Over de maan gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
Psalm 104
19 Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden,
de zon weet wanneer hij ondergaat.
20 U brengt de duisternis teweeg en het wordt nacht;
daarin gaan alle dieren in het woud naar buiten.
21 De jonge leeuwen brullen om een prooi
en verlangen van God hun voedsel.
22 Wanneer de zon opgaat, trekken ze zich terug
en leggen zich neer in hun holen.
23 De mens gaat [dan] op weg naar zijn werk,
naar zijn dienstwerk, tot de avond toe.
Over de maan gesproken
Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden. Even een vraag tussendoor, dat moet kunnen voor een keer. Wanneer lezen we voor het eert over de maan in de Bijbel… Okee, en u mag straks niet jokken hoor. Maar wie had Genesis 37 vers 9 als antwoord. Eerlijk zeggen hoor. Ik denk dat heel veel mensen dachten aan Genesis 1 waar we lezen over de schepping. Maar pas bij Jozefs dromen in Genesis 37 lezen we echt pas voor het eerst over de maan!
En de maan is er niet alleen om de nacht te verlichten, maar zo lezen we in de Psalm die we bij de kop hebben: Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden, ook wel te vertalen met voor de vaste seizoenen.
In de Bijbel is de maan het teken van Gods trouw. Hij zal voor eeuwig standhouden, zoals de maan; de getuige hoog aan de hemel is trouw. (Psalm 89: 38). Door de maan liet de Aanwezige aan de Joden de gezette tijden weten wanneer ze de feestdagen moesten houden. De maan is er iedere keer weer opnieuw. In Numeri 28: 11-15 staat welke bijzondere offers er gebracht moesten worden op het feest van de nieuwe maan: een brandoffer, een spijsoffer, een drankoffer en een zondoffer.
Het zondoffer werd gebracht als verzoening van alle zonden van de vorige maand. Werd vroeger de beginnende nieuwe maansikkel waargenomen, dan stuurden de Joden een bericht aan het Sanhedrin in Jeruzalem. Als dat had vastgesteld dat de waarneming klopte, dan werd de nieuwe maand officieel aangekondigd. In het jaar 359 na Christus werd een vaste kalender voor het Joodse jaar ingevoerd. Deze kalender gebruiken de Joden nog steeds.
De Bijbelse kalender is dus op de maan gebaseerd. Met de nieuwe maan begint een nieuwe maand, dus als het helemaal donker is. De eerste dag van iedere nieuwe maand is voor de Joden nog steeds een feestdag: Rosj Chodesj.
Maar de Romeinen wisten het, ik moet er bijna bij zeggen, vanzelfsprekend beter. De Romeinse republiek had vanaf het begin een maankalender. Elke achtste dag was er markt, er was een markt-week van 8 dagen. De opeenvolgende dagen hadden de namen A, B, … H. Julius Caesar heeft op 1 januari 45 v. Chr. een nieuwe versie van de Romeinse kalender in zijn gehele rijk ingevoerd: een zonnejaarkalender met een vast aantal maanden, weken en dagen (365), elk vierde jaar had 366 dagen.
Een zevendaagse week met planeetnamen kreeg vanuit de Egyptische cultuurstad Alexandrië meer en meer bekendheid. Die planeetnamen zijn een synthese van Babylonische en Griekse astronomie en Egyptische astrologie.
Door een besluit van keizer Constantijn in 321 na Christus kregen de zeven dagen van de Romeinse week officieel de namen van de planeten. De eerste dag van de week kreeg de naam “dies solis”, de dag van de zon. De zon werd vereert…
De bijzondere volgorde van de planetennamen Saturnus, zon, maan, Mars, Mercurius, Jupiter en Venus had een Egyptische oorsprong. Die was gebaseerd op de Griekse zienswijze van de zeven planetensferen, op de Griekse planetenrij Saturnus, Jupiter, Mars, zon, Venus, Mercurius, maan.
De zeven planeten werden door de Egyptenaren ervaren als heersers over de uren van de dag. De Egyptenaren en de Roomse Constantijn dachten het beter te weten. Maar JHWH, de Aanwezige houdt Zijn kalender aan want zo zegt Psalm 104: Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden.
Dan wil ik afsluiten met het volgende:
In de synagoge worden op Rosj Chodesj, fe eerste dag van iedere nieuwe maand verschillende Bijbelgedeelten gelezen, zoals Numeri 28 en Psalm 113 tot en met 118: het Hallel.
Vlak voor het avondgebed roept de voorzanger: “Hij zal opgaan en zal komen.” Daarmee bedoelt de voorzanger de nieuwe maan. Sommige Joden vieren ook de wijding van de maan. ‘s Nachts gaan zij in feestkleding naar buiten. Daar spreken zij de eerste verzen van Psalm 148 uit, ze zeggen spreuken op. De profeet Jesaja spreekt in Jesaja 66:23 ook over het feest van de nieuwe maan. “En het zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere en van den enen sabbat tot den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE.”
Van maand tot maand, van week tot week, zullen Joden en heidenen de Heere groot maken! Uit alle landen van de wereld, tot in eeuwigheid.
Als dat geen zegen is.
DELEN
[Sassy_Social_Share]