: Op grond waarvan?
En het antwoord lezen we in vers 8: U bent een vergevend God geweest! Hoewel U wraak uitoefende over hun daden.

Over het wraak uitoefenen van de HEERE daar wil ik een volgende keer met u stil staan. Want voorop staat, ook in dit vers, dat Hij een vergevend God is. En dat is vandaag niet anders dan in de dagen van Mozes, Aaron en Samuel. Er is geen schadusw van omkering bij de HEERE. Hij is gisteren en heden Dezelfde, tot in alle eeuwigheid. Amen?

De HEERE is een vergevend God lezen we. Het Hebreeuwse woord voor vergeving dat hier gebruikt wordt is ‘nasa’ en wordt in onze bijbels vertaald met vergeven, verdragen, optillen, sparen.

Zo zou de HEERE: Als Hij in Sodom tien rechtvaardigen binnen de stad zou vinden, de hele plaats omwille van hen sparen.

En een ander voorbeeld betreft de ark van Noach: En de vloed was veertig dagen op de aarde, en het water nam toe en hief de ark omhoog, zodat hij van de aarde oprees. En de vloed was veertig dagen op de aarde, en het water nam toe en hief de ark omhoog, zodat hij van de aarde oprees.

Maar de eerste keer dat we over vergeving over ‘nasa’ lezen, vinden we in Genesis 4:
En Kaïn zei tegen de HEERE: Mijn misdaad is te groot om vergeven te worden. Letterlijk: mijn schuld is te groot om te dragen.

Zie, U verdrijft mij heden van het aangezicht van de aardbodem en ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn en dolend en dwalend over de aarde gaan; en het zal zo zijn dat al wie mij tegenkomt, mij zal doden.

Maar de HEERE zei tegen hem: Daarom zal al wie Kaïn doodt zevenvoudig gewroken worden! En de HEERE merkte Kaïn met een teken, zodat niemand die hem tegenkwam, hem zou doden.

Toen ging Kaïn weg van het aangezicht van de HEERE; en hij woonde in het land Nod (Nod betekent: dwalen) ten oosten van Eden.

In deze geschiedenis vinden we in essentie wat vergeving is. Want had de Eeuwige recht gedaan dan had Kain gedood moeten worden. Een paar hoofsstukken verder vinden we dat namelijk. In Genesis 9 vers 6:’Wie het bloed van mensen vergiet, zijn bloed zal door den mens vergoten worden; want God heeft de mens naar Zijn beeld gemaakt.

Is G-d ontrouw aan Zijn Wigen Woord? Zegt Hij bij wijze van spreken eigenlijk: Ik heb dat wel gezegd, maar eigenlijk bedoelde ik dat niet zo. Of, nou ja, ik heb dat wel gezegd, maar voor deze ene keer, zand er over? Allemaal niet.

De Eeuwige is Kain, en dat is een andere betekenis van het woord ‘nasa’ vergevingsgevind. Hoewel Kain de dood had verdiend, ontving hij het leven. Kain, erkende zijn schuld met de woorden: Mijn misdaad is te groot om vergeven te worden. Zie, U verdrijft mij heden van het aangezicht van de aardbodem en ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn en dolend en dwalend over de aarde gaan; en het zal zo zijn dat al wie mij tegenkomt, mij zal doden.

En dan is het volgende woord wat we lezen: Maar de HEERE zei tegen hem. Er is sprake van een G-ddelijk ‘maar’. De Aanwezige was ook in het leven van Kain aanwezig. Hij waakte over het leven van Kain. Kain lag bij wijze van spreken dood in het stof, maar G-d tilde hem op. Vanuit het stof en gaf hem het leven.

En zo is het net bij ons wanneer we de HEERE G-d hebben mogen leren kennen.
Jesaja zegt het over Israel, maar wij zijn anno 2021 geen haar beter:
Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de HERE heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen.

Als dat geen zegen is.

DELEN:
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב