Over Gods bovenkamer gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Gods glorie in de schepping
1 Loof de HEERE, mijn ziel.
HEERE, mijn God, U bent zeer groot,
U bent met majesteit en glorie bekleed.
2 Hij hult Zich in het licht als in een mantel,
Hij spant de hemel uit als een tentkleed.
3 Hij maakt de zoldering van Zijn hemelzalen op de wateren,
maakt van de wolken Zijn wagen,
wandelt op de vleugels van de wind.
4 Hij maakt Zijn engelen tot hulpvaardige geesten,
Zijn dienaren tot vlammend vuur.
Over Gods bovenkamer gesproken
Vandaag wil ik nog even met u stilstaan bij vers 3a:
Hij maakt de zoldering van Zijn hemelzalen op de wateren.
Daar is iets bijzonders mee. Want wanneer we de tekst letterlijk vertalen lezen we het volgende: Wie de balken van zijn kamers in de wateren legt. Het beeld dringt zixh op wat God als het ware zijn bovenkamer maakt en de balken precies in elkaar laat passen van de zoldering (tusen haakjes, hier wordt het Hebreeuw woord qârâh gebruikt dat betekend betekent op de juiste manier ontmoeten; dan, om elkaar te laten ontmoeten of in elkaar te laten passen, zoals balken of balken in een woning.
Het is een woord dat op de juiste manier zou worden toegepast op de constructie van een huis en op de juiste aanpassing van de verschillende materialen die bij de bouw ervan zijn gebruikt. Het woord dat met ‘balken’ is weergegeven – עליה ‛ălı̂yâh – betekent ‘een bovenkamer, een zolder’, zoals in oosterse huizen, boven het platte dak.
En dat woord kennen de meesten denk ik van ons wel. Joden niet gaan emigreren vanuit alle landen naar Israel, maken Alijah. En dat betekent dan dat zij opgaan naar Israel om daar te gaan wonen. Hoe mooi is het beeld dat dat God Zelf ook Alijah gemaakt heeft, een plek een bovenkamer.
En in Amos 9 vers 6 lezen we:
Hij, Die Zijn opperzalen in de hemel bouwde en Zijn gewelf op de aarde grondvestte, Hij, Die het water van de zee riep en uitgoot over het aardoppervlak: HEERE is Zijn Naam.
Het verwijst hier naar de kamer – de verheven verblijfplaats van God – alsof hij verheven is boven alle andere gebouwen, of boven de wereld.
Het woord “wateren” (mayim) verwijst hier naar de beschrijving van de schepping in Genesis 1:6-7- de wateren “boven het uitspansel” en de wateren “onder het uitspansel”.
De zinspeling is hier op de wateren boven het uitspansel; en de betekenis is dat God de plaats van Zijn eigen verblijfplaats – Zijn kamer – in die wateren had gebouwd; dat wil zeggen, op de meest verheven plaats in het universum.
Het betekent niet dat hij het van de wateren heeft gemaakt, maar dat zijn huis – zijn woonplaats – in of boven die wateren was, alsof hij zijn woning niet op vaste aarde of rots had gebouwd, maar in de wateren, waardoor stabiliteit naar dat wat geen stabiliteit lijkt te hebben, en het water zelf tot een fundament te maken voor de structuur van zijn verblijf.
En iets verderop in deze indrukwekkende Psalm 104 lezen we in vers 13:
Hij besproeit de bergen vanuit Zijn vertrekken; de aarde wordt verzadigd door de vrucht van Zijn werken.
Weet u, wanneer we dit zo allemaal lezen dan overvalt me de grootstheid van de HEERE God: Hoe groot zijt Gij. En wat kunnen we soms mopperen op het weer op een regenachtige dag. Maar laten we elkaar de volgende dag wanneer het regent elkaar er aan herinneren: Hij besproeit de bergen vanuit Zijn vertrekken; de aarde wordt verzadigd door de vrucht van Zijn werken.
Want als dat geen zegen is.
O Heer mijn God, wanneer ik in verwondering,
de wereld zie die U hebt voortgebracht.
Het sterrenlicht, het rollen van de donder,
heel dit heelal, dat vol is van Uw kracht.
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God,
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij.
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God,
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij.
Als ik bedenk hoe Jezus zonder klagen
tot in de dood gegaan is als een lam.
Sta ik verbaasd dat Hij mijn schuld wou dragen
en aan het kruis mijn zonde op Zich nam.
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God,
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij.
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God,
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij.
Als Christus komt met majesteit en luister,
brengt Hij mij thuis, hoe heerlijk zal dat zijn.
Dan zal ik vol aanbidding voor Hem buigen
en zingt mijn ziel, o Heer hoe groot zijt Gij.
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God,
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij.
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God,
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij.
We gaan een live uitvoering draaien van Kees Kraaijenoord. Het is een uitvoering waarin Hij buiten in een winkelcentrum den mensen als het ware oproept om de Heere de lof toe te brengen.
DELEN:
[Sassy_Social_Share]