Over steekvliegen en muggen gesproken (3)
Klik hieronder om naar de uitzending te gaan:
Psalm 105
31 Hij sprak, en er kwamen steekvliegen
en muggen in hun hele gebied.
Over steekvliegen en muggen gesproken (3)
Nog eenmaal wil ik in het verband van Psalm 105 met u nadenken over dit onderwerp.
Want een ander facet van de mug is het beeld van tijdelijkheid en vergankelijkheid. Zo zien we dat het opgejaagde en afgematte volk Israël door de profeet bemoedigend wordt toegesproken (Jes. 51:6). Hij roept de mensen op aandachtig rond te zien.
Sla uw ogen op naar de hemel en aanschouw de aarde beneden, want de hemel zal verdwijnen als rook, de aarde zal verslijten als een kleed, als muggen zullen haar bewoners sterven.
De hemel zal verdwijnen als rook, de aarde verslijten als een kleed. En we zien het vandaag de dag om ons heen plaatsvinden. Duurzaamheid lijkt het toverwoord te zijn. Maar we zullen ons moeten realiseren dat deze hemel en aarde zijn niet duurzaam.
En in het licht van Gods eeuwigheid is de alle vlees is als gras en al de heerlijkheid van de mens is als een bloem in het gras. Maar het Woord van de Heere blijft tot in eeuwigheid. (1 Petrus 1 vers 24 en 25), die opkomt en na korte tijd sterft. Het leven is een handbreed gesteld. We zijn mensen van de dag. Eendagsvliegen.
Is er dan geen hoop? Jawel, want die vergankelijkheid staat in een bepaald perspectief, namelijk het perspectief van Gods gerechtigheid en onuitsprekelijke genade die duurzaam is en uitstijgt boven de komende en gaande geslachten.
De schrijver van het boek Prediker hanteert de vlieg als metafoor voor dwaasheid, wanneer hij zegt dat dode of giftige vliegen de zalf van de apotheker bederven (10:1). Hij bedoelt: als iemand te midden van het goede iets slechts naar voren brengt of als iemand rond wijze uitspraken een dwaze opmerking maakt, beïnvloedt dat het geheel. Sterker, het goede en wijze kan door zo’n dwaasheid -hoe klein ook – worden kapotgemaakt. Het is zoals met een vlieg die terechtkomt in helende zalf, de hele zalf wordt erdoor verziekt.
In een felle uithaal naar de godsdienstige leiders van Zijn dagen gebruikt Jezus een treffende beeldspraak: ‘Gij blinde wegwijzers die de mug uitzift en de kameel doorzwelgt’ (Mat. 23:24). Hij bedoelt: jullie zeven de mug nauwgezet uit jullie drinken, maar de kameel slikken jullie door. De mug staat voor het onbelangrijke, de kameel voor het belangrijke in het leven.
De leiders van Israël waarderen voornamelijk de details. Maar voor het wezenlijke hebben ze niet echt aandacht. Het kan ook voorkomen dat het kleine en grote even gewichtig is, omdat beide hetzelfde beogen, zoals in de Talmoed, waar rabbi Eliëzer zegt: ‘Wie een luis op sabbat doodt, is als iemand die een kameel doodt, want doden is doden’ (Sjabbat 12a).
De vlo is het beeld van het onaanzienlijke. David, op de vlucht voor koning Saul, vergelijkt zichzelf met respectievelijk een dode hond en één vlo (1 Sam. 24:15; 26:20). De vergelijking staat niet op zichzelf, de vlo staat tegenover het sterke leger van Saul. De ene contra de velen, de kleine tegenover de grote, de onbeduidende en de machtige kijken elkaar in de ogen. De vlo vraagt aan de overmacht: Waarom ben je bang voor mij? Koning, weet u wel wie of wat u achtervolgt? Of is de koning zo bang dat hij zelfs voor het kleinste bevreesd raakt!?
De bloedzuiger in Spreuken 30:15 is symbool van begeerte. Bloedzuigers hechten zich aan de huid van mens en dier, zuigen zich vol bloed en laten bij verzadiging pas los. De dubbele imperatief ‘geef, geef!’ correspondeert met het tweedelige zuigorgaan, de ‘twee dochters’ genoemd. Het geheel benadrukt de begerigheid. Deze ervaring uit de natuur verheft de wijsheidsleraar tot een beeld voor het menselijke bestaan, dat zich zo vaak laat beheersen door de hang naar meer.
Om de nutteloosheid en gewelddadigheid van de goddeloze levenshouding te schetsen, gebruikt de profeet het beeld van de slang en het spinnenweb (Jes. 59:5-6). Deze beelden staan in een aanklacht tegen Israëls ontrouw. Het spinnenweb is van de buitenkant een prachtig weefsel, maar niemand kan zich ermee kleden, het heeft geen nut. Bovendien blijkt het web levensgevaarlijk te zijn, uiteindelijk dodelijk voor wie erin verstrikt raakt. Het wijsheidsboek Job sluit bij deze gedachtegang aan, met het accent op de vergankelijkheid (8:14; vgl. 27:18). Bildad vergelijkt de basis van de goddeloze met een spinnenweb, met een stukje rag van het web. Zijn bezit, zijn contacten, zijn streven – het houdt geen stand, omdat de basis niet ligt in het vertrouwen op God. Op het eerste gezicht lijkt het allemaal mooi wat hem ten deel valt, maar het houdt geen stand, net zo min als het ‘huis’ van de spin onvergankelijk is.
En daarmee zijn we weer bij het moraal van het verhaal van de muggen, de luizen, de bloedzuigers. Die er niet alleen waren in de tijd van de plagen van Egypte, maar eveneens in de tijd waarin wij leven. Om de nutteloosheid, de gewelddadigheid van de goddeloze levenshouding van ook de huidige tijd waarin de mensheid momenteel leeft te schetsen, past eveneens het door de profeet geschetste beeld van de slang en het spinnenweb. Maar nu niet uitsluitend in een aanklacht tegen Israelstrouw, maar groter en meer manifest, de hele aarde. Ook in onze tijd is het spinnenweb waarin wij als mensheid terecht gekomen zijn heel mooi, maar niemand kan zich ermee kleden, het heeft geen nut. Bovendien blijkt het web levensgevaarlijk te zijn, uiteindelijk dodelijk voor wie erin verstrikt raakt. Job sluit bij deze gedachtegang aan, met het accent op de vergankelijkheid. Ons bezit, onze contracten, onze contacten, onze kennis, onze vrienden al- of niet op social media, ons streven – het houdt geen stand, omdat de basis niet ligt in het vertrouwen op God. Op het eerste gezicht lijkt het allemaal mooi wat ons ten deel valt, maar het houdt geen stand, net zomin als het ‘huis’ van de spin onvergankelijk is. Dat is wat ik zie in de tijd waarin ik leef. En dat is de tijd waarvan ik lees in het boek Openbaring.
Is er dan geen hoop? Jawel, want die vergankelijkheid staat in een bepaald perspectief, namelijk het perspectief van Gods gerechtigheid en onuitsprekelijke genade die duurzaam is en uitstijgt boven de komende en gaande geslachten.
Als dat geen zegen is.
Hoop is Tikvah in het Hebreeuws, daarom dit lied vanmorgen:
DELEN
[Sassy_Social_Share]