Over de Gezalfde gesproken
27/04/2022

Over de Gezalfde gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:

Psalm 105

1 Loof de HEERE, roep Zijn Naam aan,
maak Zijn daden bekend onder de volken.

2 Zing voor Hem, zing psalmen voor Hem,
spreek aandachtig van al Zijn wonderen.

3 Beroem u in Zijn heilige Naam,
laat het hart van wie de HEERE zoeken, zich verblijden.

4 Vraag naar de HEERE en Zijn kracht,
zoek Zijn aangezicht voortdurend.

5 Denk aan Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft,
aan Zijn tekenen en de oordelen van Zijn mond,

6 nakomelingen van Abraham, Zijn dienaar,
kinderen van Jakob, Zijn uitverkorenen.

7 Hij is de HEERE, onze God,
Zijn oordelen gaan over heel de aarde.

8 Hij denkt aan Zijn verbond voor eeuwig,
aan de belofte die Hij gedaan heeft,105:8 de belofte … heeft – Letterlijk: het woord dat Hij geboden heeft.
tot in duizend generaties,

9 aan het verbond dat Hij met Abraham gesloten heeft,
en Zijn eed aan Izak.

10 Voor Jakob heeft Hij het vastgesteld als een verordening,
voor Israël als een eeuwig verbond,

11 door te zeggen: Ik zal u het land Kanaän geven,
het gebied dat uw erfelijk bezit is.

12 Toen zij met weinig mensen waren,
ja, met weinigen, en vreemdelingen daarin,

13 en zij van volk naar volk zwierven,
van het ene koninkrijk naar het andere volk,

14 liet Hij geen mens toe hen te onderdrukken.
Ook bestrafte Hij koningen omwille van hen en zei:

15 Raak Mijn gezalfden niet aan,
doe Mijn profeten geen kwaad.

Over de Gezalfde gesproken
In de voorgaande aflevering dachten we na over het feit dat Abraha, Izak en Jacob in de Psalm gezalfden en profeten genoemd zonder dat zij met materiele olie gezalfd werden.

De eerste keer dat we de zalving van een priester tegenkomen is als Aäron en zijn zonen tot priester worden aangesteld. Mozes krijgt de opdracht: “U moet … hen zalven, wijden en heiligen, zodat zij Mij als priester kunnen dienen” (Exod. 28:41). Psalm 133:2 verwijst hiernaar met de woorden: “… de kostelijke olie op het hoofd, die neerdruipt op de baard, de baard van Aäron, die neerdruipt op de zoom van zijn priesterkleed”.

Saul, de eerste koning van Israël, wordt door Samuël gezalfd met de woorden: “Is het niet zo, dat de HEERE u tot een vorst over Zijn eigendom gezalfd heeft?” (1 Sam. 10:1). Vanwege Sauls ongehoorzaamheid, moest Samuël echter een andere koning zalven met de opdracht: “Vul uw hoorn met olie, en ga op weg; Ik zend u naar Isaï, de Bethlehemiet, want Ik heb een koning voor Mij gezien onder zijn zonen” (1 Sam. 16:1). Let op de woorden “voor Mij”. Saul was de koning van het volk, David was de koning van God.

Eenmaal voor David gebracht zegt de Heere: “Sta op, zalf hem, want deze is het”. “Toen nam Samuël de oliehoorn en zalfde hem … En de Geest van de HEERE werd vaardig over David vanaf die dag en voortaan … ” (1 Sam. 16:12,13).

De profeet Elia krijgt in dit verband wel een hele bijzondere opdracht. Hij moet Hazaël tot koning over Syrië (Aram) zalven, Jehu tot koning over Israël en Elisa tot profeet in zijn plaats (1 Kon. 19:15-16).

Het Tweede of Nieuwe Testament laat zien dat de Messias, profeet, priester en koning is. De scrhijver van de Hebreeënbrief noemt Hem onze ‘grote Hogepriester’ (Hebr. 4:14-15); de wijzen uit het Oosten noemen Hem ‘de Koning van de Joden’ (Matt. 2:2).

In het boek Openbaring lezen we over Hem als ‘Koning der koningen, en Heere der heren’ (Opb. 19:16); en bij het binnengaan van Jeruzalem zegt de menigte: “Dat is Jezus, de Profeet uit Nazareth in Galilea” (Matt. 21:11).

Hoe volmaakt Hij het priesterambt vervulde, blijkt uit Zijn gebed tot de Vader: “Want de woorden die U Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven en zij hebben ze aangenomen, en zij hebben daadwerkelijk erkend dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd dat U Mij gezonden hebt” (Joh. 17:8).

Het eerste Testament spreekt op veel plaatsen over een unieke Gezalfde. Drie van zulke passages worden in het tweede Testament toegepast op de Heere Jezus. Zullen we ze eens langslopen?

De schrijver van Psalm 2 zegt: “De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde …”.

In Handelingen 4:24-27 citeren de apostelen deze passage in hun gebed: “Want, in waarheid, tegen Uw heilig Kind Jezus, Die U gezalfd hebt, zijn Herodes en Pontius Pilatus samen met de heidenen en de volken van Israël bijeengekomen …”. De apostelen verklaren dus klip en klaar dat Jezus, de in Psalm 2 Gezalfde van de HEERE is.

In Hebreeën 1:8-9 citeert de schrijver Psalm 45 en past die toe op de Heere Jezus als de tot Koning gezalfde: “Uw troon, o God, bestaat eeuwig en altijd; de scepter van Uw Koninkrijk is een scepter van rechtvaardigheid. U hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid; daarom heeft Uw God U gezalfd, o God, met vreugdeolie, boven Uw metgezellen” (Ps. 45:7-8).

Misschien wel de bekendste Oudtestamentische tekst, die verwijst naar de Heere Jezus als de Gezalfde is Jesaja 61:1-2: “De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen …”.

Na het lezen van deze woorden in de synagoge van Nazareth, sluit Jeshua het Boek, geeft het terug aan de dienaar en zegt: “Heden is deze Schrift in uw oren in vervulling gegaan” (Luk. 4:21).

Als dat geen zegen is.

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב