Over de voortgang van G’ds werk gesproken
15/06/2021

Over de voortgang van G’ds werk gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:


Psalm 90 Naardense vertaling

Een gebed, v. Mozes, de man G’ds).
Heer, schuilplaats zijt gij ons geweest
in geslacht na geslacht.

Van eer de bergen werden gebaard
en gij aarde en wereld voortbracht,
van eeuwig tot eeuwig
zijt gij G’d.

Gij doet een mens weerkeren tot molm,
gij zegt:
zonen van Adam, keert weer!

Want duizend jaren zijn
in uw ogen
als de dag van gister zo die voorbijgaat,
als een wake in de nacht.

Gij spoelt ze weg, zij zijn een slaap,
in de ochtend
als gras dat opschiet:

in de ochtend in bloei en het schiet op,
voor de avond afgesneden en verdord.

Ja, wij vergaan door uw woede,
worden verbijsterd door uw gramschap,-
als gij onze ongerechtigheden
stelt u tegenover,
onze geheimen
in het licht van uw aanschijn.

Ja, in uw verbolgenheid wenden zich
al onze dagen,
ons vergaan onze jaren als een zucht.

De dagen onzer jaren,
daarin gaan zeventig jaar,
tachtig jaar als we sterk zijn
en het meeste daarvan
is moeite en verdriet,
want snel wordt het afgesneden,
wij vliegen heen.

Wie kent de kracht van uw woede,
uw verbolgenheid,-
hoe zeer gij zijt te vrezen!

Om onze dagen te tellen,
schenk ons zodanig kennis,
dat wij komen
tot een hart vol wijsheid!

Keer weer, Ene,- tot wanneer?-
heb deernis
over wie u dienen!

Verzadig ons in de ochtend
met uw vriendschap,
dat wij jubelen en verheugd zijn,
al onze dagen.

Verheug ons naar de dagen
dat ge ons hebt doen bukken,
jaren
dat we kwaad moesten zien!

Laat aan uw dienaars zien uw handelen,
uw luister
over hun zonen.

Kome de lieflijkheid van de Heer onze G’d
over ons, bevestig over ons
het doen van onze handen,
het doen van onze handen,
bevestig dat!

Over de voortgang van G’ds werk gesproken

We zijn vandaag aangekomen bij het een na laatste vers van deze indrukwekkende psalm. Een overbekende psalm, vind je ook niet? Een Psalm met een enorme inhoud en we hebben maar een heel klein gedeelte van de Psalm uitgediept. Gods Woord met elkaar overdenken is als schatgraven waarin je steeds weer nieuwe dingen in mag ontdekken.

De woorden waar we vanmorgen bij stil willen staan luiden:
Laat aan uw dienaars zien uw handelen,
uw luister
over hun zonen.

Bij het zoeken op het internet kwam ik een interessante verklaring tegen van een bijzondere Prediker Charles Haddon Spurgeon, Hij leefde in Engeland, is geboren op 19 juni 1834 – en stierf in Frankrijk op 31 januari 1892, hij was een Engelse baptistenpredikant in de puriteinse traditie in het 19e-eeuwse Engeland. Hij wordt wel de 'prins der predikers' genoemd. Belangrijke onderwerpen uit zijn prediking waren de vergeving van zonden en de noodzaak van wedergeboorte. Ook schreef hij vele christelijke boeken en liederen.
Ik zal hem nu citeren wat hij over dit gedeelte van Psalm 90 schreef waarbij ik soms de vrijheid genomen heb om gezien het taalgebruik uit de 19e eeuw het wat eigentijdser te zeggen.

Wij zijn er meer op gericht de sterren dan onze dagen te tellen, en toch is het tweede veel praktischer. Door gedachten over de kortheid van de tijd en van ons leven is het als mensen eigenlijk noodzakelijk om hun aandacht te wijden aan eeuwige dingen.

We worden nederig als ze in het graf neerzien dat zo spoedig ons bed zal zijn, onze hartstochten bekoelen door het besef van onze sterflijkheid.

Maar dat is alleen het geval als de Heere Zelf onderwijst; Hij alleen kan onderwijs geven dat werkelijk en duurzaam vrucht draagt.

De Israëlieten waren in opstand gekomen, maar ze hadden de Heere niet totaal verlaten; ze erkenden hun verplichtingen om Zijn wil te gehoorzamen, en gebruikten ze als argument om medelijden te krijgen. Zal een mens zijn eigen knechten niet sparen?

Ook al trof God Israël, toch was het Zijn volk en Hij had het nooit verstoten, daarom wordt Hem gesmeekt Israël goedgunstig te behandelen. Al konden de Israëlieten dan het beloofde land niet zien, toch wordt Hem gesmeekt hen onderweg op te beuren met Zijn genade, en Zijn frons in een glimlach te veranderen.

Hier stop ik even met citeren. Ik weet niet welk beeld u heeft va n Charles Haddon Spurgeon, die midden in de kerkgeschiedenis staat en daar veelal geroemd en geprezen wordt, maar ook deze geluiden, deze gedachten over het volk van Israel waren er dus al aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw. Hij sprak duidelijk hoop uit voor het volk van Israel. Het was dus niet allemaal maar kommer en kwel in de kerk met de vervangingstheologie zoals we soms wel eens denken. G’d inspireerde ook in die tijd mensen met visie voor Israel.

We gaan weer verder met het citeren van Spurgeon:

Het gebed van Mozes lijkt op andere gebeden van de deemoedige wetgever toen hij vrijmoedig bij God pleitte voor het volk; het is Mozes-achtig. Hier spreekt hij met de Adonai zoals een man met zijn vriend spreekt. Mozes vraagt om ondubbelzinnige blijken van goddelijke macht en voorzienigheid, opdat ze het hele volk zullen bemoedigen. Ze konden geen verlichting vinden in hun eigen vaak zondige daden en leven, maar in het werk van God zouden ze wel troost vinden.

Het dagelijkse doel van onze gebeden behoort de heiliging te zijn. Laat wat wij doen in waarheid gedaan worden, en voortduren als wij in het graf liggen; moge het werk van de huidige generatie blijvend dienen tot de opbouw van G’ds Koninkrijk.

Gelovige mensen zijn er bang voor om tevergeefs te werken. Ze weten dat ze zonder de Adonai niets kunnen doen, en daarom roepen ze tot Hem om hulp bij het werk, om aanvaarding van hun inspanningen, en om het welslagen van hun plannen.

We verlangen er naar dat de hand van de Heere zo zal meewerken met de hand van Zijn volk en zijn gemeente, dat een aanzienlijk, ja een eeuwig gebouw tot lof en eer van G’d het resultaat zal zijn.

Wij komen en gaan, maar het werk van de Heere/Adonai blijft. Wij hebben er vrede mee dat wij sterven, zolang Jezus maar leeft en Zijn koninkrijk groeit. Omdat Hij eeuwig Dezelfde blijft, vertrouwen wij ons werk aan Zijn handen toe, in het besef dat, daar het veel meer Zijn werk is dan het onze, Hij het onsterflijkheid zal verlenen.

Wanneer wij verdord zijn als gras, zal onze heilige dienst, als goud, zilver en edelgesteente, het vuur doorstaan.

Als dat geen zegen is.

Bij het zoeken naar een passend lied kwam ik uit bij Psalm 127 waar we lezen:

1Een pelgrimslied, van Salomo.
Als de HEERE het huis niet bouwt,
tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan;
als de HEERE de stad niet bewaart,
tevergeefs waakt de wachter.

Het is tevergeefs dat u vroeg opstaat,
laat opblijft,
brood eet waarvoor u moet zwoegen:
de HEERE geeft het Zijn beminde in de slaap.

Zie, kinderen zijn het eigendom van de HEERE,
de vrucht van de schoot is Zijn beloning.

Zoals pijlen in de hand van een held,
zo zijn de zonen, ontvangen in de jeugd.

Welzalig de man die zijn pijlkoker
daarmee gevuld heeft;
zij worden niet beschaamd,
als zij met de vijanden spreken in de poort.

Deze psalm leert dat alle welstand van den zegen des Heeren komt,
beide in steden en huisgezinnen, en dat goede kinderen een geschenk van God zijn.

We gaan luisteren naar de Psalm, uitgevoerd door het Shira Choir tijdens een Bar Mitzwa viering.

https://www.youtube.com/watch?v=ckVYO9oI8vc

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב