Over de schaapskudde gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
De HEERE is goed
Juich voor de HEERE, heel de aarde;
dien de HEERE met blijdschap,
kom voor Zijn aangezicht met vrolijk gezang.
Weet dat de HEERE G-d is;
Híj heeft ons gemaakt – en niet wij – Of: wij zijn van Hem.
Zijn volk en de schapen van Zijn weide.
Ga Zijn poorten binnen met een lofoffer,
Zijn voorhoven met een lofzang;
loof Hem, prijs Zijn Naam.
Want de HEERE is goed,
Zijn goedertierenheid is voor eeuwig,
Zijn trouw van generatie op generatie.
Over de schaapskudde gesproken
We willen nog een keer denken over wat wij lezen in deze psalm: Zijn volk en de schapen van Zijn weide.
Steeds als we in de Schrift lezen over ‘de kudde, de goede Herder, de schapen die Hij weidt, dan heeft dat betrekking op de verhouding tussen G-d en Zijn volk Israël. Misschien is dat even wennen voor u, maarf wellicht komt dit voort uit de vervangingstheologie die jarenlang de gedachte van de kerk heeft gedomineerd dat wij het geestelijk Israel mzouden zijn en dat Zijn volk afgedaan zou hebben.
Vaak worden beelden als ´bruid´ of ´schaapskudde´ gebruikt om de Gemeente of de Kerk te omschrijven. Daar zit ook iets achter dat we niet zo snel opmerken, namelijk de gedachte dat Israël niet meer meetelt in G-ds plan en dat de Gemeente die plaats heeft ingenomen.
De Schrift laat ons echter zien, dat dit niet juist is, hoewel dergelijke beelden het goed doen onder christenen. Het beeld van de Gemeente als bruid sluit aan op onze behoefte aan het ervaren van de grote liefde van Messias die Zich voor ons heeft overgegeven. Het beeld van de Gemeente als kudde schapen sluit aan op onze behoefte aan veiligheid en geborgenheid.
Als wij ‘veilig in de stal zijn’, zoals het kinderlied zegt, hoeven wij nergens bang voor te zijn. De Heere Jezus / Yeshua houdt immers de wacht over Zijn kudde. Als wij echter Johannes 10 goed lezen, gaat het daar juist om de schapen die uit de stal moet gaan om leven en overvloed te vinden in de groene weiden (vs. 9). Zo sluipen van jongs af aan beelden binnen, die het later moeilijk maken de Schrift goed te verstaan.
Terug naar Psalm 100. We lezen over de poorten van de Heere G-d en Zijn voorhoven (vs. 4). Zo worden onze gedachten bepaald bij de (toekomstige) tempel van G-d, het heiligdom waarover Ezechiël 37:26-28 spreekt.
Paulus leert echter dat we altijd in G-ds aanwezigheid mogen zijn, door het werk van G-ds Geest: “Door Hem (= Christus of de Messias) hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader” (Efe. 2:18). Het woord ‘hebben’ betekent dat dit een feit is dat altijd van kracht is.
Deze positie is niet aan te tasten door omstandigheden, door aanvallen van de tegenstander van G-d. Deze positie is uit genade; de trouw en de goedheid van G-d mogen daarin door u en mij elk dag worden ervaren.
Als dat geen zegen is.
DELEN:
[Sassy_Social_Share]