Over de regering gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
G’d is de Allerhoogste
1 De HEERE regeert, laat de aarde zich verheugen
en vele kustlanden zich verblijden.
2 Wolken en donkerheid zijn rondom Hem,
gerechtigheid en recht zijn het fundament van Zijn troon.
3 Vuur gaat voor Zijn aangezicht uit
en zet rondom Zijn tegenstanders in vlam.
4 Zijn bliksemflitsen verlichten de wereld,
de aarde ziet ze en beeft.
5 De bergen smelten als was
voor het aangezicht van de HEERE,
voor het aangezicht van de Heere van heel de aarde.
6 De hemel verkondigt Zijn gerechtigheid
en alle volken zien Zijn heerlijkheid.
7 Beschaamd moeten zijn allen die beelden dienen
en zich op de afgoden beroemen.
Buig u voor Hem neer, alle Goden.
8Sion heeft het gehoord en zich verblijd,
de dochters van Juda hebben zich verheugd
vanwege Uw oordelen, HEERE.
9Want U, HEERE, bent de Allerhoogste over de hele aarde,
U bent zeer hoog verheven boven alle Goden.
10U die de HEERE liefhebt, haat het kwade.
Hij bewaart de ziel van Zijn gunstelingen,
Hij redt hen uit de hand van de goddelozen.
11Licht is gezaaid voor de rechtvaardige
en blijdschap voor de oprechten van hart.
12Rechtvaardigen, verblijd u in de HEERE;
loof Hem ter gedachtenis aan Zijn heiligheid.
Over de regering gesproken
In deze aflevering maken we een begin met het overdenken van Psalm 97. Voor we na gaan denken over de inhoud van de Psalm eerst een paar algemene opmerkingen. De schrijver van de Psalm is onbekend, maar de structuur is vergelijkbaar met die van de twee voorgaande psalmen, en het kan door dezelfde schrijver zijn geschreven, Gezien de inhoud lijkt het niet onwaarschijnlijk dat het is samengesteld met het oog op een overwinning op de vijanden van het Hebreeuwse volk, en vooral op afgodendienaars; maar wanneer dit gebeurde en of de psalm zo’n oorsprong had, is nu onmogelijk vast te stellen.
De schrijver van de Septuaginta beschouwde dit als een psalm van David, toen het land in vrede werd hersteld. De titel in die versie is, “door David, toen zijn land werd hersteld,” (of in vrede was). Dezelfde titel komt voor in de Latijnse Vulgaat
Het onderwerp van de psalm is de soevereiniteit of de suprematie van de Eeuwige, en het zichtbaar maken van het rechtvaardigen van zijn volk, Israel.
De psalmen Ps. 95-100 lijken te zijn gecomponeerd met verwijzing naar dezelfde gelegenheid, ‘één heel profetisch gedicht’.
Elke psalm heeft zijn eigen onderwerp met betrekking tot de vestiging van het koninkrijk van de Messias.
Psalm 95 bevestigt de macht van JHWH over de hele natuur en spoort mensen aan om te dienen.
In Psalm worden alle volken aangespoord om zich bij Hem aan te sluiten, omdat Hij komt om de hele mensheid te oordelen, Jood en heiden.
In Psalm 97 wordt beschreven dat de HEERE, JHWH, regeert over de hele wereld, de afgoden zijn verlaten en de Rechtvaardige wordt verheerlijkt.
In Psalm 98 heeft JHWH wonderen gedaan en voor Zichzelf verlossing verricht; Hij heeft gedacht aan Zijn barmhartigheid over het hele huis van Israël; Hij komt om de hele wereld te oordelen …
In Psalm 99 regeert de Eeuwige, gezeten tussen de cherubs in Sion, over de hele wereld, om geprezen te worden voor de rechtvaardigheid van Zijn regering. …
In Psalm wordt de hele wereld opgeroepen om de Eeuwige, de Schepper te loven, wiens genade en waarheid eeuwig zijn.
Terug naar Psalm 97. In deze psalm lezen we dat de HEERE, JHWH, de Eeuwige, oppermachtig is over de hele wereld; dat bewezen is dat de afgoden niets zijn; en dat de rechtvaardigen worden gerechtvaardigd.
De psalm omvat de volgende punten:
I. Een beschrijving van de majesteit en heerlijkheid van Eeuwige als soeverein, in de eerste zes verzen. Wolken en duisternis zijn om Hem heen; vuur gaat voor hem uit; de bliksems spelen, en de aarde beeft; de heuvels smelten en worden opgelost; de hemelen in hun pracht verkondigen zijn gerechtigheid.
In de verzen 7 tot en met 9 beschrijft de schrijver dat met het oog pop het voorgaande alle afgodsbeelden en goden verward en wordt aangetoond dat ze niets zijn; en de vrienden van de ware G’d, de Eeuwige, hebben alle reden tot vreugde.
En in het laatste gedeelte van de Psalm, de verzen 10 tot en met 12 wordt de voorspoed en het geluk van de rechtvaardigen onder de regering van de Eeuwige beschreven Die hen zal verlossen; licht wordt voor hen gezaaid in de duisternis; blijdschap is hun deel, en zij worden opgeroepen zich te verheugen en te danken bij de herinnering aan Zijn heiligheid.
En terwijl ik dit zo schrijf overvalt me gedachte dat wanneer wij de HEERE G’d, de G’d van Israel, nu al kennen, alle reden hebben om Hem nu al te loven en te prijzen. Nu al, elke dag, dus ook vandaag om ons te verheugen en te danken. Want Hij heeft ons verlost van het hoogste kwaad en gebracht tot het hoogste goed. Hij heeft ons verlost, het Licht heeft in ons leven rees plaats gemaakt voor de duisternis en blijdschap is ons deel. Ik weet het, ik weet het, er kunnen in ons leven perioden van donkerte zijn, maar evenals Israel worden we ook vandaag opgeroepen om ons te verheugen en te danken bij de herinnering aan Zijn genade.
Als dat geen zegen is.
Delen
[Sassy_Social_Share]