Over Cham gesproken
04/05/2022

Over Cham gesproken

Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:


Psalm 105

23 Daarna kwam Israël in Egypte,
Jakob verbleef als vreemdeling in het land van Cham.

24 Hij deed Zijn volk zeer toenemen
en maakte het machtiger dan zijn tegenstanders.

25 Hij veranderde hun hart, zodat zij Zijn volk haatten
en Zijn dienaren listig behandelden.

26 Hij zond Mozes, Zijn dienaar,
en Aäron, die Hij verkozen had.

27 Zij verrichtten onder hen de tekenen die Hij bevolen had,
en wonderen in het land van Cham.

28 Hij zond duisternis en maakte het duister
– zij waren Zijn woord niet ongehoorzaam –

29Hij veranderde hun water in bloed
en doodde hun vissen.

30 Hun land wemelde van kikkers,
tot in de kamers van hun koningen.

31 Hij sprak, en er kwamen steekvliegen
en muggen in hun hele gebied.

32 Hij maakte hun regen tot hagel,
bracht vlammend vuur in hun land.

33 Hij trof hun wijnstok en hun vijgenboom,
Hij brak de bomen in hun gebied in stukken.

34 Hij sprak, en er kwamen veldsprinkhanen,
treksprinkhanen, niet te tellen,

35 die al het gewas in hun land opaten,
ja, zij aten de vrucht van hun akker op.

36 Hij trof alle eerstgeborenen in hun land,
de eerste vruchten van al hun mannelijke kracht.

Over Cham gesproken
In het gelezen gedeelte lazen we dat Jozef zijn vader en zijn broers naar Egypte laten komen. Iedereen, er bleef er niet een achter Zeventig, en let op dat getal, zielen lezen we in Genesis. De psalmdichter spreekt dat “Israël in Egypte kwam”. ‘Israël’ betekent ‘vorst van God’ of ‘strijder van God’. Het is de naam die wijst op de voorrechten van het volk. En dat was toen, en dat is het nog steeds. Door alle eeuwen heen. Ook anno vandaag.

Maar let op: Ook de naam ‘Jakob’ wordt genoemd en wel in verband met de vreemdelingschap “in het land van Cham”, dat is Egypte. Jakob is de naam die wijst op de zwakheid van het volk.

En inderdaad, Israel is krachtig en de strijder van God, maar niet in eigen kracht of in eigen vermogen, maar altijd in afhankelijkheid van hun God.

Daarna kwam Israël in Egypte,
Jakob verbleef als vreemdeling in het land van Cham.

Het land van Cham. Daarover iets meer. Als Noach en zijn familie uit de ark gaan, lijkt er een nieuwe tijd aangebroken. De aarde is gereinigd door Gods oordeel en de mensen hebben waarschijnlijk de ark verlaten met een hart vol goede voornemens. In de laatste twaalf verzen van Genesis 9 lezen we over de stamvaders van de huidige wereldbevolking: Sem, Cham en Jafeth. Daarbij staat meteen vermeld dat Cham de vader is van Kanaän. En dat is niet zonder reden.

Cham, de vader van Kanaän, ziet zijn vader Noach naakt in zijn tent liggen en vertelt dat, aan zijn beide broers buiten. Zijn broers bedekken – met hun gezichten afgewend – Noachs naakte lichaam. Als Noach uit zijn roes ontwaakt en hoort wat Cham hem heeft aangedaan, spreekt hij een vloek uit.

De vloek luidt: “Vervloekt is Kanaän. Laat hij voor zijn broers een dienaar van dienaren zijn!”. Niet Cham maar zijn jongste zoon Kanaän wordt vervloekt.

Het komt op ons in eerste instantie vreemd over dat niet Cham maar zijn zoon Kanaän wordt vervloekt. Waarom doet Noach dat? Misschien omdat Noach een profeet was? Hij was een profeet, die in 2 Petrus 2:5 ´de prediker der gerechtigheid’ wordt genoemd. Hij heeft als het ware in de toekomst gezien hoe het met Kanaän zou gaan.

Als we in Genesis 11 over de roeping van Abram lezen, komen we de naam Kanaän weer tegen. Het is Terah, die als vader de leiding neemt en met Abram, Lot, Haran en zijn schoondochter Sarai uit Ur der Chaldeeën vertrekt om naar het land Kanaän te gaan.

Het door de HEERE aan Zijn volk Israël beloofde land is in eerste instantie het land van Kanaän. In het geslachtsregister van Genesis 10 lezen we in vers 6 over de vier zonen van Cham: Cusj, Mitsraïm, Put en Kanaän. De tweede en vierde zoon spelen een belangrijke rol in de geschiedenis van het volk Israël. Mitsraïm is de Hebreeuwse naam voor Egypte. Soms wordt in de Bijbel Egypte ook ‘het land van Cham’ genoemd (Ps. 78:51).

Verder is Cham ook de voorvader van de Filistijnen (Gen. 10:14). Kanaän is de stamvader van een groot aantal volken, zoals we kunnen lezen in de verzen 15-19, die allemaal woonden in het gebied het land dat aan Abraham en zijn zaad beloofd is.

We lezen dat gedeelte even:
Kanaän verwekte Sidon, zijn eerstgeborene, Heth, en de Jebusiet, de Amoriet, de Girgasiet, de Heviet, de Arkiet, de Siniet, de Arvadiet, de Zemariet en de Hamathiet; daarna zijn de geslachten van de Kanaänieten verspreid. En de grens van de Kanaänieten reikte van Sidon in de richting van Gerar tot aan Gaza, en in de richting van Sodom, Gomorra, Adama en Zeboïm, tot aan Lasa. Dit waren de zonen van Cham, ingedeeld naar hun geslachten en naar hun talen, met hun landen en hun volken.

Als het volk Israël door de HEERE uit Egypte is geleid, ontvangen zij, naast de Tien Woorden, wetten voor hun welzijn en om te benadrukken dat zij anders zijn dan de volken om hen heen. Zij zijn het volk van de HEERE. In Leviticus 18 lezen we dat ze de gebruiken van het land Egypte en Kanaän niet mogen navolgen. Verder lezend gaat het hier over seksualiteit dat door de HEERE binnen een officieel gesloten huwelijk tussen man en vrouw, gegeven is.

In Egypte, maar nog veel meer in Kanaän, was er sprake van incest, overspel, homoseksualiteit en seks met dieren. De HEERE zegt in vers 27: “want de mensen in dit land die er vóór u waren, hebben al die gruwelen gedaan, zodat het land onrein geworden is”. Daarom ligt Kanaän onder de vloek en wordt Kanaän in de geschiedenis met de Gibeonieten letterlijk een dienaar van Sem (Joz. 9 en Gen. 9:26).

De laatste keer dat we in de Bijbel de naam Kanaän tegenkomen, is in de geschiedenis van de Kananese vrouw, zoals we die vinden in onder andere Mattheüs 15:21-28.

En Jezus ging vandaar weg en vertrok naar het gebied van Tyrus en Sidon.

En zie, een Kananese vrouw, die uit dat gebied kwam, riep naar Hem: Heere, Zoon van David, ontferm U over mij! Mijn dochter is ernstig door een demon bezeten.

Maar Hij antwoordde haar met geen woord. En Zijn discipelen kwamen naar Hem toe en vroegen Hem: Stuur haar weg, want zij roept ons na.

Hij antwoordde en zei: Ik ben alleen maar gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël.

Maar zij kwam dichterbij, knielde voor Hem neer en zei: Heere, help mij!

Hij antwoordde echter en zei: Het is niet behoorlijk het brood van de kinderen te nemen en naar de hondjes te werpen.

Zij zei: Ja, Heere, maar de hondjes eten ook van de kruimels die er vallen van de tafel van hun bezitter.

Toen antwoordde Jezus en zei tegen haar: O vrouw, groot is uw geloof; het zal gebeuren zoals u wilt. En haar dochter was vanaf dat moment gezond.

Wat een wonder van genade. Ook voor het nageslacht van Cham!

DELEN
[Sassy_Social_Share]

Onderwerpen:

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie verzenden

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

EN / NL/ עב