Over onze gedachten gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Psalm 105
1 Loof de HEERE, roep Zijn Naam aan,
maak Zijn daden bekend onder de volken.
2 Zing voor Hem, zing psalmen voor Hem,
spreek aandachtig van al Zijn wonderen.
3 Beroem u in Zijn heilige Naam,
laat het hart van wie de HEERE zoeken, zich verblijden.
4 Vraag naar de HEERE en Zijn kracht,
zoek Zijn aangezicht voortdurend.
5 Denk aan Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft,
aan Zijn tekenen en de oordelen van Zijn mond,
6 nakomelingen van Abraham, Zijn dienaar,
kinderen van Jakob, Zijn uitverkorenen.
Over onze gedachten gesproken
In de voorgaande afleveringen hebben we overdacht dat Gods volk alle reden heeft om voor Hem te zingen en dat te doen met psalmen. Psalmen zingen is zingen onder begeleiding van muziekinstrumenten.
Daarop sluit de volgende oproep uit vers 2 van de psalm aan: ze moeten “aandachtig van al Zijn wonderen” spreken. God heeft zoveel wonderen voor Zijn volk gedaan. Verderop in de psalm worden er meerdere genoemd. ‘Aandachtig spreken’ houdt in dat ze over Gods wonderen nadenken en daarvan getuigen. De dichter van Psalm 77 zegt het zo in de verzen 12 en 13:
Ik zal de daden van de HEERE gedenken,
ja, ik zal denken aan Uw wonderen van oudsher.
Ik zal al Uw werken overdenken
en over Uw daden spreken.
De itleggers geven bij dit vers aan dat het aandachtig spreken verband houdt met wat we lezen in Psalm 1 met betreckking tot het overdenken. We lezen daar:
Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
En dan volgt waar het mij om gaat:
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
Het aandachig overdenken heeft te maken met In zijn wet mediteert hij – Het Hebreeuwse Woord woord, jehgeh, overdenken, betekend dat hij er een diepe, serieuze en toegenegen aandacht aan besteedt; en hierdoor lijkt het erop dat zijn vreugde erin zit, want waar we van houden, daar moeten we zoals de psalm zeg dag en nacht aan denken. Ik weet nog wel toen ik pas verkering had met mijn huidige vrouw Anja, dat ik nergens anders aan kon denken dan aan haar en aan haar alleen. En toen ik nog maar net tot het geloof gekomen was, wat was ik onvoorstelbaar vol van Hem… Tsja, de eerste liefde…
Vanmorgen worden we door middel van Psalm 105 op geroepen om aandachtig te spreken van al Zijn wonderen. En dat kan soms best lastig zijn. Met broeders en zusters in het geloof lukt dat misschien best nog wel, maar luister eens naar de woorden van de Profeet Jesaja die hij spreekt tegen zijn eigen volk Israel in Jesaja 1 vers 10:
Hoor het woord van de HEERE,
leiders van Sodom!
Neem de wet, de Thora, her Woord, van onze God ter ore,
volk van Gomorra!
Maar tegelijkertijd lezen we de woorden van dezelfde profeet een bladzijde verder, in hoofdstuk 2:
Vele volken zullen gaan en zeggen:
Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE,
naar het huis van de God van Jakob;
dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen,
en zullen wij Zijn paden bewandelen.
Want uit Sion zal de wet, de Thora, uitgaan,
en het woord van de HEERE uit Jeruzalem.
Weet u, wanner ik Psalm 63 lees dan denk ik dat we de essentie, de kern waar het om gaat, te pakken hebben. Met alle eerbied gesproken horen de daar de woorden van de dichter die bij wijze van spreken, en nogmaals met alle eerbied gesproken verliefd is op Adonai, als we hem horen spreken en luister eens aandachtig naar zijn woorden, wanneer hij mediteert over Zijn God:
O God, U bent mijn God!
U zoek ik vroeg in de morgen;
mijn ziel dorst naar U,
mijn lichaam verlangt naar U
in een land, dor en dorstig, zonder water.
Zo heb ik U in het heiligdom aanschouwd,
Uw macht en Uw heerlijkheid gezien.
Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven;
daarom zullen mijn lippen U prijzen.
Zo zal ik U loven in mijn leven,
in Uw Naam zal ik mijn handen opheffen.
Mijn ziel zal als met vet en overvloed verzadigd worden;
mijn mond zal roemen met vrolijk zingende lippen.
Wanneer ik aan U denk op mijn bed,
over U peins in nachtwaken –
voorzeker, U bent een Helper voor mij geweest;
onder de schaduw van Uw vleugels zal ik vrolijk zingen.
Mijn ziel klampt zich aan U vast, komt achter U aan,
Uw rechterhand ondersteunt mij.
Maar dezen, die mij naar het leven staan om dat te verwoesten,
komen in de laagste plaatsen van de aarde.
Men zal hen neer doen storten door het geweld van het zwaard,
zij zullen de vossen ten deel zijn.
Maar de koning zal zich in God verblijden;
al wie bij Hem zweert, zal zich beroemen,
want de mond van de leugenaars zal gestopt worden.
De woorden die hier uitgfesproken worden komen uit de mond van David, de Geliefde, maar over de woorden van David, die zich hier bevond in de woestijn, horen we als het ware de woorden van de Messias tijdens zijn rondwandeling op aarde. Zullen we de woorden met deze gedachte in ons achterhoofd nog eens lezen?
O God, U bent mijn God!
U zoek ik vroeg in de morgen;
mijn ziel dorst naar U,
mijn lichaam verlangt naar U
in een land, dor en dorstig, zonder water.
Zo heb ik U in het heiligdom aanschouwd,
Uw macht en Uw heerlijkheid gezien.
Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven;
daarom zullen mijn lippen U prijzen.
Zo zal ik U loven in mijn leven,
in Uw Naam zal ik mijn handen opheffen.
Mijn ziel zal als met vet en overvloed verzadigd worden;
mijn mond zal roemen met vrolijk zingende lippen.
Wanneer ik aan U denk op mijn bed,
over U peins in nachtwaken –
voorzeker, U bent een Helper voor mij geweest;
onder de schaduw van Uw vleugels zal ik vrolijk zingen.
Mijn ziel klampt zich aan U vast, komt achter U aan,
Uw rechterhand ondersteunt mij.
Maar dezen, die mij naar het leven staan om dat te verwoesten,
komen in de laagste plaatsen van de aarde.
Men zal hen neer doen storten door het geweld van het zwaard,
zij zullen de vossen ten deel zijn.
Maar de koning zal zich in God verblijden;
al wie bij Hem zweert, zal zich beroemen,
want de mond van de leugenaars zal gestopt worden.
Als dat geen zegen is
DELEN
[Sassy_Social_Share]