Over roem gesproken
11/04/2022

Over roem gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:


Psalm 105

1 Loof de HEERE, roep Zijn Naam aan,
maak Zijn daden bekend onder de volken.

2 Zing voor Hem, zing psalmen voor Hem,
spreek aandachtig van al Zijn wonderen.

3 Beroem u in Zijn heilige Naam,
laat het hart van wie de HEERE zoeken, zich verblijden.

4 Vraag naar de HEERE en Zijn kracht,
zoek Zijn aangezicht voortdurend.

5 Denk aan Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft,
aan Zijn tekenen en de oordelen van Zijn mond,

6 nakomelingen van Abraham, Zijn dienaar,
kinderen van Jakob, Zijn uitverkorenen.

Over roem gesproken
In de voorgaande afleveringen zijn we door het woord opgeroepen om de HEERE, JHWH, te loven, vervolgens Zijn naam aan te roepen, Zijn daden bekend te maken onder de volgen, voor Hem te zingen en als laatste aandachtig te spreken over al Zijn wonderen. Dat lijkt een hele mond vol en daar kunnen we maar druk mee zijn. Toch? Want wat een opdracht.

Maar het is niet bedoeld als een opdracht, maar het ligt veel meer in de lijn van: Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over! Het is de liefde van Christus, de liefde van de Messias die ons dringt, roept Paulus uit in 2 Korinthe. En weet u waarom? Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem Die voor hen gestorven en opgewekt is.

Volgelingen van de Messias, volgelingen van Christus, die leven niet meer voor zichzelf, horen we het goed? U en ik leven niet meer voor onszelf, ons ego doet er niet meer toe, u en ik staan niet meer centraal in uw en mijn leven, maar Hij die voor u en mij nota bene is gestorven en opgewekt. U hoort het inderdaad goed. De Messias is hier bepaald niet voor Zijn eigen geneugten op aarde gekomen, Hij stelde Zichzelf niet entraal maar Zijn Vader en Hij heeft Zichzelf totaal ontledigd zegt Gods Woord, is voor allen gestorven en opgewekt.

Laten we alsjeblieft vandaag het voorbeeld van de Messias volgen en niet meer voor onszlf leven maar voor Hem Die voor u en mij, voor allen, staat er, gestorven en opgestaan is.

Laten we zoals we lezen in vers 3 van Psalm 105 ons beroemen in Zijn heilige Naam,
laat het hart van wie de HEERE zoeken, zich verblijden.

Gods volk, Israel u en ik, hebben alle reden om ons te beroemen “in Zijn heilige Naam”. Gods Naam is heilig. Gods Naam is apart gezet. Zo heeft Hij Zich bekendgemaakt. In Exodus 3 spreekt God, Elohim, meervoud:

En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden.

Toen zei God verder tegen Mozes: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: De HEERE, de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob, heeft mij naar u toe gezonden. Dit is voor eeuwig Mijn Naam, dit is Mijn Naam ter gedachtenis, van generatie op generatie.

Ik die Naam worden u en ik vanmorgen opgeroepen om ons in te beroemen. Die naam in gedachtenis te houden. In de krant worden we in de rouwadvertenties opgeroepen om namen ter nagedachtenis te houden, maar in Gods Woord is er maar een Naam.

In de eerste plaats is Israel, want daar spreekt Elohim tegen in Exoxus tegen, met Hem verbonden, daarzit het woord verbond in. Of beter gezegd, dat Hij hen met Zich heeft verbonden, is alleen Zijn werk. Zij zijn door Hem en voor Hem geheiligd. Er is niets aan henzelf te danken.

Onder ons mensen, zijn er nogal wat die beroemd willen worden. Blijkbaar zit dat in ons. Bij de een meer dan bij de ander. Maar we willen gekend en erkend worden. Dat is in ons werk zo of we willen dat in de sport, of in het geloof, in het godsdienstige wereld of anderen weer op de kansel. De eerlijkheid gebied om te zeggen dat mannen dat meer hebben dan vrouwen. Niet voor niets staat in de bijbel de uitdrukking: Mannen van naam. Nergens vinden deze uitdrukking met betrekking tot vrouwen.

Ook in de christelijke wereld is er sprake is van een enorme drang tot roem en eer. Predikanten, voorgangers, directeuren van stichtingen die hun eigen koninkrijk aan het bouwen zijn in plaats van het Koninkrijk van God. We moeten de hand in eigen boezem steken.

Maar het hart dat vol is van de HEERE, “zoekt de HEERE” (vers 3b), “vraagt naar de HEERE” (vers 4a) en “zoekt Zijn aangezicht” (vers 4b). God is de bron van blijdschap. Zijn daden zijn een oorzaak van blijdschap.

De apostel Paulus spreekt ook over roem. Luister maar eens waarin hij zichzelf beroemt.

In 2 Korinthe 12 vers 9-10 lezen we Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig. 2 Korinthe 12 vers 9-10.

Vaak zijn we in het gunstigste geval bereid om lijden ‘te verdragen’, het ‘op de koop toe te nemen’. Maar Paulus zei: Daarom heb ik een behagen in... Waarom? Omdat hij dit geheim had geleerd: Als we aan het eind van onze eigen kracht zijn gekomen, onze eigen wijsheid, ons eigen kunnen, dan openbaart God Zijn genade.

Als dat geen zegen is.

https://www.youtube.com/watch?v=F057VCXk4go

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Onderwerpen:

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב